Kunst op Zondag | Strips

Collega Dimitri vraagt u de mooiste strip aller tijden in te sturen. Het brengt Kunst op Zondag op een bekende discussie: zijn strips kunst? Het verhaal gaat dat Maurice De Bevere, beter bekend als Morris, de auteur/tekenaar van Lucky Luke, het stripverhaal ooit tot 'negende kunst' verhief. Grafisch ontwerper en striptekenaar Joost Swarte vindt het stripverhaal de moeder van alle kunsten (interview Trouw, 2012). Jean-Marc van Tol (van Fokke & Sukke) vindt  strips geen kunst, hooguit ‘kunstig’. Hanco Kolk (o.a. Gilles de Geus) vindt het pas kunst als je er, net als bij een mooi schilderij of boek,  ‘door geraakt wordt’ (artikel Michael Minneboo, 2009). Van Tol en Kolk vinden niet dat een strip in een museum thuishoort. Daar trekken musea zich niets van aan. Er gaat geen jaar voorbij of er zijn wel een paar exposities die over “strips en kunst” gaan. Een greep uit de laatste twaalf jaar vind je hier. Cartoon Ronald Oudman. Als het al in een museum hoort, dan is een stripmuseum natuurlijk de juiste plaats  om “karikaturale kunst” te conserveren. De website en programmering van het Nederlands Stripmuseum doet vermoeden dat het hier vooral om “kunst voor de jeugd” gaat. Soortgelijke musea in omringende landen pakken dat anders aan en nemen de volwassen striplezer serieus.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

V for Vendetta. De kracht van de dystopie.

Wanneer de realiteit van het dagelijkse leven tegenvalt, biedt de wereld van fictie een uitweg. De dystopie, tegenhanger van utopie, is een bron voor verhalen waarin problemen uit de echte wereld een karikaturale vorm krijgen. Een zekere vereenvoudiging of overdrijving wordt in de dystopie niet uit de weg gegaan, maar draagt juist bij aan een heldere ethiek in een complexe wereld.

In Brave New World van Aldous Huxley (1932) wordt de samenleving beheerst door het ratio en technologie. Op biologische wijze een kind op de wereld zetten is bijvoorbeeld barbaars in Brave New World. Huxley schreef het boek in de tijd van grote wetenschappelijke en industriële veranderingen. Henry Ford introduceerde de lopende band, werd de mens hierdoor gedegradeerd tot een radar in de machine? Wetenschap is niet altijd vooruitgang, vond Huxley. Diegene die de kennis beheert, is ook in staat die kennis als een machtsmiddel te gebruiken.

Een waarschuwing die nog steeds zeer relevant is. De dystopische wereld van Huxley echoed door in de boeken van de Franse auteur Michelle Houellebecq. De dystopie is ook al langere tijd populair in Hollywood, waarin de comicbook een dankbare bron is. Zo Batman houdt zich in The Dark Knight (2008) niet meer bezig met de vrolijke knokpartijen (Boom! Pow!) van voorheen, maar raakt hij geconfronteerd met zijn eigen moraal in de vorm van The Joker. De comic serie Watchmen is geschreven tegen het einde van de jaren ’80. Het is een kritiek op de werkelijkheid in stripvorm: er bestaat geen eenvoudige scheidslijn tussen Goed (democratisch Amerika) en Kwaad (communistisch Rusland). De superhelden uit Watchmen hebben bovendien geen superkrachten, op de apathische Dr.Manhattan na. Er bestaat eenmaal geen eenvoudige oplossing in de vorm van een gewelddadige superheld.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.