Centrum Ganzenhoef Bijlmermeer : over drugs en vergeten
Kleiburg, een flat in de Bijlmer, is voor één euro te koop, dat bericht roept veel herinneringen bij mij wakker. Ik ben in 1969 getrouwd en in de Bijlmermeer gaan wonen. In 1971 werd ik professioneel betrokken bij de maatschappelijke ontwikkeling aldaar. Met de bewoners-organisatie (OBO) schreef ik een kritiek op de stedenbouwkundige uitgangspunten van de Bijlmermeer. Wij vonden de specifieke Bijlmeraspecten helemaal niks: het meerlagen concept, waardoor wegen werden opgetild en de verkeersoorten gescheiden, de hoogbouw in het parklandschap, waardoor Mokum grote hoeveelheden ongewenste woningen in een niet-stedelijke omgeving aanbood.
Hebben wij met die kritiek de Bijlmermeer indertijd ondermijnd of afgebroken? Ik denk het niet. Toen in 1983 plannen geopperd werden voor een massale sloop, heb ik in het vakblad “Bouw” nog een pleidooi tegen sloop geschreven. De tekorten van de Bijlmer waren toen onmiskenbaar duidelijk geworden , maar het kernprobleem zat m.i. niet alleen in het beton.
Twee impulsen prikkelen mijn herinneringen. De eerste is een reportage over het bureau Warmoesstraat. De gepensioneerde dienders koppelden de komst van de harddrugs naar Amsterdam aan de vrede in Vietnam, waardoor daar de markt voor drugs verdween en een vervangende markt werd gevonden in Amsterdam. In die tijd was op de hoek van de Vijzelstraat en de Keizersgracht een welzijnscentrum voor Surinamers gevestigd. Daar waren grote tekorten ontstaan en de autoriteiten van het toenmalige ministerie van CRM vonden dat het centrum niet langer open kon blijven. Ik was tegen sluiting: als dat centrum dicht was, zou de pas gereed gekomen metro voor een goede verbinding (“in 6 minuten van CS naar Ganzenhoef”) zorgen tussen binnenstad en Bijlmermeer. De stedelijke drugsproblemen zouden zich naar de Bijlmermeer verplaatsen. (Achteraf denk ik dat dat door familiebetrekkingen toch ook wel gebeurd zou zijn.)