serie

Vaste Gasten

Net als je even inkakt, prikken onze Vaste Gasten je weer wakker met hun scherpe pen.


Foto: daisy.images (cc)

Politiek Kwartier | Het sociaal-liberale midden

COLUMN - De combinatie van D66 en de SP levert precies die sociaal-liberale standpunten op waar GroenLinks en de PvdA maar niet op kunnen komen.

Ik moest even twee keer in mijn ogen wrijven bij het uitkomen van het Amsterdamse regeerakkoord. Vooraf had ik eerlijk gezegd weinig vertrouwen in de combinatie van D66, SP en de VVD. Dus wat schetst mijn verbazing toen deze partijen kwamen met een zeer bijzonder sociaal-liberaal akkoord.

De SP bleek het onderste uit de kan te hebben gehaald bij zorg en zekerheid. Er komt steun aan uitgeprocedeerde illegalen, meer geld voor armoede en thuiszorg, en het onzalige idee voor nog meer marktwerking in de zorg wordt verlaten. Amsterdam is van iedereen, maar op het sociale vlak nog het meest van de SP.

D66 wint ondertussen doordat de bezuinigingen op cultuur worden teruggedraaid, er komt meer vrijheid in het onderwijs, er wordt fors geïnvesteerd in het OV, de 24-uurseconomie wordt gestimuleerd, ZZP-ers worden geknuffeld, en de gemeente gaat nog weed verbouwen ook.

Maar het meest positieve en vooral onverwachte is dat onder dit college een einde komt aan de dwangtrajecten voor uitkeringsgerechtigden zoals die opgelegd werden door de voormalige wethouder van Es, van nota bene GroenLinks.

Foto: daisy.images (cc)

Voetbal

COLUMN - Eigenlijk geef ik niets om voetbal. Ik volg geen enkele competitie, als de man in huis weer eens orakelt over de standen, bekerwinnaarpotentiëlen, vuile acties op het veld, degradatiekandidaten, dan kijk ik hem meewarig aan, knik af en toe en vergeet eigenlijk direct weer wat hij heeft gezegd. Dat kan hem niets schelen trouwens, hij vertelt de week daarna gewoon weer ongeveer hetzelfde verhaal. Ieder stel heeft zo zijn gewoontes.

Totdat… Jawel, totdat Nederland meedoet met een EK of WK. Dan let ik wel op. Dan hoor ik alles, zie ik alles, weet ik alles. Dan trek ik mijn oranje outfitje uit de kast, duik ik in alle krantenartikelen, weet ik na twee wedstrijden alle namen met bijpassende specialiteiten en heb net zoals iedereen gewoon verdomd veel verstand van voetbal. Ik weet er evenveel van als Van Gaal, misschien zelfs wel meer.

Mijn vader leerde mij al vroeg wat buitenspel was. Wat een stiftje was trouwens ook. Dat vond hij de basis van iedere opvoeding, dus ik weet precies waar ik het over heb. Kijkt mijn man op zaterdag en zondag om de haverklap op teletekst op zijn telefoon naar tussenstanden en uitslagen, mijn vader wilde niets weten. Tot zondagavond 19.00 uur ging de radio uit bij de aankondiging van tussenstanden, gingen er vingers in de oren en lalalalala als het geluid niet snel genoeg uit kon en als Studio Sport eenmaal begon, kroop ik bij hem op de bank en keek ik naar mijn vader terwijl hij naar de tv keek. Voetbal kan heel leuk zijn.

Foto: daisy.images (cc)

Nate Silver en Shaheen de Kameel

COLUMN - In Amerikaanse sporten honkbal en basketbal wordt statistiek uitermate serieus genomen. Statistische analyses bepalen strategieën, selecties en voorspellingen van analisten en de American Statistical Association heeft een eigen afdeling en tijdschrift voor sportstatistieken. Voetbal daarentegen wordt door velen beschouwd als te complex om samen te vatten in getallen, en voorspellers hebben vaak een twijfelachtig statistisch talent, zoals Paul de Octopus vier jaar geleden en zijn huidige opvolgers Kevin de WKavia en Shaheen de Kameel.

Voor het WK in Brazilië hebben de welwillende amateurs echter concurrentie van voorspellers met serieuzere statistische cv’s, zoals de onderzoeksafdelingen van PriceWaterhouseCoopers (PwC) en Goldman Sachs, en Nate Silver, het genie van de Amerikaanse electorale statistiek.

