Post-atheïst | Langs de Zijderoute (1)
COLUMN - Afgelopen maart was ik in Iran, een land waar ik voor mijn werk wel vaker kom en waarvoor ik een zekere sympathie heb gekregen. Dat wil niet zeggen dat ik het echt begrijp en ik was blij dat ik dit keer eens naar het oosten kon reizen, van Teheran naar Mashhad. Dat is ruwweg het Iraanse equivalent van de christelijke pelgrimsweg naar Santiago de Compostella: Mashhad is waar de achtste imam ligt begraven en vormt voor elke Iraniër, religieus of niet, een lieu de mémoire. Zoals je langs de wegen naar Santiago wel eens mensen ziet wandelen, zo zie je ook richting Mashhad wandelaars die de elementen trotseren.
Dat die elementen niet altijd meewerken, bleek uit het feit dat de pelgrims nogal eens regenponcho’s droegen. Toch is regen zeldzaam. De weg loopt namelijk langs de zuidelijke hellingen van het Elburzgebergte, dat zich verheft tussen de Kaspische Zee en de Iraanse hoogvlakte. De vochtige noordenwind regent leeg op de noordelijke hellingen, waardoor er op de hoogvlakte nauwelijks regen valt. Het is een grote zandwoestijn, met alleen in het uiterste noorden, tegen de Elburz aan, een lijn van artesische bronnen. De weg van Teheran naar Mashhad voert van bron naar bron en vormt zo de smalle verbinding tussen enerzijds westelijk Iran, Mesopotamië en het Middellandse Zee-gebied en anderzijds Centraal-Azië, China en India. Dat maakt de fragiele lijn van bronnen tussen de Elburz en de Grote Zandwoestijn van historisch belang: dit was eeuwenlang een van de voornaamste routes van oost naar west. Een flessenhals in de Zijderoute.