Cohen is een koning, geen leider
Zondag 16 januari vindt onder de warme vleugels van PvdA-leider Job Cohen een manifestatie in Amsterdam plaats: Een nieuw jaar, een ander Nederland , niet toevallig bijna dezelfde titel als het initiatief van oudgedienden Leo Platvoet (GL), Adri Duivesteijn (PvdA) en Tiny Kox (SP). ‘We grijpen het nieuwe jaar aan om te laten zien dat een ander Nederland mogelijk is.’ Het grote probleem van Job Cohen (en de hele PvdA) is, dat het hele ‘Cohen-verhaal’ een bedeesde indruk maakt. Job Cohen is een koning, maar geen leider. Niet van een progressief kader, niet van de oppositie, niet van de PvdA. Het stemt mij droevig.
Ik was nog niet zo lang geleden verheugd toen Job Cohen aanstalten maakte om het land weer gestalte te geven na de jaren van de stuurloze, kleffe, behoudzieke Zeeuwse onderkoning Balkenende. Ik juichte zelfs. Nederland kon nu best eens Groot Amsterdam worden; Van Schiermonnikoog in de kop tot Mariadorp down there zouden we ons niet meer hoeven schamen, maar hadden we eindelijk een bedachtzaam en ruimdenkend potentieel staatshoofd.
Al snel werd duidelijk dat er één groot probleem was. Job Cohen wist zich als burgemeester omringd met souffleurs, jakhalzen en vossen: de leider hoefde maar even zijn oren links en rechts te luisteren leggen en hij wist weer een beetje meer. Zodra hij ‘naar buiten’ moest met zijn betoog (publiekelijk, in de media), waren de ergste kreukels al uit de lakens gestreken. En zoveel media-optredens waren er toch niet. Voor een burgemeester is dat niet zo’n issue: het gaat om besturen, vergaderingen bijwonen, de stad vertegenwoordigen. Als Amsterdam sliep, klikte Job Cohen tevreden zijn notarislamp, op het mahoniehouten kabinet in zijn ambtswoning, uit. Dat zou een Mark Rutte nooit lukken. Wij moeten zo’n betweter, achterneef van Wiegel, hier niet als burgemeester. En elke CDA’er zou door hoofdstedelingen de tent uit worden geblazen. Niet dat Cohen bij iedereen populair was, maar hij paste op de stad, zoals een koning op een met grachten omzoomd kasteel past. Zijn stadsdelen waren zijn kasteeltuinen.