Zelfs bij hoge arbeidsmigratie zal de beroepsbevolking tot 2050 minder sterk groeien dan de vraag naar langdurige zorg. Het NIDI adviseert het nieuwe kabinet daarom te investeren in onderwijs, participatie en een preventief gezondheidsbeleid. Meer gezonde, goed geschoolde mensen die met z’n allen meer werken remmen de groeiende zorgvraag af.
De vergrijzing leidt tot een toenemende druk van de zorgvraag op de beroepsbevolking blijkt uit het recente rapport ‘Bevolking 2050 in beeld: opleiding, arbeid, zorg en wonen’ van het NIDI en het CBS. Omdat de hoge geboorteaantallen van na de oorlog en de daling van het aantal geboorten vanaf de jaren zeventig een belangrijke oorzaak zijn van de huidige vergrijzing, wordt vaak geredeneerd dat een stijging van het kindertal een remedie is tegen de gevolgen van vergrijzing.
Een hoger kindertal leidt echter pas over tientallen jaren tot een substantiële toename van de beroepsbevolking. De eerstkomende decennia leidt een hoger kindertal vooral tot een toename van de arbeidsvraag – voor kinderopvang en onderwijs.
Hoge arbeidsmigratie leidt wel op korte termijn tot een toename van de beroepsbevolking. Zij kan bijdragen aan het vervullen van vacatures van nu. Diverse sectoren, zoals land- en tuinbouw en distributiecentra zijn in belangrijke mate afhankelijk van arbeidsmigranten. Op de lange termijn is dit echter niet voldoende.
Door de sterke groei van het aantal 80-plussers zal de zorgvraag (vooral de vraag naar langdurige zorg) ook bij hoge arbeidsmigratie sterker toenemen dan de omvang van de beroepsbevolking. Deze spanning kan worden verminderd door de stijging van de zorgvraag af te remmen en de groei van de beroepsbevolking te stimuleren. Dit vereist investeringen in onderwijs, preventie en participatie.
Zorgen voor een goed geschoolde bevolking
Het mes van investeren in onderwijs snijdt aan twee kanten: het bevordert de arbeidsdeelname en het houdt mensen langer gezond. Een goed geschoolde bevolking is overigens niet hetzelfde als een hoogopgeleide bevolking. Goede scholing is ook van belang voor mensen met een middelbaar en een laag opleidingsniveau. Dit vraagt om meer waardering van het beroepsonderwijs.
Teneinde de onderwijsprestaties van kinderen met een migratieachtergrond en daarmee hun kansen op de arbeidsmarkt te bevorderen zijn structurele investeringen in het onderwijs nodig om kansenongelijkheid te verkleinen en voortijdig schoolverlaten terug te dringen. Goede scholing is niet alleen een verantwoordelijkheid van onderwijsinstellingen, leven lang ontwikkelen is essentieel om de inzetbaarheid van oudere werkenden bij een stijgende pensioenleeftijd te vergroten.
Preventief gezondheidsbeleid is cruciaal voor minder chronisch zieken
Verbetering van de gezondheidszorg heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de stijging van de levensverwachting. Maar niet alle extra levensjaren worden in goede gezondheid doorgebracht. Steeds meer dodelijke ziekten zijn chronische aandoeningen geworden. Veel chronische ziekten kunnen worden voorkomen door een gezonde leefstijl en betere leef- en werkomstandigheden. Daarom is preventiebeleid cruciaal.
Vooral bij mensen met een lage sociaaleconomische status valt veel vooruitgang te boeken. Hierbij gaat het niet alleen om voldoende beweging en gezonde voeding. Problemen zoals schulden, werkloosheid, laaggeletterdheid, slechte huisvesting en stress hebben grote invloed op de gezondheid.
Meer groepen moeten kunnen participeren
Het aandeel van de bevolking in de werkzame leeftijden loopt terug. Dit maakt het des te belangrijker dat iedereen meedoet. De AOW-leeftijd stijgt als de levensverwachting toeneemt. Maar daarmee is nog niet gezegd dat de arbeidsdeelname van ouderen in hetzelfde tempo zal toenemen als de stijging van de AOW-leeftijd.
Daarvoor is nodig dat de gezondheid van oudere werknemers het toelaat langer te werken, dat werkomstandigheden zo nodig worden aangepast, dat oudere werknemers zich blijven ontwikkelen (omdat banen voor het leven verdwijnen) en dat de kansen van oudere werkenden niet negatief worden beïnvloed door leeftijdsdiscriminatie.
Arbeidsmigranten voldoen aan de arbeidsvraag van nu. Ze kunnen op korte termijn in vacatures voorzien, maar hun inzetbaarheid op de langere termijn is niet vanzelfsprekend. Om- en bijscholing zijn cruciaal om duurzame inzetbaarheid van de arbeidsmigranten die blijven te verzekeren.
Asielmigranten intensief begeleiden naar werk
De arbeidsdeelname onder asielmigranten, die overigens maar een minderheid van de bevolking met een migratieachtergrond vormen, is relatief laag. Bij hen spelen vaak psychische problemen en trauma’s door oorlogservaringen of ontberingen. Bovendien duren toelatingsprocedures vaak nog lang, worden elders behaalde kwalificaties niet eenvoudig erkend en is het combineren van het leren van de taal, het volgen van een opleiding en entree op de arbeidsmarkt niet altijd goed op elkaar afgestemd.
Een hogere arbeidsparticipatie kan worden bevorderd door in te zetten op intensieve begeleiding met aandacht voor solliciteren en een snelle aansluiting op de arbeidsmarkt.
Meer vrouwen moeten meer uren gaan werken
Nu nog werken minder vrouwen dan mannen en veel vrouwen werken minder uren. Naar verwachting zullen deze verschillen door de sterkere stijging van het opleidingsniveau van vrouwen dan van mannen kleiner worden. Als meer vrouwen gaan werken én vrouwen meer uren betaald gaan werken, stijgt het aandeel van de beroepsbevolking gemeten in de bevolking. Beschikbaarheid en kosten van kinderopvang, maar ook de rolverdeling tussen mannen en vrouwen in het huishouden zijn hierbij belangrijk.
Een toename van het aantal betaalde werkuren van vrouwen kan ook leiden tot nieuwe arbeidsvraag, denk bijvoorbeeld aan meer kinderopvang, meer vraag naar hulp in de huishouding en meer vraag naar formele zorg als het aanbod van mantelzorg terugloopt.
De keus is aan het nieuwe kabinet
Het migratiedebat gaat vaak over vluchtelingen en moslims, maar een groot deel van de migranten bestaat uit arbeids- en studiemigranten en hun gezinsleden. Met arbeidsmigratie groeit de beroepsbevolking, maar niet voldoende om de beroepsbevolking even sterk te laten toenemen als de groei van de zorgvraag. Daarvoor is het nodig dat de arbeidsparticipatie wordt verhoogd en de groei van de zorgvraag wordt afgeremd. Hoe lager de arbeidsmigratie, des te sterkere groei is nodig van de arbeidsparticipatie en beperking van de zorgvraag. Het is aan de politiek om te kiezen welke mix van migratie, participatie en preventie optimaal is.
Dit artikel verscheen eerder bij Sociale Vraagstukken. Joop de Beer is themagroepleider Ageing & Longevity bij het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI).
Referenties
NIDI, CBS (2021). Eindrapport Verkenning Bevolking 2050. Bevolking 2050 in beeld: opleiding, arbeid, zorg en wonen.