serie

Post-Atheïst

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Een nieuwe lente, een nieuwe islam

RECENSIE - Een radicaal standpunt is mooi, je krijgt er veel aandacht mee, maar je schiet er weinig mee op. Je oogst haat dan wel bewondering, maar je bent veroordeeld tot een leven aan de zijlijn. De wereld moddert voort zonder jou. En dat gaat vervelen. Wellicht is dat de verklaring voor de opmerkelijke ommezwaai die Ayaan Hirsi Ali heeft gemaakt. Jarenlang riep ze dat de islam verdwijnen moest, Dat de islam uit zichzelf nooit zou kunnen hervormen, en dat ze dus maar moest uitsterven. Maar ziet, in haar nieuwste boekje, ‘Ketters’, biedt Ayaan een recept voor een vreedzame hervorming van de islam.

Dat opmerkelijke optimisme zou te danken zijn aan de Arabische lente, Voor Ayaan was dat een teken dat de islamitische wereld wel degelijk behoefte had aan hervormingen. Er is nog hoop, luidde haar conclusie. Een merkwaardige redenering. De Arabische Lente was een serie mislukte lokale opstanden, die vrijwel overal in bloed werden gesmoord. Alleen in Tunesië (waar het allemaal begon) wordt nu geëxperimenteerd met een democratische staat, maar het is duidelijk dat dit land het doelwit is geworden van extremisten. Daar komt bij dat die Lente niets met de islam te maken had. Het waren economisch geïnspireerde opstanden. Het waren de jongeren die in opstand kwamen, en ze eisten werk en een beetje vooruitgang. Nergens werd geroepen om een hervorming van de islam. Die roep om een nieuwe islam bestaat wel, maar ze weerklinkt vooral buiten de islamitische wereld. Daar waar moslims in de minderheid zijn, en zich moeten aanpassen aan een steeds argwanender omgeving. Als er ergens de kans bestaat om de eerste stappen te zetten naar een hervormde islam, dan is het buiten de islamitische wereld.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Dood aan de afvalligen!

OPINIE - De Telegraaf zet haar kruistocht tegen haatimams dapper voort, en struint nog steeds het internet af op zoek naar schokkende uitspraken van enge baardmannen. Afgelopen vrijdag wist de krant te melden dat een ‘haatimam’ genaamd Fouad al-B. (hij heet gewoon al-Bayly) door de Amerikaanse regering is betaald voor bewezen religieuze diensten aan gevangenen – en dat terwijl Fouad vindt dat Ayaan Hirsi Ali de doodstraf verdient omdat ze een afvallige moslima is.

Al-Bayly zei dat zeven jaar geleden; de betalingen, een paar duizend dollar, zijn recenter. Maar het ligt voor de hand dat hij er nog steeds zo over denkt. Alles bij elkaar is het nogal oud, uit Amerikaanse overheidsarchieven opgevist nieuws, met dank aan de alarmistische club The Clarion Project, maar zoiets is uiteraard leuk voor de kruisvaarders van De Telegraaf.

Afvalligen mogen gedood worden. Het is een van de meest hardnekkige en kwalijke onderdelen van de islam. Vooral omdat het geen extreem standpunt is. Elke moslim is het er mee eens – sommigen vol overgave, anderen zuchtend en toevoegend dat dat alleen maar de theorie is. Maar theorie of praktijk, er valt niet aan te tornen. Met als gevolg dat menige moderne moslim, bang voor reacties zoals van bovenstaande imam, zegt dat hij ‘cultureel moslim’ is. Wat zoveel betekent als: ik geloof niks maar doe wel mee aan het Suikerfeest.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Wie was er eerst: God of de staat?

COLUMN - Geloof – heb je daar wat aan? Gelovigen zouden iets gelukkiger zijn dan ongelovigen, blijkt uit onderzoek. Maar ja, wie zich uitverkoren waant, is vanzelf blijer dan de atheïst voor wie slechts de wormen wachten. En verder spelen bij dat soort enquêtes zó veel andere factoren een rol dat het resultaat lastig te interpreteren is.

Verlichtingsfilosofen meenden op het ene moment dat het geloof de gelovige disciplineert, en even later dat geloof verleidt tot moord en doodslag. Locke meende dat je atheïsten hard moest aanpakken, want die waren immoreel. Tegelijkertijd werd Pierre Bayle er een beetje moe van gelovigen steeds maar weer te wijzen op hun eigen hoogstaande ethiek, die in de praktijk zo slecht tot zijn recht kwam.

