Recensie | 40 stellingen over de wetenschap

Deze recensie is wat laat. Ik had deze héél graag gerecenseerd voor de opening van het academisch jaar, want dat is bij uitstek een moment van reflectie op ‘de academie’. En de 40 stellingen in het boek van Rens Bod, Remco Breuker en Ingrid Robeyns gáán over de academie. En het boek is prima voer voor reflectie, want laten we wel wezen: als je vindt dat het ergens helemaal toppie-joppie gaat, dan schrijf je geen pamflet met 40 stellingen.* Bekende problematiek Maar bovengenoemde auteurs schreven dus wél veertig stellingen. Want ze vinden dat het niet goed gaat op de Nederlandse universiteiten. Er is veel te weinig geld, te veel bureaucratie, wetenschappelijk personeel is overwerkt, de universiteiten zijn te hiërarchisch georganiseerd, dat heeft zijn weerslag op (het durven melden van) misbruik, personeel heeft te weinig inspraak, de positie van tijdelijk personeel is precair, de financiering van de wetenschap gefragmenteerd in allerlei soorten projectfinanciering maar de stabiele basis ontbreekt, de onafhankelijkheid van het onderzoek wordt bedreigd omdat onderzoekers niet altijd vrijuit kunnen spreken in de publieke ruimte (zonder gevolgen voor hun financiering) en soms te afhankelijk zijn van externe financiering… en nog één en ander. Mensen die het hoger onderwijs en wetenschap volgen, zullen het allemaal herkennen: het zijn geen nieuwe thema’s. Dat is natuurlijk ook precies de reden dat enkelen van hen een actiegroep zijn begonnen (WOinActie), juist omdat dit al jaren, zo niet decennia speelt, en er weinig (ten goede) lijkt te veranderen.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 08-11-2022
Foto: Andrew Black (cc)

Kwaliteit van hoger onderwijs (9) – opleidingen controleren

ANALYSE - Lees ook deel één, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven en acht.

In deze serie is uitgebreid aandacht besteed aan hoe in ons hoger onderwijs het toezicht op kwaliteit is geregeld. In dit laatste artikel in deze serie wil ik het hebben over wat er beter kan aan de externe kwaliteitscontrole op opleidingsniveau. Want hé, na acht stukken over wat er allemaal niet deugt aan wetten, wetsvoorstellen, instanties en systemen, mag de lezer ook wel een visie verwachten over hoe het dan wél moet.

Hoe kan het beter?

Momenteel kennen we twee soorten controles op opleidingsniveau: beperkt en uitgebreid. De uitgebreide controle vindt plaats bij hogescholen en universiteiten die een toets op instellingsniveau niet hebben gehaald, of niet hebben gedaan. Bij de uitgebreide controles op opleidingsniveau is naast kwaliteit ook aandacht voor beleidsmatige onderwerpen. Terwijl als de opleidingskwaliteit goed is, we aan kunnen nemen dat bijvoorbeeld het personeelsbeleid ook op orde is. Als we die conclusie doortrekken, en de uitgebreide controles afschaffen, hoeft het panel van deskundigen dat langs komt zich alleen op de inhoud van het onderwijs te richten. En dat is toch veruit het boeiendst.*

Een andere verbetermogelijkheid is de controle van een opleiding aan de ‘achterkant’ te beginnen: bij het door de studenten gerealiseerde eindniveau. Ook nu al kijkt het panel van deskundigen naar de afstudeerstage, eindscriptie, de meesterproef, het eindportfolio, het kunstwerk, of wat het dan ook is waarmee studenten aantonen dat ze het gewenste eindniveau bereikt hebben. Wanneer het panel begint bij het eindproduct, en uit een steekproef blijkt dat de studenten het juiste niveau hebben, kunnen we er van uitgaan dat het onderwijs dat daartoe heeft geleid óók van niveau is. En geen verder onderzoek behoeft. Wanneer er uit de eindwerken van studenten wel blijkt dat ergens iets aan schort, kan een panel besluiten tot een controle ‘on site’, of gesprekken met de opleiding.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Margolum Smargol (cc)

Kwaliteit van hoger onderwijs (8) – het verminderen van de toezichtlast

ACHTERGROND - Lees ook deel één, twee, drie, vier, vijf, zes en zeven.

