serie

Kunst op zondag

Foto: Joan (cc)

De langst lopende serie op Sargasso. De kunstredactie zorgt voor wat kunsteducatie op de vroege zondagochtend. Lezersbijdragen worden zeer gewaardeerd.


Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Over 100 jaar

Laat vandaag nog een portret van u schilderen en over honderd jaar ziet u er nog even patent uit als nu. Mits het schilderij goed wordt geconserveerd. Komt u in een museum te hangen, hoeft u zich daar geen zorgen over te maken. De anti-rimpelzalfjes, vitaminen en mineralen waar u jong en fit bij zou blijven, worden ruimschoots overtroffen door de hedendaagse conserveringstechnieken.

U heeft er weinig aan. De kans is uiterst klein dat u over honderd jaar uw eigen portret zelf nog eens bekijkt. En hoe u en de wereld er over honderd jaar uit zal zien, is een boeiende vraag, maar u zult het nooit zelf ‘In Real Life’ aanschouwen.

Als u meent dat u dat over honderd jaar wél kan, dan bent u op zijn minst een vlot lerende 6-jarige die dit stukje nu leest. De kans dat u een 100-plusser wordt, is weliswaar met de dag groter, maar is vooralsnog zeer klein. Laat staan dat een 100-jarige ooit zichzelf nog eens 100 jaar later zal kunnen bekijken.

Overigens waren er meer dan honderd jaar geleden, toen leefstijl en gezondheidszorg toch echt heel anders waren dan nu,  ook al 100-plussers. Martinus Wilhelmus van de Waal te Rhenen overleed in 1898 op 102-jarige leeftijd. In Rhenen herinnert de M.W. van de Waalstraat aan de zeer actieve diaken, ouderling, notabele in de kerkvoogdij, lid van de Watersnoodcommissie en 20 jaar raadslid 4 jaar wethouder.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Havenkwartier

Lang voordat het hip werd, woonde ik aan de haven,
tussen de overslagkade en de VAM-spoorlijn.
Elke avond, tussen zes en zeven, passeerde de trein,
de hoorn klonk bij het kruisen van de industrieweg
de wissel werd overgehaald, er klonk rails
tegen rails, en de trein rangeerde.
Vanuit mijn keuken groette ik de machinist,
metershoog schoof de locomotief weer voorbij,
maar nu in de andere richting, op drie meter afstand.
’s Zomers zaten we buiten, er werd een aak gelost,
of juist gevuld met grint. De kettingen van de kraan
ratelden. Er kleurde wat diesel op het water.
Op zondag was het altijd stil,
dan liepen er konijnen tussen de bielzen.

Oude havengebied Duinkerken foto Maria Willems

Foto: Joan (cc)

Het Nieuwe Instituut en FKA Witte de With

Vorig weekend bezocht ik Rotterdam om eens een kijkje te nemen in o.a.Het Nieuwe Instituut. Vaak heb ik het gebouw aan de buitenkant aanschouwd bij mijn vele bezoekjes aan de musea aan het Museumplein, maar ik was er nog nooit binnen geweest, dus een leuk uitstapje voor de zondagochtend.

Bij de meervoudige opdracht voor het gebouw van het Nederlandse Architectuurinstituut aan zes architecten in 1988 was Jo Coenen de winnaar. Hij bracht de  hoofdfuncties van het gebouw onder in afzonderlijke gebouwdelen. Elk gebouwdeel heeft een eigen architectonische karakteristiek en een eigen relatie met de omgeving. Het langgerekte archiefgebouw volgt de kromming van de Rochussenstraat en sluit daarmee het Museumpark af. Het beeld op de voorgrond is van Auke de Vries, die dit speciaal voor dit gebouw ontwierp en dat een jaar na de opening geplaatst werd (in 1994). Het heeft geen titel en de kunstenaar wilde er pas aan beginnen toen het gebouw grotendeels klaar was, omdat het werk één moest worden met het gebouw. Dat is zeker gelukt, vind ik.