In de negentiende eeuw, onder invloed van idealistische filosofen als Hegel, ontstond het idee dat het geloof in een Grote God de staatsvorming start en versterkt. Een samenleving bestaande uit stammen gelooft in vele goden (ieder zijn eigen godje), maar als daaruit op een goede dag een geloof in één enkele god ontstaat, dan leidt dat inzicht tot morele verheffing (‘God ziet alles!’) en kan er een centrale staat ontstaan met één heerser (die niet alles ziet, maar dat doet God dus wel).

Anders geformuleerd: zodra er in de hemel één god zit die de morele wetten vaststelt, met daaronder een uitgebreid apparaat voor administratie en bestraffing, kan er op aarde, dankzij de disciplinering van de gelovigen, een centrale staat ontstaan waarbij iedereen zich zich min of meer vrijwillig aan de ene heerser onderwerpt. Zo moet het immers zijn. Zo beneden, zo ook boven.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | ISIS’ reality show

ACHTERGROND - U hebt de beelden ongetwijfeld gezien: aanhangers van de zogenaamde Islamitische Staat vernietigden oudheden in het museum van Mosul. Ik ga er niet naar linken, om redenen die u zo zult horen. Dat hoeft ook niet: u bent mediavaardig genoeg om te weten dat de vraag niet is wát het nieuws is maar waaróm het nieuws is. Waarom kreeg u deze beelden te zien?

Het is namelijk, om te beginnen, bepaald geen nieuws dat religieuze fanatici de musea in het Midden-Oosten plunderen of kapot maken. Een maand geleden werd het museum van El Arish in Egypte onder handen genomen. Dat kreeg u niet te zien. De musea van Deir ez-Zor, Palmyra, Malawi en Bani Walid zijn eveneens geplunderd en ook dat was geen echt nieuws.

Wat u dit keer te zien kreeg, was bovendien maar een heel klein deel van het verhaal. Die musea worden namelijk geplunderd met een concreet doel: de voorwerpen verkopen aan rijke westerlingen. De kleitabletten uit het museum van Mosul, ooit opgegraven in de Assyrische hoofdstad Nineve, lijken al eerder te zijn verkocht (al is een deel van de collectie in veiligheid gebracht in Bagdad). Wat u vorige week zag was slechts de vernietiging van het onverkoopbare materiaal: standbeelden die te groot waren om te vervoeren en te bekend om te verkopen, samen met gipsafgietsels van voorwerpen in westerse musea. De echte schade was al eerder toegebracht. Dit was slechts het laatste bedrijf, vergelijkbeer met een soldaat die nog even een handgranaat werpt in een al geplunderd huis.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Natuurgodsdiensten

COLUMN - Rond 1900 was God dood en dat riep de vraag op waar godsdienst dan vandaan kwam. De vraag was eerder gesteld. In de vroege achttiende eeuw had de Napolitaanse geleerde Giambattista Vico geopperd dat de eerste mensen het weer, dat zo oncontroleerbaar was, hadden opgevat als goden. Dat leverde hem in het conservatieve, katholieke Napels de nodige problemen op, maar de gedachte bleef hangen en aan het einde van de negentiende eeuw kreeg ze zelfs een zekere actualiteit.

De oorzaak daarvan was dat de Europese geleerden steeds meer kennis verwierven van de grote godsdiensten. Het zoroastrisme, het hindoeïsme en het boeddhisme zijn maar drie voorbeelden. De koloniale bestuurders constateerden de enorme variatie binnen de islam. In Amerika ontstond de godsdienst van de mormonen. Zendelingen en etnografen kwamen terug met schatten aan informatie over religies waarover men voordien zelfs niet had gehoord. Er was zoveel meer informatie en al die godsdiensten waren zo ontegenzeggelijk vitaal dat de traditionele christelijke verklaring – godsdienst was ontstaan door Gods openbaring; afwijkingen waren ketterijen – domweg niet langer houdbaar was.

