serie

Kiezen en Delen

Foto: daisy.images (cc)

Vijf lekkere voornemens

COLUMN - Deze column gaat niet over waarom we onze goede voornemens niet nakomen. We weten nu wel dat we hopeloos irrationeel zijn – voornemens zijn gedoemd te mislukken, omdat ons ideale toekomstige zelf elke dag strijd moet voeren met onze dagelijkse gewoontes. Hieronder dus geen obligate tips als ‘wees specifiek, definieer kleine stappen, committeer jezelf aan je doel door het op Facebook aan te kondigen’; dit stuk biedt inspiratie aan de bikkelhard irrationele persoon, die niet eens weet wat hij moet zeggen als er vanavond gevraagd wordt wat zijn goede voornemen voor 2015 is.

Het zijn voornemens die direct lekker zijn om uit te voeren. Menselijk en haalbaar, zelfs als je een kater hebt.

  • Slaap meer. Slapen is goed voor je wilskracht en je aandachtsspanne. Beide kunnen opraken als je er teveel van vraagt, waardoor je steeds korter vooruit kunt denken en steeds langzamer werkt. Zo kom je in een vicieuze cirkel en houd je steeds minder tijd over om te slapen.
  • Neem lekker veel kleine risico’s. We voelen tegenzin om een verlies te riskeren, zelfs als het maar een klein verlies is, maar die tegenzin weerhoudt ons van leuke grote meevallers. Dus sluit geen kleine verzekeringetjes meer af voor je telefoon; neem een groot, maar betaalbaar eigen risico in je zorgverzekering en zet het bespaarde geld op een rekening. Waag veel kleine poginkjes tot iets nieuws, ga naar een rare bijeenkomst of kook eens iets anders. Het kost weinig, levert heel vaak niets op, maar kan soms heel goed uitpakken.
  • Foto: daisy.images (cc)

    Bestaat pure naastenliefde?

    COLUMN - Kerst is de tijd waarin we stilstaan bij het belang van naastenliefde. Hoewel oncontroversieel als ideaal, bestaat er een eeuwenlang wetenschappelijke discussie over het bestaan van pure naastenliefde of altruïsme, de bezorgdheid om het belang van een andere, niet verwante persoon. Voor de meeste, op het oog altruïstische gedragingen kan namelijk altijd wel een ‘zelfzuchtige’ reden worden gevonden, naar het beroemde dictum “Scratch an altruist and watch a hypocrite bleed”. Nieuwe meetmethoden in het laboratorium en in de neurologie werpen nieuw licht op deze eeuwenoude vraag.

    Stel een vriendin geeft een groot bedrag aan een goed doel. Doet zij dat puur uit medeleven met de ontvangers van het geld, probeert ze indruk te maken op haar vrienden, of heeft ze graag een goed gevoel over zichzelf met de feestdagen?

    In het laboratorium kunnen de redenen voor vrijgevigheid uit elkaar worden getrokken. Eén van de belangrijkste meetmethoden voor vrijgevigheid in de gedragseconomie vormt het gedrag in het “dictatorspel”. In het dictatorspel krijgt een deelnemer, de “dictator”, geld van de experimentator, dat zij moet verdelen tussen zichzelf en een andere onbekende deelnemer (of een goed doel). De verdeling wordt daadwerkelijk geïmplementeerd, zodat vrijgevigheid ook daadwerkelijk geld kost.

    Hoe simpel het ook is, wetenschappers hebben al veel geleerd van variaties op dit spelletje. Zo blijkt bijvoorbeeld dat de meeste mensen bereid zijn gemiddeld 28% van het geld weg te geven, dat vrouwen en oude mensen vrijgeviger zijn, en dat mensen liever iets geven aan een persoon die in nood is buiten zijn eigen schuld.

    Foto: daisy.images (cc)

    Kiezen en Delen | Het ultieme kerstcadeau

    COLUMN - Cadeaus zijn lastig. Al koop je iets voor je beste vriend of je zus, het blijft moeilijk in te schatten hoe gelukkig je iemand maakt met een cadeau. Mijn eigen inkoopstrategie is vaak zeer naïef: ik koop dat wat ik zelf leuk vind. Maar hoewel mijn familie en vrienden meer op mij lijken dan willekeurige personen en ik natuurlijk erg mooie cadeaus uitzoek, lijk ik er zelf vaak net iets meer waarde aan te hechten dan de ontvanger.

    Een oud onderzoek bij apen suggereert dat dat universeel is. Geef een aap een waterijsje, en hij is als een kind zo blij. Pak je het af in ruil voor een een flinke lik pindakaas, dan schreeuwt hij uit protest. De conclusie is niet dat apen meer van waterijsjes houden, want als je de procedure omdraait, krijsen ze net zo hard.

