serie

Vaste Gasten

Net als je even inkakt, prikken onze Vaste Gasten je weer wakker met hun scherpe pen.


Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Langs de Zijderoute (1)

COLUMN - Afgelopen maart was ik in Iran, een land waar ik voor mijn werk wel vaker kom en waarvoor ik een zekere sympathie heb gekregen. Dat wil niet zeggen dat ik het echt begrijp en ik was blij dat ik dit keer eens naar het oosten kon reizen, van Teheran naar Mashhad. Dat is ruwweg het Iraanse equivalent van de christelijke pelgrimsweg naar Santiago de Compostella: Mashhad is waar de achtste imam ligt begraven en vormt voor elke Iraniër, religieus of niet, een lieu de mémoire. Zoals je langs de wegen naar Santiago wel eens mensen ziet wandelen, zo zie je ook richting Mashhad wandelaars die de elementen trotseren.

Dat die elementen niet altijd meewerken, bleek uit het feit dat de pelgrims nogal eens regenponcho’s droegen. Toch is regen zeldzaam. De weg loopt namelijk langs de zuidelijke hellingen van het Elburzgebergte, dat zich verheft tussen de Kaspische Zee en de Iraanse hoogvlakte. De vochtige noordenwind regent leeg op de noordelijke hellingen, waardoor er op de hoogvlakte nauwelijks regen valt. Het is een grote zandwoestijn, met alleen in het uiterste noorden, tegen de Elburz aan, een lijn van artesische bronnen. De weg van Teheran naar Mashhad voert van bron naar bron en vormt zo de smalle verbinding tussen enerzijds westelijk Iran, Mesopotamië en het Middellandse Zee-gebied en anderzijds Centraal-Azië, China en India. Dat maakt de fragiele lijn van bronnen tussen de Elburz en de Grote Zandwoestijn van historisch belang: dit was eeuwenlang een van de voornaamste routes van oost naar west. Een flessenhals in de Zijderoute.

Foto: daisy.images (cc)

Succes imiteren loont niet

COLUMN - Er zijn veel verschillende manieren om een nieuwe vaardigheid te leren. Zelf uitproberen, en in allerlei al gemaakte valkuilen vallen, is er één van. Maar de menselijke hersenen zijn groot geworden met ‘sociaal leren’: afkijken wat anderen in dezelfde situatie doen. Uit een pas gepubliceerd onderzoek blijkt dat het nogal wat uitmaakt hoe we precies afkijken: bij iedereen, of bij de meest succesvolle mensen?

Drie Nederlandse onderzoekers lieten 200 proefpersonen in groepen van vijf een serie spellen spelen, waarmee ze gemiddeld zo’n 70 euro konden verdienen. Een van die spellen was een sociaal dilemma. Daarin kun je ofwel samenwerken, waardoor de groepsverdiensten omhoog gaan; of ‘freeriden’, waardoor je eigen inkomsten stijgen ten koste van de groep. Na iedere ronde konden de spelers kiezen welke informatie ze wilden opvragen: wat hun groepsgenoten gedaan hadden, of wat ze verdiend hadden (en wat ze gedaan hadden om dat te verdienen). Afkijken mocht, maar kostte geld, dus de proefpersonen dachten wel even na voordat ze die informatie opvroegen.

Er bleken duidelijke verschillen te bestaan in hoe mensen het spel leerden. Zo’n 40 procent van de mensen vroeg voornamelijk informatie op over wat hun groepsgenoten deden, zonder dat ze wilden weten hoeveel hun acties hadden opgeleverd (de conformeerders). 20 procent keek systematisch naar wat wat anderen verdienden, en deden de beste daarvan na (de succes-imiteerders). Dat klinkt vergezocht, maar wie weet vragen bankiers ook wel naar elkaars bonus. Welke van die twee leerstrategieën de deelnemers toepasten bleek onveranderlijk. Ook een maand later, toen dezelfde deelnemers werd gevraagd om aan een ander experiment mee te doen, vroegen ze om dezelfde soort informatie als eerst. Maar welke informatie leverde het meeste op?

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Hoera, Pasen zit er weer op

COLUMN - Het fijne aan Pasen is dat het op een gegeven moment weer voorbij is. Er is geen christelijk feest dat nog ergerlijker is.