Veelgehoorde kritiek op het toezicht in het hoger onderwijs, is dat het te veel (bureaucratische en financiële) lasten met zich meebrengt. Vaak richt deze kritiek zich op de externe controle op opleidingsniveau, de opleidingsaccreditatie. Dit is niet altijd terecht. Zoals eerder in deze serie al is beschreven komt veel van de last die docenten ervaren helemaal niet voort uit deze kwaliteitscontroles, maar uit gebrekkig beleid van de eigen instelling. Ook de financiële lasten van de opleidingsaccreditaties vallen op de totale kosten van het onderwijs reuze mee.

Aan de andere kant: het klopt dat we veel instanties hebben die zich bezig houden met toezicht. Intern hebben instellingen medezeggenschapsraden en opleidingscommissies (al is hun formele invloed beperkt). Instellingen hebben een Raad van Toezicht. Extern houdt de NVAO toezicht op de kwaliteit van opleidingen, maar toetst tevens op instellingsniveau (hier beschreven). Er is ook een landelijke Reviewcommissie. Die controleert of instellingen zich houden aan afspraken met OCW (‘prestatieafspraken’) waarmee ze extra geld kunnen krijgen. De Onderwijsinspectie houdt toezicht op het stelsel van hoger onderwijs. En de Commissie doelmatigheid oordeelt over de vraag of een nieuwe opleiding iets toevoegt.

Foto: SP (cc)

Kwaliteit van hoger onderwijs (7) – slechte doelstellingen, slechte voorstellen, slechter toezicht

ACHTERGROND - Lees ook deel één, twee, drie, vier, vijf en zes.

Het ministerie van onderwijs werkt aan een nieuw systeem voor het toezicht op de kwaliteit van het hoger onderwijs, onder de noemer ‘accreditatie 3.0’. Zoals besproken in de vorige twee stukken zijn enkele doelstellingen die aan die wijziging ten grondslag liggen twijfelachtig. En als de doelstellingen niet deugen, dan deugen de nieuwe regels natuurlijk ook niet. In dit artikel een opsomming van een aantal vreemde wendingen die de minister wil maken.*

Eén van de voorstellen is om voortaan toe te staan dat opleidingen worden gekeurd door medewerkers van de eigen instelling. Zolang het niet de opleiding is waar ze zelf aan verbonden zijn. Zo iemand komt in een onmogelijke positie, als het oordeel richting een onvoldoende zou gaan. Een (mogelijke) sluiting van een opleiding zal hem of haar niet in dank worden afgenomen door de collega’s daar, en ook niet door leidinggevenden. Ook in het panel van experts leidt het tot een ongemakkelijke positie. Stel: de expert die verbonden is aan de instelling waarvan een opleiding gekeurd wordt, is positiever dan de andere panelleden. Dat kan onmiddellijk wantrouwen oproepen: hoe onafhankelijk is dit panellid? Uiteraard komt dit alles ook niet ten goede aan het maatschappelijk vertrouwen in ons hoger onderwijs.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: atelier PRO (cc)

Kwaliteit van hoger onderwijs (6) – Slecht gedrag belonen

Lees ook deel één, twee, drie, vier en vijf.

Het vorige artikel ging over één van de doelstellingen die de minister heeft met een nieuw stelsel van controle op ons hoger onderwijs: meer vertrouwen. Een andere doelstelling van het nieuwe systeem is het beperken van de ‘ervaren last’ van het stelsel. Het gaat er dus niet om dat de werkelijke lasten laag zijn. Dat is op zichzelf al bijzonder.

