Deze recensie is wat laat. Ik had deze héél graag gerecenseerd voor de opening van het academisch jaar, want dat is bij uitstek een moment van reflectie op ‘de academie’. En de 40 stellingen in het boek van Rens Bod, Remco Breuker en Ingrid Robeyns gáán over de academie. En het boek is prima voer voor reflectie, want laten we wel wezen: als je vindt dat het ergens helemaal toppie-joppie gaat, dan schrijf je geen pamflet met 40 stellingen.*
Bekende problematiek
Maar bovengenoemde auteurs schreven dus wél veertig stellingen. Want ze vinden dat het niet goed gaat op de Nederlandse universiteiten. Er is veel te weinig geld, te veel bureaucratie, wetenschappelijk personeel is overwerkt, de universiteiten zijn te hiërarchisch georganiseerd, dat heeft zijn weerslag op (het durven melden van) misbruik, personeel heeft te weinig inspraak, de positie van tijdelijk personeel is precair, de financiering van de wetenschap gefragmenteerd in allerlei soorten projectfinanciering maar de stabiele basis ontbreekt, de onafhankelijkheid van het onderzoek wordt bedreigd omdat onderzoekers niet altijd vrijuit kunnen spreken in de publieke ruimte (zonder gevolgen voor hun financiering) en soms te afhankelijk zijn van externe financiering… en nog één en ander.
Mensen die het hoger onderwijs en wetenschap volgen, zullen het allemaal herkennen: het zijn geen nieuwe thema’s. Dat is natuurlijk ook precies de reden dat enkelen van hen een actiegroep zijn begonnen (WOinActie), juist omdat dit al jaren, zo niet decennia speelt, en er weinig (ten goede) lijkt te veranderen.