PwC concentreert zich in hun rapport met WK voorspellingen op het uitrekenen van simpele historische correlaties. Het rapport laat zien dat WK-success samenhangt met het aantal professionele voetbalspelers in een land, het aantal toeschouwers bij professionele voetbalmatches, het thuisvoordeel en de vorm van het team, gemeten door de pre-WK prestaties. Op basis van huidige stand van deze weinig verrassende variabelen produceren de accountants een voorspelling van de kracht van elk team, waarbij Brazilië als beste uit de bus komt.

Goldman Sachs produceert regressies die het aantal doelpunten van elk team in elke match proberen te voorspellen uit soortgelijke achtergrondvariabelen. In een volgende stap gebruiken de kansverdelingen van deze voorspelde doelpunten om voor ieder team de kans op WK winst uit te rekenen. Ook hier komt Brazilië als favoriet uit de bus, met bijna 50% kans om de cup mee naar huis te nemen. Ondertussen rekenen de bankiers ook nog even uit of winst op het WK goed is voor de plaatselijke beurskoers (ja, maar slechts voor een paar weken).

Foto: daisy.images (cc)

Uit de jeugdzorg | Patricia

COLUMN - Daar stond ze met haar negen jaar tijdens haar kennismaking met mijn groep. Haar armen zwaaiden heen en weer van de zenuwen en haar tong maakte iedere paar seconde een rondje om haar lippen alsof ze ze aflikte. Knalrood waren ze daarvan, waardoor ze op school de bijnaam ‘lipvis’ kreeg.

Tot haar achtste woonde ze afwisselend bij haar vader en dan weer bij haar moeder. Ze woonde met haar vader in leegstaande caravans of een paar weken bij een vriend, steeds weer op de vlucht voor ‘iets’. Iets dat niemand zag, behalve haar vader.

Bij haar moeder in een huis waar ze onder een krakend bed hoorde hoe haar moeder geld verdiende door zichzelf te verkopen. Moeder had geen tijd en ruimte voor een kind. En ze had er geen zin in. Wat er verder precies bij moeder is gebeurd, weet niemand. Patricia zelf ook niet.

Duidelijk was wel dat Patricia daar koste wat kost weg wilde. Ze heeft zichzelf als achtjarige zodanig in de nesten gewerkt dat ze werd opgepakt door de politie. Op het politiebureau gaf ze aan dat ze absoluut niet terug naar huis wilde. En zo kwam ze via een crisisopvanggroep bij ons terecht. Dappere beslissing van een achtjarige.

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | Het beste voor Kees

COLUMN - Alweer zo’n zestien jaar geleden zag ik de documentaire Trainman. Over de autistische Kees Momma. “Goed dat jullie er zijn”, zei hij tegen de cameraploeg in de eerste scène, “er worden wafels geserveerd in de restauratie.” Hij was met zijn modeltrein de rit Amsterdam-Brussel aan het afleggen. Met een tijdschema naast zijn transistor. Een paar dagen later ging hij met zijn moeder en de cameraploeg daadwerkelijk naar Brussel. “Oooh!”, juichte hij toen de trein eraan kwam, “het is net als in het echt!” Toen er in Brussel een motor met iets te veel volume langs scheurde, begon hij te schelden. Hij legde zijn linkerarm over zijn hoofd zodat zijn linkerhand zijn rechteroor bedekte. “Godverdomme wat een klootzak”, schreeuwde hij. Hij spuwde het uit. Thuisgekomen liet hij foto’s ontwikkelen. Hij kreeg de foto’s terug in een mapje waarop twee meisjes van een jaar of zeven in bikini stonden afgebeeld. Ze waren met water aan het spelen. Bezorg kwam hij naar beneden om aan zijn moeder te vragen of dat geen pedofilie was. Zijn moeder verzekerde hem dat dit geen pedofilie was. “O, gelukkig”, zei Kees.

Kortom, Zomergastenmateriaal. Kees stal mijn hart. En nu blijkt hij terug. Ik, tv-recensent van likmevestje, had het helemaal gemist, maar in de documentaire ‘Het beste voor Kees’ (twee weken geleden uitgezonden door de NCRV) onderzoekt documentairemaakster Monique Nolte hoe het gaat met haar onderwerp van 17 jaar geleden. Inmiddels is Kees 45 jaar. Hij woont nog steeds bij zijn vader en moeder, die nu een jaar of 80 zijn. Hij rijdt nog steeds veel en vaak met zijn treinen. Dit keer ging hij van Brussel naar Amsterdam. Hij was net voorbij Luik toen de cameraploeg binnenkwam. Ze hadden wel enige vertraging opgelopen, omdat de regisseuse zo onverstandig was geweest om een kort rokje aan te trekken. 

