Natuurbehoud in tijden van oorlog
In onze rubriek Op weg naar duurzaamheid verkennen we oplossingen voor milieuvraagstukken naar aanleiding van de documentaireserie Earthrise van Al Jazeera. Deze week: natuurpark Virunga in de Democratische Republiek Congo.
In de Democratische Republiek Congo leeft men nu al bijna twee decennia met oorlog en conflict. Dat kostte naar schatting tot nu toe aan vijf miljoen mensen het leven. Weliswaar werd in 2003 een vredesakkoord overeengekomen, maar toch gaat het conflict nog steeds door. Met ingrijpende gevolgen voor mensen én de natuur.
Virunga National Park
Vanwege de uitzonderlijke biodiversiteit plaatste Unesco het Virunga National Park in 1979 op de Werelderfgoedlijst. Het enorme gebied, maar liefst 7800 km2, omvat een diversiteit aan landschappen: de gletsjers in de Rwenzori bergen, tropisch regenwoud, de savannes van Rwindi en twee actieve vulkanen. Het voortduren van de conflicten heeft het park echter flink geteisterd. De exodus van vluchtelingen uit buurland Rwanda versnelde de verwoesting van de bossen. Tijdens het conflict in Kivu bezetten rebellen het hoofdkwartier van het park, medewerkers kwamen om. Ook aanvallen van gewapende stropers eisen hun tol. Recent liet een Britse oliemaatschappij haar oog op het gebied vallen.
Na meer dan vijftien jaar van conflict leek het park in 2008 ten dode opgeschreven. De fauna is gedecimeerd. Van de oorspronkelijke 27 duizend nijlpaarden bijvoorbeeld zijn er nog maar 350 over. Olifanten worden afgeslacht om hun slagtanden. Virunga heeft ook een van de grootste populaties berggorilla’s, maar die wordt ernstig in haar voortbestaan bedreigd door rooftochten van rondtrekkende stropers en milities. Willen we de berggorilla in stand houden, dan telt elke gorilla in het park die gered kan worden. Ondanks de moeilijke omstandigheden herleeft het park en neemt het aantal dieren weer toe, met onder meer steun van de Europese Unie.