De stuurgroep* die de doelstellingen heeft opgesteld stelt overigens al dat instellingen verantwoordelijk zijn voor een deel van de lasten waar zij zichzelf mee opzadelen. Uit de notitie van de stuurgroep:

“Er wordt gesproken over ervaren lasten, want het gaat om zowel feitelijke (administratieve) lasten als de door alle betrokkenen gevoelde lasten. Het is niet eenvoudig vast te stellen wat de precieze lasten zijn, deze te kwantificeren en om te bepalen in hoeverre deze zijn toe te schrijven aan het accreditatiestelsel zelf. … Daarnaast blijkt dat instellingen soms zelf ook debet zijn aan de hoge lasten. Door het grote belang van accreditatie en de daaraan verbonden consequenties willen instellingen het niet riskeren de accreditatie mis te lopen en nemen in zo’n geval het zekere voor het onzekere. Hierdoor leveren instellingen regelmatig meer gegevens aan dan noodzakelijk.”

Foto: Margolum Smargol (cc)

Kwaliteit van hoger onderwijs (4) – Universiteiten, rechten en geesteswetenschappen

In het vorige stuk kwam het Inspectie-onderzoek naar verschillende hogescholen aan bod, naar aanleiding van gedoe bij Inholland. De universiteiten hielden zich in de hele affaire keurig buiten schot. Ergens is dat raar, want één van de problemen die werd geconstateerd in het Inspectie-onderzoek was dat de wet- en regelgeving niet goed werd nageleefd. Er is weinig reden aan te nemen dat dit probleem zich alleen tot hogescholen zou beperken. Niettemin werd de kwaliteit van het universitaire onderwijs niet in twijfel getrokken.

Dat die kwaliteit niet boven elke twijfel is verheven bleek echter bij de visitaties van de geesteswetenschappen in 2013/2014. In totaal 26 opleidingen bleken niet aan de kwaliteitseisen te voldoen. De onvoldoendes vielen vooral bij Geschiedenis, Kunst en Cultuur en Communicatie- en Informatiewetenschappen/Mediastudies. De schok die de uitkomsten teweegbracht was groot, media spraken over een (dramatische) slachting.

De universitaire gemeenschap pakte de accreditatieoordelen niet zo goed op. “De accreditatiecommissie is zelf onder de maat!” is daar wel het meest tekenende voorbeeld van. Universiteiten leren hun studenten reflecteren op zichzelf en hun werk, maar zijn daar helaas zelf niet altijd even sterk in.

Een andere bijzondere reactie is die van de decaan Geesteswetenschappen van de Universiteit Utrecht: “Ik vind het vooral betreurenswaardig dat de term onvoldoende wordt gehanteerd. Het is veel meer een herkansing of een aangehouden advies, noem het dan ook zo.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: SP (cc)

Kwaliteit van hoger onderwijs (3) – nog wat accreditatiegeschiedenis

Het vorige deel in deze serie eindigde bij het pleidooi van onderwijsbestuurders voor ‘instellingsaccreditatie’: het niet controleren van de kwaliteit van de opleiding, maar van de instelling. En als de instelling kwalitatief in orde is, dan zal het ook wel goed zitten met de kwaliteit van alle opleidingen. Toch?

Veel betrokken organisaties moesten in 2007, toen het huidige stelsel op de tekentafel lag, niets hebben van instellingsaccreditatie. Voor studentenorganisaties was het volstrekt duidelijk dat de kwaliteit van een instelling helemaal niets zegt over de kwaliteit van de individuele opleidingen. De meeste grote instellingen kenden (en kennen) zowel pareltjes als randgevallen, en studenten hebben te maken met de kwaliteit van hun opleiding, onderwijs en docenten, en weinig met de kwaliteit van hun instelling. Om die redenen had ook onderwijsminister Plasterk weinig vertrouwen in instellingsaccreditatie.