Foto: daisy.images (cc)

Anders nog iets? | Pesten los je niet op achter een bureau

COLUMN - Het heeft iets weg van een wedstrijd. Een soort talentenjacht, waarvan de audities inmiddels achter de rug zijn. Maar liefst eenenzestig potentiële methodes die het pesten op scholen definitief moeten tegengaan in de toekomst, werden onlangs stuk voor stuk gepresenteerd aan een vakkundige jury. Deze zorgvuldig geselecteerde mensen, met aantoonbare kennis van de heersende pestproblematieken, hebben zich gebogen over de aangedragen pestmethodes. Na veel discussievoering over doelgerichte en geïndiceerde interventies, preventieve en curatieve aanpakken, deugdelijke pestindicatoren en empirische aanpakken, werden de overgebleven halve finalisten bekend gemaakt. Dertien anti-pestmethodes voldeden in meer of mindere mate aan de eisen van het deskundige ‘pestpanel’. Binnenkort zal bekend worden gemaakt met welke methodes elke school vanaf schooljaar 2015/2016 zal móeten gaan werken om het pesten tegen te gaan.

Nederland is meer dan ooit in de ban van pesten en het proberen uit te bannen van dit negatieve fenomeen. Het mag dan ook niet vreemd worden genoemd dat de media en de politiek van alle kanten hierop probeert in te spelen. De doeltreffendheid van de goedbedoelde aanpakken hierin is echter een punt van nationale discussie geworden. We weten inmiddels dat het RTL5-programma ‘Project P’ geliefd én gehaat is. Of de daarbij gehanteerde aanpak – het met een verborgen camera filmen van pesterijen – verantwoord is, blijft voor velen een onderwerp van discussie. De aanpak van het confronteren van een groep met de gewraakte beelden en daarna niet met een beschuldigende vinger naar de daders wijzen of deze veroordelen, verdient echter alle lof. Er wordt aangetoond dat met een dergelijke aanpak (‘No Blame’-methode) op een constructieve en niet beschuldigende manier wordt gewerkt aan het aanpakken van pestgedrag in een groep.

Foto: daisy.images (cc)

Politiek Kwartier | Superruil: Provincie versus grondwet

OPINIE - In ruil voor toezeggingen om tot een superprovincie te komen, zouden D66 en GroenLinks snelle afhandeling van een tweetal grondwetswijzigingen moeten afdwingen: de gekozen lokale bestuurders en de constitutionele toetsing van wetten.

Het lag erg voor de hand dat het kabinet in D66 en GL de ideale collaborateurs ziet om de beoogde superprovincie (fusie van Noord-Holland, Utrecht en Flevoland) snel in de steigers te zetten. D66 is ronduit voor het vormen van landsdelen (lees: fusie van provincies). GL is kritisch over de huidige inrichting van provincies, maar zou het liefst een staatscommissie eerst onderzoek laten doen naar mogelijke alternatieven.

D66 wil wel onderhandelen over vervoer, GL over natuur. Dat wil zeggen: meer geld voor deze onderwerpen. Maar waarom ook niet twee zaken in de strijd gegooid die D66 en GL toch zeer na aan het hart liggen?

De gekozen burgemeester en gekozen commissaris van de koning staan al jaren te boek als de kroonjuwelen van D66. Het juweeltje kostte in 2005 nog een D66-minister zijn kop. In april 2012 diende D66-Kamerlid Gerard Schouw het initiatiefvoorstel in tot ‘deconstitutionalisering van de aanstelling van de burgemeester en commissaris van de Koning’ (CvdK). Het voorstel kwam in het Regeerakkoord terecht en op 19 september stemde een meerderheid van de Tweede Kamer voor. Tot zover liep het op rolletjes.