Om te beginnen zenden de EO en de KRO “The Passion” uit, gezongen door celebrities, omdat die extra publiciteit genereren. Het is evangelisatie met hedendaagse middelen en dat mag, maar het is, zoals ook door Prediker werd geconstateerd, tandeloos. Als je écht aandacht wil vragen voor het menselijk lijden, doe dan iets rond de executie van Muath al-Kasasbeh. Maar dáár krijg je geen miljoenenpubliek mee: dat zouden we immers smakeloos vinden. Dat de EO en de KRO met The Passion wél drie-en-een-half miljoen kijkers trekken, bewijst dat Jezus’ lijden niet meer schokt of aan het denken zet. De twee omroepen geven als signaal af dat het christendom nog slechts een cultureel dingetje is, een variéténummer. Je moet er iets van weten omdat je anders de schilderijen in het museum niet snapt, maar ontregelend is het niet meer.

Eigenlijk kan ik hetzelfde zeggen van de Matthäus Passion. Ik heb elk jaar weer medelijden met de NOS-cameraploeg die in Naarden moet gaan voxpoppen en het ene na het andere cliché registreert. “Erbarme dich, ik ben er elke keer weer door ontroerd,” hoor je dan, en je weet: zelfs die huilende Noord-Koreaanse nieuwslezers hebben meer authenticiteit in hun pink dan zo’n Naardense Bachliefhebber in z’n hoofd.

Foto: daisy.images (cc)

Economen in het museum

COLUMN - De afgelopen maand liep ik verkleed als suppoost door het Stedelijk Museum. Als onderdeel van een kunstwerk was het mijn taak om bezoekers te vragen naar hun mening over de markteconomie. Mijn interacties bevestigden dat het publiek heel anders naar de economie kijkt dan mijn collega-economen.

Tino Seghal is een Duitse kunstenaar die “geconstrueerde situaties” ontwerpt, waarbij de bezoeker op een onverwachte en interactieve manier in het kunstwerk betrokken wordt. In het werk “This is Exchange”, bieden als suppoost aangeklede economen de bezoeker een paar Euro aan in ruil voor hun mening over “de markteconomie”. Het idee achter dit immateriële kunstwerk is dat de bezoeker een onverwachte interactie met de suppoost beleeft, waarbij zelfs een negatieve mening over de markteconomie transactiewaarde blijkt te hebben.

Mijn ervaringen na meer dan twintig uur ‘kunstwerk zijn’ en honderden interacties lenen zich niet voor drastische conclusies. Gedeeltelijk ligt dat aan het feit dat “de markteconomie” zo’n breed begrip is dat de discussie alle kanten op kan (en dat ook doet), en gedeeltelijk aan de selectie van bezoekers (kunstliefhebbers, toeristen).

Toch waren er enkele opvallende gemene delers. Ten eerste heeft een groot deel van de mensen geen idee of mening over de economie, en lijkt het te beschouwen als een technocratische zaak waar ze zich liever niet mee bezig houden. Een enigszins zorgbarende houding als je bedenkt dat de economische organisatie van onze samenleving zo ongeveer alle aspecten van ons dagelijks leven beïnvloedt.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Een nieuwe lente, een nieuwe islam

RECENSIE - Een radicaal standpunt is mooi, je krijgt er veel aandacht mee, maar je schiet er weinig mee op. Je oogst haat dan wel bewondering, maar je bent veroordeeld tot een leven aan de zijlijn. De wereld moddert voort zonder jou. En dat gaat vervelen. Wellicht is dat de verklaring voor de opmerkelijke ommezwaai die Ayaan Hirsi Ali heeft gemaakt. Jarenlang riep ze dat de islam verdwijnen moest, Dat de islam uit zichzelf nooit zou kunnen hervormen, en dat ze dus maar moest uitsterven. Maar ziet, in haar nieuwste boekje, ‘Ketters’, biedt Ayaan een recept voor een vreedzame hervorming van de islam.

Dat opmerkelijke optimisme zou te danken zijn aan de Arabische lente, Voor Ayaan was dat een teken dat de islamitische wereld wel degelijk behoefte had aan hervormingen. Er is nog hoop, luidde haar conclusie. Een merkwaardige redenering. De Arabische Lente was een serie mislukte lokale opstanden, die vrijwel overal in bloed werden gesmoord. Alleen in Tunesië (waar het allemaal begon) wordt nu geëxperimenteerd met een democratische staat, maar het is duidelijk dat dit land het doelwit is geworden van extremisten. Daar komt bij dat die Lente niets met de islam te maken had. Het waren economisch geïnspireerde opstanden. Het waren de jongeren die in opstand kwamen, en ze eisten werk en een beetje vooruitgang. Nergens werd geroepen om een hervorming van de islam. Die roep om een nieuwe islam bestaat wel, maar ze weerklinkt vooral buiten de islamitische wereld. Daar waar moslims in de minderheid zijn, en zich moeten aanpassen aan een steeds argwanender omgeving. Als er ergens de kans bestaat om de eerste stappen te zetten naar een hervormde islam, dan is het buiten de islamitische wereld.

