Alles moet anders

Hoe moet je een boek recenseren dat geboren is uit onvrede met ‘de staat en de ontwikkeling van het Nederlandse recensielandschap’? Merlijn Olnon, oprichter en hoofdredacteur van De Nederlandse Boekengids (dNBg), mist recensies die ‘niet alleen gaan over de inhoud van de besproken boeken maar bovendien over de plaats en het belang (of het gemis daaraan) van boeken binnen oeuvres en genres, in de boekencultuur in bredere zin en zelfs in de wereld daarbuiten.’ Met het voorbeeld van The New York Review of Books voor ogen begon Olnon, eerder boekhandelaar en redacteur van De Gids, in 2015 met de uitgave van dNBg,  een tijdschrift voor boekenessays, de bredere, dieper gaande, meer gedegen variant van die magere recensies die overgebleven zijn in een verschralend boekenlandschap. Nu heeft Olnon vijfentwintig van die essays uit de periode 2017-2022 gebundeld onder de titel Alles moet anders. Ik heb alle begrip voor klachten over hedendaagse recensies, vooral voor het bijzonder smalle, weinig diverse en afnemende aanbod van boekbesprekingen in onze kranten en tijdschriften. Maar een boekenessay naar aanleiding van een bundel met vijfentwintig boekenessays over een brede range van onderwerpen (economie, politiek, cultuur, geschiedenis) lijkt mij wat te veel gevraagd. Wel wil ik een paar interessante essays uit Alles moet anders bespreken die de titel van de bundel volledig recht doen. Vermogensongelijkheid Als eerste de bijdrage van Johan Heilbron over belastingen. Dat heet geen ‘sexy’ onderwerp te zijn, maar Heilbron maakt van zijn vergelijking van de vermogensongelijkheid in de Verenigde Staten en Nederland een bijzonder spannend verhaal dat ik alle belastingbetalers kan aanbevelen. Nederland wijkt qua ongelijkheid niet af van de VS, is de conclusie. Het boxenstelsel is regressief, bevoordeelt de rijken die daarbovenop ruime mogelijkheden hebben om ook nog belasting te ontwijken. Daarbij helpt een ‘belastingontwijkingsindustrie’ die gesteund wordt door een ‘gecompromitteerde economische wetenschap’. Het klinkt stevig, maar Heilbron maakt het waar aan de hand van de geschiedenis van het belastingstelsel zoals beschreven in de boeken van Gabriel Zucman en Emmanuel Saez en voor Nederland door de socioloog Nico Wilterdink die, ‘ruim vòòr Piketty’, merkt Heilbron op,  in 1984 zijn proefschrift Vermogensongelijkheid in Nederland publiceerde. Waar blijven de voorstellen om ons belastingstelsel nu eindelijk eens rechtvaardiger in te richten? Groei als maatstaf Wat ook al jaren volgens velen anders moet op economisch gebied is de maatstaf van het bbp (bruto binnenlands product) die ondanks alle kritiek nog steeds centraal staat in alle economische plannen. Paul Teule, oud-medewerker van Sargasso, wijdt aan de hand van onder meer The Growth Delusion van David Pilling een uitgebreide beschouwing aan dit ‘meest bekritiseerde statistiekje in de geschiedenis’. De definitie van het bbp is uitsluitend gericht op financiële groei en houdt op geen enkele manier rekening met kosten die mens en milieu moeten dragen. Veel noodzakelijke arbeid, zoals huishoudelijke arbeid, blijft buiten schot. De berekeningen blijven daarnaast ‘boekhoudkundig in gebreke: het bbp geeft slechts de resultatenrekening weer en niet de balans.’ De economie verdient beter, maar waarom blijft deze met name voor het milieu schadelijke maatstaf toch nog steeds in gebruik nadat er al vanaf het begin kritiek op is geweest? In alle economisch relevante gremia, nationaal en internationaal, wordt al sinds de jaren zeventig nagedacht voor alternatieven. Teule geeft het voorbeeld van een Tweede Kamercommissie onder leiding van toenmalig Kamerlid Grashoff (GroenLinks) die ook niet verder kwam ‘uit angst om aan de economische groei te komen’. De vraag of economische groei wel zo goed is kwam niet aan de orde. ‘Het is wonderlijk om te zien hoe zoveel denkkracht uiteindelijk niet leidt tot een radicale herijking van ons economisch systeem, terwijl het feit dat ongebreidelde bbp-groei in een eindig ecosysteem onmogelijk is toch een no brainer zou moeten zijn,’ schrijft Teule in 2018. Het is jammer dat hij Jason Hickels Minder is meer nog niet kende. Hickel noemt verschillende alternatieve standaarden, bijvoorbeeld de Index of Sustainable Economic Welfare en de Genuine Progress Indicator, die inmiddels welwillend zijn ontvangen door regeringsleiders in Nieuw Zeeland, Schotland en IJsland, toevallig (?) allemaal vrouwen. Even een tussentijds kritiekpuntje op het boek. De bijdragen zijn niet gedateerd. Ik kon alleen via de site van dNBg achterhalen dat Teule zijn essay heeft geschreven voordat het boek van Hickel uitkwam. Leesvaardigheid Als er iets om verandering schreeuwt is het wel het het lees- en literatuuronderwijs op scholen. Yra van Dijk en Marie-José Klaver hebben in verschillende publicaties de problemen op heldere wijze in kaart gebracht. Zie de vierdelige serie over de leescrisis in De Groene, onder meer over de ‘opleuking’ van de leesdidactiek. Het is volgens de auteurs ‘verwaarlozing vermomd als bescherming’ met ernstige gevolgen voor de taalvaardigheid en de intellectuele ontwikkeling van de nieuwe generatie. In Alles moet anders is een essay opgenomen over pulplectuur in het onderwijs. Van Dijk en Klaver: ‘Literatuur lezen leert je hoe je betekenis kunt geven aan de wereld. Hoe je gevoelens, relaties, lichamen maar ook maatschappelijke verhoudingen kunt begrijpen en hoe je er een taal voor kan vinden. Het is de sleutel tot een volwassen, ethische en zelfreflectieve houding zonder (of in elk geval met zo min mogelijk) vooroordelen. Pulp doet het tegenovergestelde.’ Helaas zwichten nog vele ouders en onderwijzers voor de commerciële belofte van ‘leesplezier’. ‘De onverschilligheid jegens kwaliteit en het propageren van pulp in het onderwijs vergroot op deze manier de ongelijkheid tussen leerlingen.’ Op een enkele uitzondering na kan Merlijn Olnon met Alles moet anders geen onverschilligheid jegens de kwaliteit verweten worden. Naast bovengenoemde bijdragen bevat het boek onder meer degelijke essays over de geschiedenis van het neoliberalisme, ‘rouwen’ in het klimaatdenken, vrouwen en extreemrechts, de cancelcultuur, de #MeToo beweging, de kracht van het woord in de antiracismebeweging, eigentijds cynisme in de literatuur, het spreken en zwijgen van meisjes in de oudheid en de geschiedenis van de emancipatie van autisten. Waardevolle stukken, ook over onderwerpen die je niet dagelijks in de krant tegenkomt. Het boek is wat mij betreft daarom een mooie aanbeveling voor de alternatieve recensiecultuur van De Nederlandse Boekengids. Alles moet anders, samengesteld door Merlijn Olnon. Uitgeverij Mazirelpers i.s.m. De Nederlandse Boekengids. 252 pagina's. Prijs: € 24,99 [foto: Boekhandel Waanders in de voormalige Broerenkerk, Zwolle]

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.