Eenmaal binnen kon ik mij eerlijk gezegd moeilijk concentreren op de structuur van het gebouw door de enigszins verwarrende looproute, vanwege corona. Ook een plattegrond ontbrak, waardoor we een beetje ontheemd door het gebouw dwaalden. Dat was jammer, want we misten daardoor wel enige items. Wat we wel gezien hebben was de tentoonstelling “Art on Display 1949-69”. Een expositie over de verschillende manieren waarop in dit tijdvak kunst tentoongesteld werd. Grappig om eens niet te kijken naar het kunstwerk, maar naar de manier waarop het gepresenteerd word. Als bezoeker ben je er vaak niet van bewust dat daar vaak lang over nagedacht en veel werk aan besteed is.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Muurgedichten in Leiden

VERSLAG - Op deze laatste zondag in oktober ontdekken we gratis kunst op straat. In Leiden zijn anno 2020 meer dan 110 muurgedichten te vinden. Blinde muren vormen een ideaal canvas voor poëzie. Op de site van de Stichting TEGEN-BEELD staan maar liefst acht routes. Je hebt de keuze uit twee fietsroutes en zes (thematische) wandelroutes. Als je (tijdelijk) niet kunt reizen, gebruik dan de website om voor jezelf een route te verkennen vanuit je gemakkelijke stoel. 

Sneak preview

Leiden In Stijl Korte Galgewater 3 woonhuis en studio Theo van Doesbug foto Wilma Lankhorst

Korte Galgewater 3, woonhuis en studio Theo van Doesbug foto WL.

Hoe is het begonnen?

In 1992 was het 75 jaar geleden dat in Leiden tijdschrift De Stijl door Theo van Doesburg was opgericht. Om dit feit te herdenken kwam Ben Walenkamp met een idee om gedichten van Theo van Doesburg op verschillende muren in Leiden te schilderen. De Gemeente gaf hem geen toestemming voor dit plan. Ondanks de afwijzing bleef Walenkamp geloven in zijn concept. Samen met schilder Jan Willem Bruins kwam hij met een nieuw plan om gedichten in allerlei talen op Leidse muren aan te brengen. Om dit plan te presenteren hebben ze in 1993 de Stichting TEGEN-BEELD opgericht. 

Muurgedichten Leiden_Pisalem © foto Wilma_Lankhorst.

Gedicht Pisalem van Tadeusz Rózewicz  Oude Vest 79 © foto WL.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Kunstpost

In tijden van corona elkaar een aardigheidje sturen…

Tijdens de eerste lockdown in maart gebeurde het volop. Als blijk van waardering voor het zorgpersoneel, om mensen in verpleegtehuizen een hart onder de riem te steken, om er met elkaar toch nog iets leuks van te maken. Zo hielden we dat vol.

Nu de tweede lockdown een feit is, adviseren wij u (niet dringend, niet verplicht, gewoon vriendelijk): stuur eens een stukje kunstpost, beter bekend als ‘mail art’.

Mail art kent geen nauwe definitie. Door kunstenaars gemaakte ansichtkaarten, brieven en postzegels zijn de meest voor de hand liggende poststukken.

Maar er werd ook kunst verstuurd met alle middelen die het voormalig staatsbedrijf PTT (Post, Telegraaf, Telefonie) beschikbaar stelde. Dus ook met telegrammen, faxen, telex, en modem.

Mail art was (en is?) ook een manier om de regels voor postverzending wat op te rekken. Mocht een postbedrijf verzending  weigeren als op een druk beschilderde envelop het adres van bestemming amper was te ontwaren? En hoe zat dat als een ansichtkaart van hout of steen bleek te zijn?

Joseph Beuys, Magnetische Postkarte – 1975, Filzpostkarte – 1985, Holzpostkarte – 1974.
cc Flickr rocor photostream Joseph Beuys Magnetische Postkarte, 1975

Veruit de meest toegepaste technieken zijn de collage (het papieren knip- en plakwerk) en mixed media (o.a. papier, textiel, biologisch materialen, plastics). Borduur eens een kaartje, zoals Natalie Ciccoricco doet dat op vintage ansichtkaarten.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Vanmiddag weer je graf bezocht

Leusensteeg, Deventer Foto: Maria Willems

Vanmiddag weer je graf bezocht,
Je bent daar niet, dat weet ik wel.
We hebben je lichaam daar begraven.
Jijzelf bent continu in mijn gedachten.