Foto: daisy.images (cc)

Hongerig? Ga niet winkelen

COLUMN - Ga niet naar de supermarkt terwijl je honger hebt. Die geldbesparende vuistregel werkt niet alleen in supermarkten, maar ook in het algemeen, blijkt uit vijf net gepubliceerde studies.

Een lege maag maakt ons hebberig. Het zorgt ervoor dat we meer moeite doen en meer geld overhebben voor voedsel. Bij mannen leidt dat er zelfs toe dat ze op dikkere vrouwen vallen. Daarbij is een verband met voedsel nog niet zo vergezocht, maar kan de hebberigheid ook tot algemene kooplust aanzetten, dus zowel M&Ms als paperclips? Dat was zo’n rare gedachte dat het tot nu toe niet onderzocht is.

De onderzoekers keken eerst naar algemene hebberigheid. Hoe hongeriger mensen waren, des te sneller herkenden ze een woorden die iets met kopen te maken hadden, zoals krijgen, aanschaffen, en willen. Dat betekent dat honger ons dus hebberiger in het algemeen maakt. Om te zien of dat evenzeer voor voedselprodukten als voor andere zaken gold, lieten de onderzoekers sommige cafégangers een vragenlijst invullen vóór ze naar binnen gingen, en anderen erna. Spaghetti en tosti’s werden als veel aantrekkelijker beoordeeld door de hongerige bezoekers dan door de verzadigde caféverlaters, maar dat gold niet voor usb-sticks en spa-bezoekjes.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Dood aan de afvalligen!

OPINIE - De Telegraaf zet haar kruistocht tegen haatimams dapper voort, en struint nog steeds het internet af op zoek naar schokkende uitspraken van enge baardmannen. Afgelopen vrijdag wist de krant te melden dat een ‘haatimam’ genaamd Fouad al-B. (hij heet gewoon al-Bayly) door de Amerikaanse regering is betaald voor bewezen religieuze diensten aan gevangenen – en dat terwijl Fouad vindt dat Ayaan Hirsi Ali de doodstraf verdient omdat ze een afvallige moslima is.

Al-Bayly zei dat zeven jaar geleden; de betalingen, een paar duizend dollar, zijn recenter. Maar het ligt voor de hand dat hij er nog steeds zo over denkt. Alles bij elkaar is het nogal oud, uit Amerikaanse overheidsarchieven opgevist nieuws, met dank aan de alarmistische club The Clarion Project, maar zoiets is uiteraard leuk voor de kruisvaarders van De Telegraaf.

Afvalligen mogen gedood worden. Het is een van de meest hardnekkige en kwalijke onderdelen van de islam. Vooral omdat het geen extreem standpunt is. Elke moslim is het er mee eens – sommigen vol overgave, anderen zuchtend en toevoegend dat dat alleen maar de theorie is. Maar theorie of praktijk, er valt niet aan te tornen. Met als gevolg dat menige moderne moslim, bang voor reacties zoals van bovenstaande imam, zegt dat hij ‘cultureel moslim’ is. Wat zoveel betekent als: ik geloof niks maar doe wel mee aan het Suikerfeest.

Foto: daisy.images (cc)

Afleiding gezocht

COLUMN - Wanneer kan je als kind het best een extra koekje pakken of je broertje slaan? Als je ouders even niet kijken natuurlijk. Deze vuistregel blijkt niet alleen kinderen, maar ook politici goede diensten te bewijzen. Een nieuwe studie laat zien dat Israëlische aanvallen op de Palestijnen soms zo zijn gepland zijn dat ze samenvallen met andere (Amerikaanse) nieuwsevenementen om minder internationale aandacht te trekken.

