Dat de meningen over de oorzaken van de opwarming van de aarde en de daarmee samenhangende klimaatverandering uiteenlopen, is geen geheim. Dat was al zo vóór het IPCC zijn vijfde klimaatrapport uitbracht, en dat zal ook nog wel even zo blijven. Maar dat de verschillen van inzicht heel groot zijn, blijkt wel uit de volgende drie voorbeelden.
In Rolling Stone staat een portret van Jason Box, een veertigjarige glacioloog, die zich bezighoudt met de bestudering van ijs, met name gletsjerijs. Het smelten van de ijskappen op de Noord- en Zuidpool, en van de gletsjers op Groenland en in berggebieden als de Alpen, de Andes en de Himalaya, is één van de aanwijzingen dat de klimaatverandering een feit is. Over de vraag hoe hard die ijskappen en gletsjers (zullen) smelten, zijn de deskundigen het echter niet eens. Box roept nu al jaren dat het smeltproces veel sneller gaat dan de gangbare modellen voorspellen, en tot nu toe heeft hij al een paar keer gelijk gekregen. In 2009 kondigde hij aan dat de Petermann-gletsjer, een van de grootste op Groenland, die zomer in stukken zou gaan breken. Hij werd voor gek versleten, vooral omdat er die zomer niets gebeurde. Maar in de zomer van 2010 begon de gletsjer uit elkaar te vallen en twee jaar later brokkelden er ijsbergen af die twee maal zo groot waren als Manhattan. Begin 2012 voorspelde Box dat het ijs op heel Groenland binnen tien jaar zou gaan smelten. Opnieuw werd zijn waarschuwing naar het rijk der fabelen verwezen, maar al gauw bleek dat hij aan de voorzichtige kant was geweest: het gebeurde een paar maanden later. Hij denkt dan ook dat de zeespiegel de komende decennia wel eens veel sneller zou kunnen gaan stijgen dan in het nieuwe IPCC-rapport wordt verwacht.