COLUMN - Wat te doen met een zwerver die om een eurootje vraagt?
Toen ik studeerde waren er dagen dat ik meerdere keren al mijn broekzakken navoelde, op zoek naar een euro voor een half brood of een litertje melk. Uiteindelijk at ik dan meestal bij vrienden die hun uitgaven iets beter over de maand gesmeerd hadden. Dat was nooit een probleem. Ze wisten dat het een maand later precies andersom kon zijn.
Ik heb in die tijd veel mensen teleurgesteld. Daklozen met name. Als ze me vroegen om een bijdrage voor het slaaphuis of uit schaamte een of andere rotsmoes verzonnen, dan kon ik ze in alle eerlijkheid mededelen dat ik ze graag zou helpen, maar dat het er helaas niet inzat.
Tegenwoordig is dat anders. Niet dat ik bulk van het geld, maar een eurootje kan er meestal wel vanaf. Bovendien, zo’n zwerver heeft er, mag ik hopen, niet zelf voor gekozen. Iedere dakloze heeft zijn geschiedenis en die zal er zelden uit bestaan dat ze op een goede dag besloten hun werk op te zeggen om eens fijn te gaan zwerven.
En dus geef ik ze af en toe wat geld. Stiekem hoop ik dat ze daarmee inderdaad naar het slaaphuis gaan. Dat ze op die manier onder de mensen komen. Dat ze hulpverleners spreken. Langzaam maar zeker in gaan zien dat de situatie niet hopeloos verloren is. Dat het leven meer te bieden heeft dan harde bankjes en opgeraapte sigarettenpeuken. Dat ze afkicken van drank en drugs, een eerste baantje vinden, een dak boven het hoofd, collega’s, vrienden, een relatie, kinderen misschien. Geluk. En dat allemaal dankzij mijn euro.