De studie, door onderzoekers van Sciences Po en de Paris School of Economics, onderzoekt wederzijdse aanvallen tussen Israël en de Palestijnen in de periode 2000-2011. Ze relateren de timing van die aanvallen met een index van “nieuwsdruk” in de Amerikaans media. Dit is de hoeveelheid tijd die de grootste televisiestations besteden aan de belangrijkste nieuwsitems die niet met het Palestijns-Israëlische conflict te maken hebben.

De auteurs laten zien dat als de nieuwsdruk op een bepaalde dag groter is, de kans op een Israëlische aanval op de dag ervoor toeneemt. De strategie heeft een meetbaar effect. Onder hogere nieuwsdruk is er minder aandacht voor het conflict, en dat leidt tot een lager gebruik van Google zoektermen gerelateerd aan het conflict.

Het gaat maar om een deel van de Israëlische offensieven, want zowel de aanval als de nieuwsdruk moeten zich lenen voor deze strategie. Zo bestaat het verband alleen voor aanvallen waarvoor negatieve publiciteit het waarschijnlijkst is, zoals acties in dichtbevolkte gebieden, met zware wapens, of met een hoge waarschijnlijkheid op burgerslachtoffers. Daarnaast treedt het effect alleen op bij voorspelbare nieuwsdruk zoals sport- of politieke evenementen, die, in tegenstelling tot bijvoorbeeld natuurrampen, onderdeel kunnen zijn van een geplande tactiek.

Foto: daisy.images (cc)

Ontwikkel je mensenkennis

COLUMN - Of iemand te vertrouwen is, staat niet op het voorhoofd geschreven. Toch kunnen we op basis van een momentopname van een gezicht al de betrouwbaarheid van iemand inschatten. Die belangrijke sociale vaardigheid ontwikkelen we als pubers. Pas als er expliciet naar onze mening wordt gevraagd, gaan we fouten maken.

Op een basisschool in België speelden 540 middelbare scholieren een vertrouwensspel. Elke scholier kreeg 4 euro, die hij of zij kon investeren in een onbekende, van wie alleen vijf seconden lang een foto te zien was. Die onbekende persoon kreeg dan van de onderzoekers het drievoudige (12 euro), waarvan hij er ofwel 0 (niet erg aardig), ofwel 4 euro (dan speelde de scholier quitte) of 6 (dan werd de winst dus eerlijk gedeeld) naar de scholier kon terugsturen. Dat wisten de scholieren van tevoren; hun taak was dus om in te schatten of de ontvangers te vertrouwen waren of niet. De ontvangers hadden hun keuzes al eerder gemaakt, dus de onderzoekers wisten al of ze betrouwbaar waren of niet.

Er waren evenveel ‘oplichters’ en ‘betrouwbaren’ onder de ontvangers. Uit de geïnvesteerde bedragen blijkt dat dertienjarigen die twee groepen al op basis van de foto uit elkaar kunnen houden, zij het met moeite. Ze sturen oplichters in 42% van de vertrouwensspellen hun 4 euro, en de onbekenden die wel te vertrouwen waren in 48%. De achttienjarigen deden het in het spel aanzienlijk beter: zij stuurden maar 36% van de oplichters iets toe, tegenover 56% van de betrouwbare types. Werd hen daarentegen alleen gevraagd om in te schatten of ze de gezichten betrouwbaar vonden, dan scoorden ze aanzienlijk slechter.

Foto: daisy.images (cc)

Uit de jeugdzorg | Jasmina

COLUMN - ‘Als ik hier druk, doet het dan pijn?’ Jasmina verbijt zich. ‘Au, ja…’ Ze trekt haar been weg. Ze vertelt zich verstapt te hebben toen ze de trein uitstapte. ‘Ik hoorde gewoon “krak”! Maar ik wist dat je aan het koken was, dus ik wilde je niet bellen om te vragen of je me op kon halen. Dus ben ik maar komen hinkelen.’ Er volgt een theatrale snik.

Maar toch, om kleine dingetjes ben ik niet overtuigd. Haar enkel ziet er niet dik uit. Als ik heel goed kijk misschien een beetje. Maar dan ook een héél klein beetje. Dat ze het hele stuk gehinkeld heeft, lijkt me sterk. Daarvoor is het te ver. En ik kan me nog goed herinneren dat ze een aantal maanden geleden wél belde voor een lift. Omdat het regende…

Ik ben in dubio en overleg met mijn collega. We kijken elkaar aan en denken precies hetzelfde. Een situatie zoals een jaar geleden met Britt willen we nooit meer meemaken. Inmiddels kan die er gelukkig wel weer om lachen. Maar ik kan je vertellen: je voelt je knap lullig als je ouders moet bellen om te vertellen dat hun dochter haar pols heeft gebroken. Tijdens een val, twee dagen geleden. Maar dat je vandaag pas naar de huisarts bent gegaan. Omdat er twee dagen geleden een invalkracht was die ‘het nog even wilde aankijken’.

