Oeps, vergeten: burgerrechten
COLUMN - Het Britse Prospect publiceerde vorige week een artikel over al te slimme steden, naar aanleiding van Googles plannen met een wijk in Toronto. Op circa 50.000 vierkante meter zou een slimme, data driven wijk verrijzen.
Robots voor de vuilnisophaal waren nog het eenvoudigste idee. Winkels en huizen zouden modulair zijn, en konden van dag tot dag van bestemming of functie veranderen; straatplannen werden aanpasbaar, de hele openbare ruimte zou programmeerbaar zijn, met technologie in elk hoekje, gaatje en gootje, en via oneindige datastromen en lerende algoritmes zou alles op rolletjes lopen. Google had al plannen om de wijk ‘downloadable’ te maken en naar andere gebieden te exporteren.
Tot verrassing van het gemeentebestuur en Google kwam de stad in verzet.
Niet alleen had niemand ze gevraagd wat zij wilden, de plannen voorzagen sowieso niet in een menselijke stem. Hoe werd beslist wat er met de publieke ruimte gebeurde? Op welke grondslagen en met welke uitgangspunten zouden de algoritmes van de wijk worden geprogrammeerd? In wiens handen zou de onderliggende digitale architectuur zijn? Wie mocht de buurtdata uitponden? Welke zeggenschap zouden bewoners nog over hun omgeving hebben?
‘From Canada to the Philippines, from Belfast to Bangalore, national governments and civic authorities are convinced that big data can unblock their traffic jams, rationalise their energy use and fix their housing problems, not to mention their benefits systems and even their healthcare.’
Martin Moore, ‘Would you let Google run your city?’, The Prospect