Foto: daisy.images (cc)

Weeralarm

COLUMN - Het plan was om met de kinderen bij een vriendin in de tuin te gaan liggen. De tuin lag diep in Brabant. Beetje met water klooien, beetje koffiedrinken, gewoon relaxed. Ik stapte met kinderen in de auto, het was een uur en een kwartier rijden. Het beloofde een zonnige dag te worden. In de auto ging de radio aan en de dj had het over noodweer. Ik besloot hem nog even te negeren want dat zou mijn plannen behoorlijk in de war sturen. Dat de lucht steeds donkerder werd negeerde ik net zo hard. Tot de eerste druppels vielen. Binnen een minuut kwam het met bakken uit de hemel. De dj had het over code oranje. Ik zou recht de hagel, regen, windstoten en weet ik wat voor ellende nog meer inrijden. 

Ik zie niet zoveel als het regent. Ik rijd dan liever niet. Rijden in het donker vind ik ook niets. Ik doe het wel, maar met stevige tegenzin. Ik reed in de zeikende regen en het werd steeds donkerder. De dj bleef maar herhalen hoe vreselijk het zou gaan worden deze dag. De code oranje van het KNMI kwam om de twee minuten voorbij. Ik besloot te keren. Ik zag het niet zitten om straks door nog heftiger ellende terug te moeten rijden. Ik belde af. “Buienradar geeft aan dat we het ergste al gehad hebben”, zei de vriendin. Maar de dj had het over code oranje en het journaal begon ook al over dat vreselijke noodweer. Ik durfde gewoon niet meer. Toen ik bijna weer thuis was werd bij de codes voor het eerst een tijdstip afgegeven. Vanaf vier uur. Dat hadden ze wel eerder kunnen zeggen. Dan had ik dus toch gewoon een simpel buitje te pakken. Eenmaal thuis plofte ik in de volle zon in de tuin.

Ik appte met de vriendin rond half  vier. Niets aan de hand, ze waren een flinke wandeling aan het maken. Ik bleef informeren en het kwam erop neer dat het even had geregend die dag, maar dat van noodweer bij hun geen sprake was. Ik had dus gewoon in haar tuin kunnen gaan hangen. Verdomme.

Foto: daisy.images (cc)

Duopolie | Taximarkt Uberstuur

COLUMN - Na verboden in België en Duitsland, lijkt de weg in Nederland vrij voor de taxi-app Uber. Minister Henk Kamp geeft aan dat hij zelfs bereid is de wet aan te passen om ervoor te zorgen dat Uber zijn diensten aan blijft bieden. Toch biedt Uber zijn goedkoopste dienst niet aan in Nederland, juist doordat wetgeving in de weg staat. Henk Kamp mag dus aan de bak.

Allereerst wat het is: Uber is een app die vragers en aanbieders van autovervoer bij elkaar brengt. Zo kun je via de app de dichtstbijzijnde chauffeur die aangesloten is bij Uber zien en een ritje bij die chauffeur bestellen. Handig, want zo kun je meteen de dichtstbijzijnde taxi nemen, en hoef je niet eerst een taxibedijf te bellen zonder te weten of er wel een chauffeur in de buurt is. De app vermindert hierdoor transactiekosten door lagere voorrijkosten, en brengt vraag en aanbod zo beter bij elkaar. Gunstig voor zowel consument als taxibedrijf, zou je zeggen.

Meer controversieel is een tweede Uber-app, UberPop, waarbij ook chauffeurs zonder licentie ritten kunnen aanbieden. Aangezien je geen licentie nodig hebt voor Uberpop, is deze dienst aanzienlijk goedkoper. In Brussel en Berlijn is deze app inmiddels verboden, en na taxistakingen heeft Parijs een wet voorgesteld die chauffeurs zonder licentie verplicht 15 minuten te wachten voor ze een passagier mogen ophalen. Neelie Kroes is woedend over de verboden, en bepleit momenteel de Italiaanse overheid niet vergelijkbare wetgeving in te voeren.

Foto: daisy.images (cc)

Uit de jeugdzorg | Tamira

COLUMN - Meteen denk ik aan dat een hummeltje van elf jaar oud. In een oud pyjamaatje, vol slijtageplekken, vlekken en veel te klein. Maar voor haar goud waard. Het liefst zou ze het zelfs naar school dragen, onder haar kleren. Ze kreeg het een paar jaar daarvoor van haar vader, voor haar achtste verjaardag. Van haar vader die op straat leeft, alcoholist is en dakloos. Ze heeft hem na haar verjaardag niet meer gezien. Wel aan de telefoon gehad. Dan beloofde hij haar van alles. Hij moest alleen nog een huis vinden, dan zou hij haar ophalen en kon ze bij hem wonen. Maar daar kwam het nooit van.