Ik hoop je altijd een beetje bij te praten:
die zijn gescheiden en zijn kind is ontspoord.
Je vrienden van toen, die zie ik nooit meer.
Een ervan is dit jaar overleden. Misschien
dat jullie elkaar alweer hebben ontmoet.

De stad verandert, de Lange B. was weer ‘ns
opgebroken en het Stationsplein staat op z’n kop.
De rijrichting van de Leusensteeg en de Kuiperstraat
hebben ze omgedraaid. De Tor bestaat al lang
niet meer en ook De Elegast is nu gesloten.
De tap in De Heks staat nu overdwars.

Ik heb onkruid gewied, je steen gepoetst
en lavendel geplant. Tot slot heb ik met de
gieter de plantjes begoten. De tijd staat hier
eeuwig voor je stil tussen die twee jaartallen,
ze liggen veel te dicht bij elkaar.

Soms zie ik je weer lopen op straat: een kapsel,
een zelfde postuur of motoriek. Dan herken ik
je kleding of meen ik een gelaatstrek –
maar altijd heb ik het mis, ben jij het niet,
is mijn adem weer voor niets gestokt.

Ik fiets zo meteen weer terug, jij blijft hier.
Ik zeg tot ziens, of denk het in ieder geval.
Het heeft allemaal zo godvergeten weinig zin,
mijn bezoek, het gieten en de plantjes, maar
bovenal, dat jij hier al meer dan dertig jaren ligt.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Digitale kunst, kunst of vermaak?

Sargasso’s kunstgalerie geeft ruimte aan kunstbloggers. Elke eerste zondag van de maand een bijdrage van Krina van der Drift van Kunstdwalingen.

Twee jaar geleden was ik voor een heerlijke herfstvakantie in Parijs. Daar bracht ik een bezoek aan ‘l Atelier des Lumières, een digitaal kunstcentrum gevestigd in een gerenoveerde gieterij uit de negentiende eeuw. Digitale tentoonstellingen die grote namen in de kunstgeschiedenis onder de aandacht brengen, worden geprojecteerd op de vloer en op de tien meter hoge wanden van de hal van het Atelier.

Op dat moment was er een tentoonstelling over Gustav Klimt. Een drie kwartier durend spel van licht en muziek, waarbij de werken uit de hele carrière van Klimt op gigantisch formaat overal om je heen waren. Zeker indrukwekkend vond ik, omdat je weliswaar met veel mensen was, maar toch alle ruimte had om te bewegen, in de donkere ruimte, en je eigen beleving te hebben. Een perfecte mix van kunst en vermaak. De tentoonstellingen worden zo om het half jaar veranderd en nu zag ik dat het gaat om Monet, Renoir en  Chagall. Zeker een aanrader als je nog eens naar Parijs gaat, maar dat is nu niet echt aan de orde in coronatijd. De laatste maanden bereikten mij echter verschillende berichten over dergelijke initiatieven in Nederland. Ik heb er twee bezocht en had twee  zeer verschillende ervaringen.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Dreamlife

RECENSIE - Sargasso’s kunstgalerie geeft ruimte aan kunstbloggers. Elke vierde zondag van de maand een bijdrage van Wilma takes a break.

Naar de film in een museum? Dat is precies wat Museum De Pont in Tilburg dit najaar organiseert!
Dreamlife is de eerste grote filmproductie van de Nederlandse kunstenaar Melvin Moti. Deze film is in januari van dit jaar in première gegaan op het International Film Festival Rotterdam (IFFR). Museum De Pont draait de film nu voor het eerst in een museale omgeving. Naast Dreamlife krijg je ook nog een selectie uit Moti’s filmoeuvre te zien. “Het leukste cadeau in het donker”, ontdek je dit najaar in Museum de Pont in Tilburg.