En de volgende collega zag dat Britt haar vingers nog redelijk kon bewegen en er voor het idee een verbandje om deed. En de collega die de dienst overnam voor de zekerheid een afspraak bij de huisarts maakte, voor de dag dáárna. En ik tenslotte aan haar ouders uit moest leggen waarom we een meisje twee dagen met een gebroken pols rond hadden laten lopen.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Wie was er eerst: God of de staat?

COLUMN - Geloof – heb je daar wat aan? Gelovigen zouden iets gelukkiger zijn dan ongelovigen, blijkt uit onderzoek. Maar ja, wie zich uitverkoren waant, is vanzelf blijer dan de atheïst voor wie slechts de wormen wachten. En verder spelen bij dat soort enquêtes zó veel andere factoren een rol dat het resultaat lastig te interpreteren is.

Verlichtingsfilosofen meenden op het ene moment dat het geloof de gelovige disciplineert, en even later dat geloof verleidt tot moord en doodslag. Locke meende dat je atheïsten hard moest aanpakken, want die waren immoreel. Tegelijkertijd werd Pierre Bayle er een beetje moe van gelovigen steeds maar weer te wijzen op hun eigen hoogstaande ethiek, die in de praktijk zo slecht tot zijn recht kwam.

In de negentiende eeuw, onder invloed van idealistische filosofen als Hegel, ontstond het idee dat het geloof in een Grote God de staatsvorming start en versterkt. Een samenleving bestaande uit stammen gelooft in vele goden (ieder zijn eigen godje), maar als daaruit op een goede dag een geloof in één enkele god ontstaat, dan leidt dat inzicht tot morele verheffing (‘God ziet alles!’) en kan er een centrale staat ontstaan met één heerser (die niet alles ziet, maar dat doet God dus wel).

Anders geformuleerd: zodra er in de hemel één god zit die de morele wetten vaststelt, met daaronder een uitgebreid apparaat voor administratie en bestraffing, kan er op aarde, dankzij de disciplinering van de gelovigen, een centrale staat ontstaan waarbij iedereen zich zich min of meer vrijwillig aan de ene heerser onderwerpt. Zo moet het immers zijn. Zo beneden, zo ook boven.

Foto: daisy.images (cc)

Uit de jeugdzorg | Francis

COLUMN - Kippenvel krijg ik tijdens het nummer Michel. Niet alleen door die geweldige stem. Of door de kwetsbaarheid waarmee ze zingt. En door de kracht die ze daar tegelijkertijd mee uitstraalt. Maar ook om het verhaal áchter Anouk.

Terwijl ze daar staat te zingen in de Ziggo Dome, springen de tranen in mijn ogen. Ik denk aan haar optreden in College Tour in november en het, voor haar, onverwachte weerzien met één van de begeleiders uit het kindertehuis waar ze destijds woonde. Dennis, de man met de gitaar. Die iedere woensdag liedjes speelde voor de kinderen uit de groep. En zo Anouk aan het zingen kreeg. Deze Dennis zag wat ze in zich had en hielp haar haar talent te ontwikkelen. Iedereen weet wat daarvan gekomen is.

Tussen al die 17.000 mensen in de Ziggo Dome denk ik aan Francis, een meisje uit mijn groep. Een meisje met een ongelofelijk talent, want voetballen kan ze als de beste. Dat weten niet alleen mijn collega’s en ik, dat weten ook haar trainers. Ze speelt als spits in het eerste meisjeselftal. Voetballen doet haar goed. Ze kan er haar energie in kwijt, ze haalt er zelfvertrouwen uit. Ze vindt er haar sociale contacten en ze droomt van een carrière als profvoetballer. Ook al is die klein in het vrouwenvoetbal: voetballen is alles voor haar.

Francis kan haar geluk dan ook niet op als er scouts langskomen. Ook bij het meisjeselftal. Scouts van een eredivisieclub die er niet om liegt. Weken van tevoren traint ze op het grasveld dat gelukkig nog niet is verkocht.

Vorige Volgende