Losse eindjes en aanvulling op kunstvervalsers

Beeldtaal is de overdracht van gedachten waarbij het geschreven woord – geheel of gedeeltelijk – vervangen is door beeld. In de maanden augustus en september publiceert Willem Visser (beeldend kunstenaar, psycholoog en tekstschrijver) op zaterdagochtend artikelen over beeldtaal aan de hand van voorbeelden uit kunst, psychologie en alledaagse waarneming. Vandaag een paar losse eindjes en korte aanvullingen bij eerdere bijdragen, voordat ik volgende week deze serie afsluit met ‘retorica en beeldtaal: de kunst van het overtuigen en emotioneren’ Het bezoldeffect Optische illusies zijn de paradepaardjes, zeg maar de Houdini-acts van de beeldtaal. Er zijn tal van sites met een overzicht. Ik noem er een paar: sandlotscience, Michael Bach en anamorphosis. Hierbij een huiselijke toevalstreffer: op de markt had ik twintig perssinaasappels gekocht. Die zaten in een plastic tas. Op zich al hartstikke fout natuurlijk, maar citrusfruit in een plastic zak kan ook nog eens gaan schimmelen. Daarom had ik ze verdeeld over een paar netjes, omdat we in huize Visser op onze zondagse perssessie niet twintig sinaasappels tegelijk opmaken.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 25-10-2022
Foto: copyright ok. Gecheckt 26-11-2022

Camouflage: het oog bedrogen

Beeldtaal is de overdracht van gedachten waarbij het geschreven woord – geheel of gedeeltelijk – vervangen is door beeld. In de maanden augustus en september publiceert Willem Visser (beeldend kunstenaar, psycholoog en tekstschrijver) op zaterdagochtend een reeks artikelen over beeldtaal aan de hand van voorbeelden uit kunst, psychologie en alledaagse waarneming.

De natuur maakt dankbaar gebruik van onvolkomenheden in de waarneming. Camouflage is daarvan een illustratief voorbeeld. In de evolutie gaat het meestal om sneller, wendbaarder of slimmer te zijn. Maar je kunt je natuurlijk een hoop ellende en inspanning besparen door gewoon niet op te vallen. Beter nog: onzichtbaar te zijn.

Camoufleren betekent letterlijk ‘onopvallend maken; wegmoffelen; onzichtbaar maken’. Het is ontleend aan het Franse camoufler waarin we invloed vinden van camouflet, wat letterlijk betekent ‘rook die in iemands gezicht geblazen wordt’. Dit zou zijn overgenomen uit het Italiaanse camufarre dat gevormd is uit capo (hoofd) en mufarre (verhullen).

Evolutie van camouflage in versnelde ontwikkeling

Een natuurlijk proces van ‘camouflage in ontwikkeling’ was te volgen bij de berkenspanner of peper-en-zout-vlinder (Biston betularia) in Engeland.


Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Peper-en-zoutvlinder
(Martinowksy uit nl)

 

Tot 1848 was deze altijd grijs gespikkeld, maar in dat jaar nam men in Manchester voor het eerst een volledig zwart individu waar. Deze vorm nam vervolgens snel in frequentie toe. Omstreeks 1900 bestond zelfs 95% van de populatie in geïndustrialiseerde gebieden uit donkere exemplaren.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Andy Phillips (cc)

Ik zie, ik zie wat jij niet ziet…

ACHTERGROND - Het is gedaan met UCP, het Universal Camouflage Pattern. Dit Amerikaanse standaardmodel voor legercamouflage heeft haar naam niet waar kunnen maken, ondanks uitgebreide tests, jarenlange ontwikkeling en natuurlijk bakken met geld. Het was ook te mooi om waar te zijn: één patroon dat beschutting bood bij allerlei verschillende achtergronden, van woestijn tot stad, van grasveld tot regenwoud. One size fits all — kan dat überhaupt met camouflage?

Variatie

Wie wel eens op beestjessafari is gegaan, op zoek naar vogels, vlinders, of andersoortig gedierte, weet hoe goed de natuur is in het verstoppen van haar bewoners. Vreemd is dat niet: door natuurlijke selectie worden de nakomelingen van een opvallende prooi genadeloos in de kiem gesmoord. Waarschijnlijk kent u het klassieke voorbeeld van de berkenspanner, een mottensoort die zich ophoudt op berkenstammen, en met zijn grauwwitte vleugels nauwelijks te ontdekken is. Met toenemende vervuiling in het Engeland van de Industriële Revolutie werden de bomen aldaar echter steeds donkerder, en de berkenspanner steeds zichtbaarder — en dus in het vizier van hongerige vogels. De enkele zwarte berkenspanner die als freak of nature was geproduceerd, bleek nu ineens razend succesvol, en haar nakomelingen hadden al snel de witte exemplaren vervangen. Door natuurlijke selectie bleef de camouflage, ondanks een veranderende omgeving, intact.