Psychologie van de predestinatie

Tijdens een bezoek aan Geneve vorige maand bewonderde ik het strenge standbeeld van Calvijn, die predikant was in die stad. Het Calvinisme heb ik altijd een raadselachtige stroming gevonden, met name door het idee dat ieder mens vanaf het begin is voorbestemd om wel of niet in de hemel te komen, onafhankelijk van zijn of haar gedrag. Als atheïst en econoom zie ik religie als een manier om het belang van de groep te stimuleren, met beloningen voor mensen die zich goed gedragen en straffen voor de anderen. Dreigen met de hel of een reïncarnatie als naaktslak maakt van mensen vrome gelovigen en goede buren. Predestinatie haalt die prikkels onderuit, en is in deze opvatting van religie dus totaal onlogisch. Deze week vond ik echter een prachtige verklaring voor deze paradox door de economen Gilat Levy en Ronny Razin in het Journal of Public Economic Theory . Het bouwt op de voorspelling in de Calvinistische theologie dat mensen die uitverkoren zijn, zich ook als vrome Christenen gedragen. Dat betekent dus dat goed gedrag het doet lijken alsof je uitverkoren bent, zelfs al heeft dat gedrag geen enkele consequentie voor de uitverkiezing zelf. In plaats van God te overtuigen dat je in de hemel mag, is goed gedrag daarmee een manier om jezelf en anderen te overtuigen dat je al een toegangskaartje hebt.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022
Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Hulspas weet het | Als de aarde eindelijk stil is

Aardbevingen voorspellen, dat gaat helaas niet. Maar er is hoop. Misschien weten we binnenkort wanneer het afgelopen zal zijn met die rampen. Het enige dat we daarvoor moeten weten is wanneer de inwendige aarde eindelijk eens uitgedoofd zal zijn. En een internationaal team van geofysici wil dat nu gaan meten.

De aarde is heet. Met elke kilometer die je dieper graaft, stijgt de temperatuur een graad of dertig. Op drie kilometer diepte (en wat is nou drie kilometer?) werken mijnwerkers al in de kokende hitte. Die energie in de aarde is deels een restant uit de tijd dat de aarde geformeerd werd (voor de liefhebbers: potentiële energie werd toen thermische energie), maar belangrijker is dat zich in de aarde een volstrekt rommelig geconstrueerde kerncentrale bevindt met een vermogen van rond de dertig terawatt. (Dat is tien tot de macht twaalf watt, 15 miljoen keer de centrale van Borssele.) Die centrale draait op het natuurlijk verval van uranium en plutonium. En die energie zorgt ervoor dat vulkanen kunnen knallen en continenten kunnen verschuiven. Zo ontstaan troggen en bergen, zeeën en kloven, vulkanen en hete bronnen – en aardbevingen.

Hoe lang gaat dat nog duren? Hoe groot is die voorraad nucleaire brandstof? Dat kun je niet een-twee-drie uit de energiestroom afleiden, daarvoor is de aarde een té chaotische klomp. Daarvan bestaan alleen maar wilde schattingen. Maar de afgelopen week maakten wetenschappers bekend (in Scientific Reports) dat ze nu eens een serieuze poging gaan wagen om de nucleaire voorraad te meten. Dat willen ze doen met behulp van vijf meetstations, verspreid over de aarde, die op zoek gaan naar antineutrino’s. Bij zo’n detector moet u denken aan een flatgebouw volledig gevuld met waterstof, op een paar honderd meter diepte in de aarde. (Dat laatste is nodig om allerlei verstorende kosmische straling te ontlopen.) In die enorme tank waterstofgas worden detectoren opgehangen die het miniemste lichtflitsje kunnen registreren. Wanneer er nu vanuit de aardse diepte een antineutrino naar boven komt, en toevallig door de tank schiet, en héél toevallig de kern van een waterstofatoompje raakt – dan krijg je een flitsje. En dan weten de onderzoekers: daar diep in de aarde is één uraniumkern uit elkaar gevallen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.