De eerste keer dat ik haar zag, was tijdens mijn eerste stagedag. Ik liep stage op een leefgroep voor kinderen die om allerlei redenen niet thuis konden wonen. Een leefgroep met acht kinderen tussen de acht en de twaalf jaar. Kinderen zoals Tamira.

Ze kijkt me aan en wil in eerste instantie niets van me weten. ‘Je bent maar stagiaire en je gaat toch weer weg’, zegt ze. Daar had Tamira een punt: kinderen zoals zij krijgen met heel veel verschillende opvoeders te maken. In een leefgroep zijn bijna altijd meerdere begeleiders aanwezig. Maar terwijl de werkweek maximaal zesendertig uur duurt, telt een week er 168. Tel daarbij op: deeltijdwerk, vakantiedagen, personeelsverloop en het gegeven dat kinderen altijd wel via één of meerdere tussenstappen in een leefgroep terecht komen. Dat zijn heel wat wisselende en vertrekkende gezichten.

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | Rik Mayall en Thé Lau

Volgens de beroemde Oud-Griekse filosoof Epicurus is het zinloos de dood te vrezen, want ‘als wij er zijn, is de dood er niet en als de dood er is, zijn wij er niet meer’. Hij heeft makkelijk praten, want hij is zo dood als een pier, maar toch: geen speld tussen te krijgen. En voor mij de belangrijkste reden dat ik liever plotsklap dood zou neervallen dan een lange lijdensweg te moeten doorlopen. Want meer dan de dood, vrees ik een lange lijdensweg.

Tenminste, dat dacht ik. Maar ik ben erop aan het terugkomen. Mocht ik ooit een of andere gezegende leeftijd bereiken en met recht kunnen zeggen dat het leven mooi is geweest, dan lijkt een dergelijke pijnloze dood mij nog steeds ideaal, maar voor wie vroegtijdig heen moet gaan, valt een lange slepende ziekte denk ik toch te prefereren boven bijvoorbeeld de plotsklapse dood van een auto-ongeluk of een herseninfarct. Voor de nabestaanden die dan de tijd krijgen om afscheid te nemen. Maar misschien ook wel voor jezelf. 

Dat bedacht ik me toen ik gisteren Thé Lau op Pinkpop geïnterviewd zag worden door Eric Corton, terwijl diezelfde avond het bericht tot mij was gekomen dat de Britse comedian Rik Mayall was overleden. Toen The Young Ones voor het eerst op de Nederlandse televisie te zien was, was ikzelf nog dusdanig jong dat ik er niet naar keek. Het leek me gevaarlijke tv. Dit kwam vooral doordat ik enige vrees koesterde voor punkers met hanenkammen.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Orthodoxie

COLUMN - We hadden gisteren vrij, de zon scheen en we zaten op een terrasje. Een van de aanwezigen was een uit Irak afkomstige studente die als vrijwilligster een huiswerkklasje begeleidt. Het verhaal van de kinderen daar is deprimerend vertrouwd: afkomstig uit Marokko en met een taalachterstand, waardoor er problemen zijn in het basisonderwijs.

‘Ik geloof dat ik iets fout doe,’ vertelde de studente op een toon die ons deed opkijken van ons bier. ‘Een van de kinderen vroeg me wat van geloof ik had. Ik zei dat ik moslima was, maar hij zei dat ik een slechte moslima was omdat ik geen hoofddoek droeg. Hij maakte me zelfs uit voor satan.’

Het had haar duidelijk geraakt en dat verbaasde me. Ze is namelijk alleen moslima in de zin dat iedereen in haar vaderland islamitisch is, maar de vijf zuilen van het geloof zijn niet bepalend voor haar identiteit. Ze zal niet claimen dat Mohamad de enig juiste openbaring heeft ontvangen, ze bidt niet, ze doet niet aan de ramadan en droomt niet van een pelgrimage naar Mekka. Misschien is ze vrijwilligerswerk gaan doen bij wijze van aalmoes, maar volgens mij neemt ze gewoon haar verantwoordelijkheid voor de samenleving. Als zelfbewuste ietsist zou ze erboven moeten staan dat een kind haar voor satan uitmaakte.

Vorige Volgende