Dreamlife Melvin_Moti en de vinken_© foto Wilma Lankhorst

Melvin Moti en het verhaal van de vinken © foto Wilma Lankhorst

Wie is Melvin Moti?

Melvin Moti (Rotterdam, 1977) ging na de middelbare school naar de Academie voor Beeldende Vorming in Tilburg (nu Fontyns Hogeschool voor de Kunsten). Hier kreeg hij o.a. les van wijlen animatiefilmer Gerrit van Dijk. Na Tilburg vervolgde Moti zijn studie in Amsterdam bij De Ateliers (1999-2001). Melvin Moti is bekend door zijn korte, vaak abstracte en verstilde films. Moti is gefascineerd door het fenomeen ‘onderbewustzijn’. In 2006 kreeg hij de Charlotte Köhler Prijs en in 2015 de ABN AMRO Kunstprijs. De jury noemde Moti ‘een van de meest eigenzinnige en talentvolle Nederlandse kunstenaars van zijn generatie’.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Water naar de zee

Hoe nietig een mens wel is, valt af te meten aan de hoeveelheid water die een mens naar zee kan dragen.

Het zou in een flesje kunnen.

U zag Wim T. Schippers op 6 december 1963 een flesje Green Spot limonade leeggieten in de Noordzee bij Petten. Een ‘waarachtig oninteressant feit’, speciaal voor de pers ‘herhaalde daad die eerder plaatsvond op 29 oktober 1961’.

Dat kon toen nog: een Amerikaans product in zee flikkeren.

De Amerikanen hielpen niet alleen ons land te bevrijden van de Duitse bezetters, maar overspoelden ons land ook met een tsunami aan Amerikaanse waar.
Inmiddels weten we dat je niet zomaar alles in zee kan storten zonder onze habitat in gevaar te brengen. Kunnen we dan nog wel water naar de zee dragen? Jawel….

Geïnspireerd door het werk van Richard Long (‘art made by walking in landscapes’) schonk kunstenaar Bruno van den Elshout zich in het Kröller-Müller Museum een glas water in, liep nog even langs de aldaar tentoongestelde werken van Richard Long (From the River, Wood Line en Stone Line), verliet het museum en liep, met het glas water, in vijf dagen naar het Haagse Zuiderstrand om daar het glas leeg te drinken.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Foto’s

Sargasso’s kunstgalerie geeft ruimte aan kunstbloggers. Elke tweede zondag van de maand verbinden M&M een door Maria Willems gemaakte foto aan een gedicht van Michiel van Hunenstijn.

Thonetstoelen en bosje bloemen - foto Maria Willems

Je maakt foto’s met die loodzware, lompe spiegelreflex.
Je fotografeerde de stoel aan de tafel, de deur, je maakte
een foto van de koelkast. Flitsen deed je nooit, want
je had geen flits. Je fotografeerde je broer, die balanceerde
op een drijvend oliedrum. Je fotografeerde de hond erbij,
rolletje vol.

Achter het dorp woonde de dorpsgek in een haveloos kraakpand.
Gekke Evert, jij praatte met hem. Er stak een diepvriesmaaltijd
uit de zak van zijn colbert. Hij had zo’n uiterlijk: wilde haren,
bonte kleren, haveloos en onverzorgd. Jij wilde zijn portret.
Zijn karakteristieke kop. Dat mocht. De week daarna klopte je aan,
deed hij open: net in het pak, haren gekamd, glad geschoren,
hij ging immers op de foto. Daar ging je portret.