Een van degenen die een eigentijds antwoord zochten op de vraag naar het ontstaan van religiositeit, was de Schotse geleerde James Frazer, die tussen 1890 en 1922 een eindeloze hoeveelheid mythen uit verschillende culturen verzamelde. Aan de hand daarvan probeerde hij in zijn boekenreeks The Golden Bough het geloof van de mensheid in de oertijd te reconstrueren. Hij was niet de enige en er waren andere theorieën, maar wat ze met elkaar gemeen hadden was de aanname dat de oudste vorm van religie een natuurgodsdienst was geweest waarin mensenoffers een belangrijke rol hadden gespeeld.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Wetenschap en journalistiek

COLUMN - Twee weken geleden schreef ik op Sargasso over een curieus interview in Trouw met dominee Edward van der Kaaij, die in De ongemakkelijke waarheid van het christendom. De echte Jezus onthuld betoogt dat Jezus niet heeft bestaan. Ik wees erop dat het boek vol feitelijke onjuistheden stond en methodisch zwak was. Verder schreef ik dat de universitaire voorlichting over de Oudheid niet met haar tijd was meegegaan en dat dit als verzachtende omstandigheid mocht gelden. (Historicus Jan Dirk Snel was scherper, anderen zegden hun abonnement op.)

So far, so good. Een bevriende wetenschapsjournalist suggereerde me het stukje naar Trouw te sturen met het aanbod een artikel te schrijven waarin ik de feitelijke en methodische onjuistheden van Van der Kaaij uitlegde. Zo gezegd, zo gedaan, al voelde ik me er wat ongemakkelijk bij: ik heb namelijk onlangs een boek gepubliceerd over het antieke jodendom en het kon lijken alsof ik naar publiciteit aan het hengelen was. Gelukkig kreeg ik bijval van Bert van der Spek, de onlangs met emeritaat gegane hoogleraar oude geschiedenis van de Vrije Universiteit, die Trouw eveneens schreef.

Dat was dinsdag 3 februari. Ik kreeg geen antwoord, wat me niet verontrustte omdat ik aannam dat de krant, om mijn belangenverstrengeling te omzeilen, zich richtte tot Van der Spek. Ik werd uit de droom geholpen toen Trouw op vrijdag 6 februari een hoofdredactioneel commentaar wijdde aan de kwestie, waarin ‘leden van de hoofdredactie en senior redacteuren’ als mening van de krant gaven dat de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) Van der Kaaij binnenboord moest houden. Hij was immers integer en bovendien zou ‘de wetenschappelijke discussie over de vraag of Jezus al dan niet ooit werkelijk heeft rondgelopen in het oude Israël’ in de negentiende eeuw onbeslist zijn geëindigd.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Hulspas’ islam

COLUMN - Wetenschapsjournalist Marcel Hulspas – full disclosure: ik ken hem persoonlijk – heeft de laatste jaren gewerkt aan een boek over de profeet Mohammed en de door hem gestichte religie. Nu het bijna af is, mengt hij zich vaak in de almaar niet ten einde komende discussie over de hedendaagse islam. Zo ook in dit stuk op ThePostOnline, waarin hij erop wijst dat veel moderne moslims zeggen dat hun islam anders is dan het geloof van degenen die uit naam van datzelfde geloof gruweldaden plegen.

Maar daar komen moslims niet mee weg. Blijkbaar is de islam een verzameling opvattingen waaruit iedereen ‘zijn’ islaampje mag kneden. En de een moordt uit naam van ‘zijn’ islam, en de ander babbelt vanwege ‘zijn’ islam over vrede en verdraagzaamheid. … En als dat zo is, hebben niet-moslims het volste recht om te vragen: waar staat ‘de’ islam dan voor? Staat zij überhaupt ergens voor? Heeft zij principes?

De vraag is legitiem, maar lijkt me verkeerd gesteld. Het antwoord kan wel eens zijn dat de islam, net als elke andere religie, voor zijn aanhangers overal voor kan staan. Je kunt dat herformuleren: wanneer het geloof elke betekenis kan hebben, heeft het geen betekenis. Of, zoals Hulspas het verwoordt: dan is het ‘een religieuze supermarkt waar iedereen kan vinden wat hij wil vinden’.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Mythische Jezus

COLUMN - Misschien had ik een ander vak moeten kiezen. Ik leg beroepshalve mensen dingen uit over de oude wereld. Mijn frustratie: als er in de media iets vreemds staat over de Grieken, Romeinen, Babyloniërs en wat dies meer zij, moet ik er steeds weer vragen over beantwoorden. Vanmorgen was het weer raak: zes mailtjes over het interview in de papieren Trouw met dominee Edward van der Kaaij, die denkt dat Jezus niet heeft bestaan.

