Toont de geschiedenis vooruitgang? Leren wij iets? Het zijn geen kleine vragen voor een eenvoudige blogger, maar de herdenking van de bouw van de Berlijnse Muur riep die vragen op. De muur van Berlijn werd in 1961 gebouwd en werd in 1989 afgebroken. Mag je dat begrijpen, respectievelijk daar blij om zijn?
“Ein deutsches Drama aber hat ein guter Ende gefunden; das Drama der deutschen Teilung.”(Die Welt, 13 augustus, 2011)
De geschiedenis heeft geen eindpunt, geen doel of richting, dus ik word door twijfel bevangen als ik zo’n zin lees. Het is mooie ironie: Marxistische dialectiek gaat uit van een onweerstaanbare historische noodzakelijkheid en ontwikkeling, maar het is net de overwinning op deze wijze van denken, die werd gevierd bij onze oosterburen.
Maar dan begint mijn binnenste een dialoog: de revolutie ‘met het gerucht van vallende bladeren’ was toch prachtig? Miljoenen onderdrukten werden toch bevrijd? Gedenk de euforie van de rinkelende sleutelbossen in Praag, de pleinen in Leipzig waar “wir sind das Volk” werd gescandeerd, de eindeloze files van walmende Trabantjes en Wartburgs, met DDR burgers die hun begroetingsgeld kwamen omzetten in verse sinaasappels.
Allemaal waar, denk ik dan. Maar ik stond er ook met de neus boven op toen Gerhard Schroeder en Angela Merkel verkiezingscampagne voerden in Jena: die keuze ging tussen “Dreck”of “Scheisse”, zo wist men op het marktplein. Ik bedoel: is met het einde van het Duitse Drama van de deling, ook het rationele en democratische leven gevestigd? Het ‘meisje van Kohl’ is inmiddels al jaren de onbenoemde leidster van de Verenigde Staten van de Euro, maar indrukwekkend is haar leiderschap niet. Het is waar: politieke gevangenen zijn er niet of nauwelijks meer. Die Welt nog eens: “Die Mauer demonstrierte was ein totaler Staat ist.” Maar pardon? Dat wisten de Duitsers toch wel, wat ein totaler Staat is? Hadden ze de muur nodig voor die herinnering?