Een veroordeeld Kamerlid is ook gekozen

Zesentachtig procent van de respondenten in een peiling van Maurice de Hond vindt dat iemand die voor ontucht is veroordeeld geen Kamerlid zou mogen worden. Een ‘viezerik’ hoeven we blijkbaar niet. Dat roept de vraag op of überhaupt een veroordeelde crimineel tot Kamerlid zou mogen worden gekozen. Wie wil er immers een moordenaar in de Kamer? Los van de afschuw over het plegen van een moord, zou dit voor nabestaanden pijnlijk kunnen zijn.
De wet biedt de mogelijkheid om iemand die tot een gevangenisstraf van een jaar of langer is veroordeeld het actief en passief kiesrecht (tijdelijk) te ontnemen. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij oorlogsmisdadigers. Deze straf wordt echter maar zelden opgelegd, zelfs niet aan de moordenaar van Theo van Gogh. Iemand blijft immers onderdeel van de maatschappij, ook als gestrafte. Na het uitzitten van de straf moet iemand weer actief gaan deelnemen. Daarbij hoort het recht om te kiezen en gekozen te worden. Levenslange uitsluiting van het kiesrecht past niet, net zo min als levenslange gevangenisstraf, behalve voor de meest wrede misdaden.
Bedenk dat Ferdinand Domela Nieuwenhuis, Pieter Jelles Troelstra en Hans Janmaat als veroordeelden in de Kamer hebben gezeten. Waren hun daden zo abject dat zij geen goede volksvertegenwoordigers meer konden zijn? Gezien het feit dat ze zijn veroordeeld voor majesteitsschennis, het beledigen van een officier van justitie en discriminatie, is dat maar zeer de vraag. En wie moet dan beoordelen of een misdaad te erg is? Het is terecht dat de rechter hierin zeer terughoudend is. Je kunt het ook omdraaien: de gedragingen waarvoor het PVV-Kamerlid Lucassen niet door de rechter veroordeeld is (zijn gedrag in een wijk in Haarlem) lijken minstens zo bezwaarlijk voor zijn functioneren als Kamerlid als de ontuchtzaak. We hebben daarom een beter systeem om te beoordelen of iemand een geschikte volksvertegenwoordiger is: verkiezingen.



Ondertussen was ook een tweede GroenLinkser bezig aan een boek, Wijnand Duyvendak werkte aan zijn 