Toevallig ben ik zijn boek De ongemakkelijke waarheid van het christendom. De echte Jezus onthuld aan het lezen. Noch daarvan, noch van het interview word je vrolijk. Het wemelt van de feitelijke onjuistheden. Volgens Van der Kaaij ontstaat religie uit een archetype over de op- en ondergaande zon: een idee dat honderd jaar over de uiterste houdbaarheidsdatum is. Dat Jezus een mythische figuur is die vervolgens niet meer zo werd herkend en daarom als historisch persoon werd beschouwd, blijkt volgens de dominee uit de geringe aandacht die Paulus besteedt aan Jezus’ aardse bestaan, waarbij hij eraan voorbijgaat dat Paulus schrijft aan mensen die de biografie van Jezus (voor zover überhaupt relevant voor een gelovige) al mondeling hadden vernomen.

Ook lezen we dat Jezus niet wordt genoemd in niet-christelijke bronnen. ‘Dat is vreemd,’ zegt Van der Kaaij, ‘want er wordt altijd gezegd dat hij zo’n enorme indruk heeft gemaakt’. Ofwel: de dominee herkent niet dat evangelisten nogal overdreven. Hij herkent ook niet dat zijn impliciete historische principe ‘iets is onhistorisch als het in maar één bron wordt genoemd’ betekent dat we ook afscheid moeten nemen van veel door hem zelf als historisch aangenomen feiten. Zijn scepsis over Jezus strekt zich niet uit naar de rest van zijn informatie.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Brief van Khamenei

COLUMN - Een paar dagen geleden publiceerde de hoogste leider van de islamitische republiek Iran, ayatollah Khamenei, een open brief aan ‘de jongeren van Europa en Noord-Amerika’. Hij prijst de eerlijkheid waarmee westerse historici de negatieve kanten van de slavernij, het kolonialisme en de onderdrukking van minderheden onder ogen hebben gezien en daagt de jongeren uit te bedenken waarom zulk revisionisme wél heeft plaatsgevonden als het gaat om het verleden maar niet als het gaat om de hedendaagse islam.

Khamenei vraagt de jongeren te zoeken naar de redenen waarom zijn religie in de westerse media steeds verkeerd wordt voorgesteld en adviseert hen om over de islam kennis op te doen uit de eerste hand, door gesprekken met gelovigen, door de Koran te lezen en door te leren over Mohammed. De ayatollah stelt expliciet dat hij de westerse jeugd niet vraagt om zijn interpretaties van het geloof over te nemen; hij probeert, zo schrijft hij, slechts de dynamiek te doorbreken waarmee terroristen worden gepresenteerd als representatief voor de islam.

Hij wijst verder op de paradox dat, uitgerekend in een tijd waarin de geografische grenzen door allerlei moderne media wegvallen, veel westerlingen de islam alleen kennen via de massamedia en niet door contacten met moslims. Tot slot spreekt hij de hoop uit dat jonge mensen ‘een brug van bespiegeling en eerlijkheid’ slaan en nieuwe vragen zullen stellen, opdat toekomstige generaties over de relatie tussen de islam en het westen zullen schrijven zonder ressentimenten.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Distantiëren

COLUMN - Eigenlijk had ik een stukje willen schrijven over de herhaalde eis dat moslims zich, hoewel de Parijse aanslag tientallen malen is veroordeeld, moeten distantiëren van het uit hun naam gepleegde terrorisme. Ik zou hebben geveinsd dat ik het daarmee eens was en zou meer voorbeelden hebben gegeven. Joden zouden zich moeten distantiëren van het Israëlische nederzettingenbeleid, protestanten moesten ‘nee’ zeggen tegen de SGP en katholieken moesten afstand nemen van de pauselijke standpunten inzake seksualiteit. VVD-ers moesten zich distantiëren van Jos van Rey en René Leegte, Limburgers van de Bende van Venlo, voetballers van Willem II en Volendammers van misdrijven tegen de muzikaliteit.

Zo’n leutig stukje heet een reductio ad absurdum: je maakt je van een standpunt af door het tot in het extreme door te trekken. Door het belachelijk te maken, vermijd je de discussie over het eigenlijke onderwerp. In dit geval: is er in de islam misschien een norm aanwezig waarop je elke gelovige mag aanspreken?