Uiteindelijk – lang leve Nederland polderland – werd een compromis gesloten: vanaf 2011 zouden zowel opleiding als instelling beoordeeld worden. Instellingen die slaagden voor hun instellingstoets, kregen een lichtere opleidingscontrole. Opleidingsbeoordelingen zouden zich ook meer richten op de inhoud van de opleiding. Met minder aandacht voor beleid en procedures, en meer voor studenten, docenten en studentproducten.

Er veranderden natuurlijk meer dingen. Zo verschoof het accent van de controle van ‘procedures’ meer naar ‘inhoud’. De nieuwe periode kende ook een zogenaamde ‘herstelperiode’.* Een opleiding die onvoldoende beoordeeld werd, zou niet per direct de deuren hoeven sluiten, maar kreeg één of twee jaar de tijd om verbeteringen door te voeren, als dat een reële optie leek.

Foto: atelier PRO (cc)

Kwaliteit van hoger onderwijs (2) – ‘accreditatie’ en waar het vandaan komt

Met ‘accreditatie’ wordt de externe controle bedoeld, die op last van de overheid wordt gehouden in het hoger onderwijs. Een opleiding die een keuring goed doorloopt, krijgt een stempeltje en is vanaf dat moment ‘geaccrediteerd’.

Een opleiding kan worden geaccrediteerd na een bezoek van een onafhankelijk panel, bestaande uit relevante deskundigen. Het panel heeft onder andere diepgaande kennis van het vakgebied, onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en ervaring met het afnemen van audits.

Het panel leest zich in, bezoekt een opleiding, spreekt met onder andere alumni, management, docenten en studenten en maakt schrijft beoordelingsrapport. Dit opleidingsbezoek heet, in het vale klerkenjargon dat gebruikt wordt in deze sector, de visitatie. Het rapport gaat naar de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO), die op basis daarvan de opleiding goed- of afkeurt.

De NVAO is de overheidsorganisatie die de uiteindelijke verantwoordelijkheid draagt. Zij voert (in de regel) niet zelf de controles uit, maar zet de spreekwoordelijke stempel (goed- of afgekeurd) op basis van het beoordelingsrapport.

Dan nu wat geschiedenis.

Voor 2003, toen het eerste accreditatiestelsel werd ingevoerd, verplichtte de overheid hogescholen en universiteiten ook al om periodieke externe controles te ondergaan. Die werden georganiseerd door de koepels van hogescholen en universiteiten (toentertijd de HBO-raad* en de Vereniging voor Samenwerkende Nederlandse Universiteiten). Instellingen hadden de kwaliteitscontroles dus grotendeels zelf in de hand.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Andrew Black (cc)

Kwaliteit van hoger onderwijs (1) – een introductie

ACHTERGROND - Kwaliteit van hoger onderwijs (1) – een introductie

De kwaliteit van het hoger onderwijs is niet in orde, diploma’s worden weggegeven, op onze hogescholen en universiteiten wordt gefraudeerd. Reden voor paniek, blinde paniek, en grote ophef! Althans, verhalen van deze strekking komen af en toe in de media. Soms is er dan inderdaad iets mis met de kwaliteit van diploma’s. En dat is dan vrijwel de enige keer dat u iets zult lezen over hoe de kwaliteit van ons hoger onderwijs wordt gewaarborgd. Misschien terecht, want het is een saai onderwerp, over kwaliteitskaders, controlemechanismen en accreditatie.*

Nog niet afgehaakt? Gelukkig, want het onderwerp is wel belangrijk. Wat voor zich spreekt, omdat de kwaliteit van ons hoger onderwijs ontzettend belangrijk is. Die bepaalt immers de kwaliteit van het hoger opgeleide deel van onze beroepsbevolking, zoals docenten en medici. Het is daarom jammer dat de vraag ‘hoe garanderen we eigenlijk dat de kwaliteit van dat onderwijs in orde is?’ alleen in de media komt als er ergens iets mis gaat of ergens een schandaaltje is.

Daarom een serie artikelen met aandacht voor dit onderwerp. Het is actueel, want binnenkort gaat de discussie over deze wetgeving spelen in ‘Den Haag’.