Je verliet het dorp, ’s ochtends vroeg, de wieltjes van je rolkoffer
maakte iedereen in buurt wakker. Je gang was richting station,
je ging de wereld in. Je wist genoeg, je had het allemaal al
wel gezien: Je had postzegels gespaard in albums, schelpen
en alle knipsels van de maanlanding. Je had de avondvierdaagse
met het meisje van de bakker gelopen, je had er foto’s van.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Vermoorde Kunst

Een paar weken geleden bezocht ik de tentoonstelling “Vermoorde Kunst” die in Elburg en Nunspeet plaats vindt. Een nare titel voor een tentoonstelling misschien, maar het zegt wel precies waar het om gaat; werk van joodse kunstenaars die in de tweede wereldoorlog werden vermoord. Tijdens de tweede wereldoorlog werden veel joodse kunstenaars omgebracht en daardoor konden zij ook geen kunst meer maken en werd ook hun talent en de kunst vermoord. Voordat zij vermoord werden was het vaak ook ingewikkeld om door te werken. Zij werden vanwege hun afkomst vervolgd. Ze moesten onderduiken en werkten daar door of ze weigerden onder te duiken of de Jodenster te dragen en werkten openlijk door. Het werk wat tentoongesteld wordt is in tegenstelling tot de titel niet zo cru; je ziet in het werk niet terug wat ze meemaakten. Er is heel verschillend werk te zien in allerlei stijlen en gemaakt door verschillenden generaties. De hele tentoonstelling vertelt een indringend verhaal.

Als eerste bezocht ik Museum Sjoel in Elburg voor het eerste gedeelte van de tentoonstelling. Heel erg verrast was ik door het prachtige buurtje waarin het museum gelegen is en zeker ook door het museum zelf. Het is gehuisvest in een monumentaal synagogegebouw in het mooie stadje. Het is een verhalenmuseum over het dagelijks leven van twaalf joodse families die vanaf 1700 in Elburg woonden. Op een boeiende manier wordt hun verhaal verteld door voorwerpen en vele videofilmpjes. In dit museum is het werk van het bekende kunstenaarsechtpaar Else Berg en Mommie Schwartz te zien. Dit joodse echtpaar maakte ruim dertig jaar deel uit van de Amsterdamse en Bergense avant-garde. Ze reisden veel en laten zich voortdurend inspireren door de vernieuwingen in de moderne kunst. Bovenstaand schilderij “Portret van een jong meisje” is van Else Berg. Onderstaand schilderij is van Mommie Schwartz gemaakt vanuit hun atelier in Amsterdam wat uitkeek op het Sarphatipark. Dit is één van de laatste schilderijen die hij gemaakt heeft, voordat ze beiden in Amsterdam werden opgepakt en in november 1942 in Auschwitz vermoord.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag met Bep Rietveld

VERSLAG - Bep Rietveld, is één van de dochters van Gerrit Rietveld. Zij wordt in Museum Flehite in Amersfoort geëerd met een tentoonstelling ‘Schilder-tekenaar in oorlogs- en vredestijd’. Centraal in deze presentatie staan haar kamptekeningen. Met het oog op de herdenking van 75 jaar bevrijding in Nederlands-Indië (15 augustus jl.) nodig ik je uit voor een bezoek aan deze gedenkwaardige tentoonstelling.

Sneak preview: Bep Rietveld in Museum Flehite

Bep_Rietveld_zelfportret (1993)

Zelfportret (1993) © Bep Rietveld – Museum Flehite.

Wie is Bep Rietveld?

Elisabeth Rietveld is op 26 oktober 1913 in Utrecht geboren. Ze is de oudste dochter van meubelontwerper en architect Gerrit Rietveld (1888-1964) en (verpleegster) Vrouwgien Hadders (1883-1957). Het echtpaar kreeg zes kinderen, twee dochters en vier zonen. Naast Elisabeth (hierna Bep genoemd) traden haar broer Jan (architect), Gerrit jr. (meubelontwerper) en Wim (ontwerper) in het creatieve voetspoor van vader Gerrit. Nadat Gerrit sr. uittrad bij de gereformeerde kerk en in 1924 Truus Schröder-Schräder, weduwe van advocaat Schröder leerde kennen, kwam het huwelijk onder druk te staan. Bep had een ingewikkelde relatie met haar vader: ze bewonderde hem vanwege zijn werk, maar ze had veel moeite met zijn relatie met Truus Schröder-Schräder.

Bep Rietveld Zelfportret (1929)

Zelfportret (1929) © Bep Rietveld – Museum Flehite.

Vorige Volgende