Je kunt zeggen – en het is ook gezegd – dat alleen individuen bestaan, dat alleen individuen kunnen denken, dat alleen individuen iets kunnen doen en dat alleen individuen aansprakelijk kunnen zijn. Er is niets bovenindividueels. Alleen een terrorist kan verantwoordelijk zijn voor zijn daad, anderen niet.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Polarisatie

COLUMN - Afgelopen woensdag, één uur. Ik zit in een café, te vroeg voor een afspraak. Om de tijd te doden kijk ik op mijn telefoon of er nieuws is. Dat is er inderdaad: een aanslag op het kantoor van Charlie Hebdo. Twee of drie daders, minimaal tien doden. Ik kan de reacties al uittekenen. Opiniemakers die zeggen dat de islam nu toch écht haar ware gezicht liet zien. Wilders met Kamervragen. Ingezondenbrievenschrijvers die eisen dat Europese moslims zich van dit geweld distantiëren. Verdedigers van het vrije woord die, alvorens hun eigenlijke punt te maken, nog even zeggen dat zij zelf de cartoons smakeloos achtten, want het mag tenslotte niet lijken dat zij al die grappen over anale verkrachtingen werkelijk leuk vinden. En tot slot: gelovigen die beargumenteren dat dit geweld niet representatief is voor de islam, met Korancitaten om te bewijzen dat de islam vrede is. Allemaal voorspelbaar.

Toen ik ’s avonds thuis kwam, heb ik geprobeerd te schrijven, maar het lukte niet. Ik wilde erop wijzen dat fundamentalisten en anti-islamisten het er doorgaans over eens zijn dat de letterlijkste interpretaties de juiste zijn, en dat ik vreesde dat de redelijke meerderheid, de mensen die hun eigen plan trekken en niet houden van scherpslijperij, tussen radicale moslims en anti-islamisten in het gedrang zou komen. Het moest geen “zij tegen wij” worden, zoals gebeurde na de aanslag op de Twin Towers en na de moorden op Fortuyn en Van Gogh. Op donderdag schreef ik dat stukje alsnog, maar toen ik het later die dag zag doorgeplaatst naar Sargasso, had ik het gevoel dat het al achterhaald was.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Ster van Betlehem

COLUMN - Het zal wel in uw agenda voorgedrukt staan: op 6 januari is het ‘epifanie’. Dat is de antieke naam voor de verschijning van een godheid. In een christelijke context wordt dat doorgaans geassocieerd met de aanbidding van de pasgeboren Jezus door de wijzen uit het oosten. Zij hadden een ster gevolgd die, zoals de evangelist Matteüs het beschrijft, de geboorte van een koning der Joden aankondigde.

Giotto, De aanbidding der wijzen

Giotto, De aanbidding der wijzen

Er wordt al eeuwen gespeculeerd wat dat hemelteken kan zijn geweest. Giotto, die in 1301 de komeet van Halley had gezien, schilderde een staartster in de Scrovegni-kapel; Johannes Kepler meende dat het een drievoudige samenstand was van de planeten Jupiter en Saturnus; in recentere tijden is geopperd dat het een supernova was. Even leek een oplossing in zicht, toen spijkerschriftspecialisten de Mesopotamische voortekencatalogus uitgaven, maar een hemelteken dat de sterrenwichelaars verplichtte af te reizen richting buitenland, zat er niet bij. Kortom, er is nooit een hemelteken gevonden dat werkelijk ‘past’. Een overzicht van de theorieën vindt u hier.

Dat overzicht is gemaakt door mijn vriend Jan Pieter, die er nooit een geheim van heeft gemaakt christen te zijn. Voor hem heeft de Bijbel een speciale status en hoewel hij zeker niet alles letterlijk neemt, gaat hij ervan uit dat er werkelijk iets aan de hemel te zien is geweest. Ik denk van niet, omdat Matteüs het betreffende gedeelte van zijn evangelie zó heeft geconstrueerd dat een reeks voorspellingen in vervulling gaat, waarvan de opvallendste is dat de ‘zoon van David’ afkomstig moet zijn uit Betlehem. Andere profetieën zijn dat geweeklaag zal klinken in Rama, dat God zijn zoon uit Egypte zal roepen en dat de komst van de messias gepaard zal gaan met de verschijning van een ster. Dit geldt als hét messiaanse motief bij uitstek.

Vorige Volgende