    Blijkbaar waardeerden ze dat wat ze als ‘eigen’ beschouwden meer dan iets nieuws. Ditzelfde gedrag vertonen mensen bij het kopen van huizen en, in een klassiek experiment van Daniel Kahneman, zelfs bij lelijke universiteitsmokken. Studenten die zo’n mok hadden, wilden die voor drie dollar niet kwijt, maar wie de mok kon kopen, had er hooguit één dollar voor over. Kortom, weggeven kost de gever altijd meer dan het de ontvanger oplevert.

    Dat verschil in gebruiksplezier tussen gever en ontvanger van een cadeau is een algemeen verschijnsel, dat ‘deadweight loss’ genoemd wordt. Eigenlijk is er maar één manier waarop je een cadeau kunt geven zonder deadweight loss: door een geldbedrag te schenken aan een minder vermogend persoon. Ook een mooie kerstgedachte, maar weinig bevredigend in de context van de famiiekerstboom.

    Foto: daisy.images (cc)

    Afdingen in eigen land

    COLUMN - Onderhandelen met verkopers is iets voor op vakantie, op een Turkse bazaar of een Thaise markt. In elke toeristengids staat wel een kleine handleiding om de westerse consument voor uitbuiting te behoeden. Die is namelijk een onervaren onderhandelaar, want in het Westen heeft afdingen in winkels geen enkele zin. Winkeliers hangen hun prijskaartjes tenslotte niet voor niets op.

    Tenminste, dat is het idee. Maar klopt dat eigenlijk wel? Economen Sandro Shelegia en Joshua Sherman nemen in een pas verschenen paper de proef op de som. Zij stuurden twaalf onderzoeksassistenten op pad, die samen bijna driehonderd winkels in Wenen bezochten.

    De assistenten werden geïnstrueerd om interesse te veinzen voor producten in een gegeven prijsklasse, variërend van 30 tot 1000 euro. De assistenten startten vervolgens een conversatie met de verkoper, en zodra een goed moment zich voordeed vroegen ze om een korting. Ze vroegen niet naar een bepaalde prijs of percentage en gaven geen redenen voor hun vraag. Op die manier probeerden de onderzoekers 751 producten te kopen, met een mediaanwaarde van 135 euro.

    Het blijkt dat onderhandelen loont: de gemiddelde korting in alle onderhandelingen bedroeg 10 euro. De vraag om korting werd gehonoreerd in veertig procent van de gevallen, en als er een korting werd gegeven bedroeg die gemiddeld 25 euro. De gemiddelde korting bedroeg een kleine 5% van de aankoopprijs, en liep op als het product duurder werd. Als de auteurs alle producten waarop ze korting kregen hadden gekocht hadden ze achtduizend euro bespaard, op een totaal bedrag van ongeveer tachtigduizend euro.

    Foto: daisy.images (cc)

    Kiezen en Delen | Wie zoet is…

    COLUMN - Twee mannen staan op een perron in Keulen. Éen van beiden, Günther, gooit zijn koffiebeker op de grond. Manfred stapt op hem af en zegt vermanend “Wil je dat bekertje even oprapen? Het perron is geen afvalbak.”

    Dit wordt geen Duitsersmop. Het bovenstaande geënsceneerde voorval was onderdeel van een wetenschappelijk experiment over normhandhaving. Een paar seconden later liet éen van beiden namelijk zijn tas met boeken vallen. De onderzoekers registreerden hoe vaak diegene geholpen werd door toeschouwers, en of dat afhing van zijn gedrag daarvoor.

    Of Manfred net Günther had berispt, had geen invloed op of hij hulp kreeg – 40% van de omstander hielp hem. Daarentegen hielp men Manfred, als hij na zijn bekertje ook nog zijn boeken liet vallen, minder dan half zo vaak.

    Waarom helpen we onbekenden eigenlijk? Daarvoor zijn twee verklaringen. De positieve is ‘what goes around comes around’- ik help haar, daarom help jij mij, zoals op online platforms als Peerby. De negatieve verklaring is dat we gestraft kunnen worden door types als Manfred als we asociaal gedrag vertonen. Maar die tweede verklaring is controversieel. Waarom zou iemand de moeite doen om een ander te straffen, als hij daar zelf niets voor terugkrijgt, maar wel het gevaar loopt in elkaar geslagen te worden?

    Foto: daisy.images (cc)

    De vloek der vrijheid

    COLUMN - Vrijheid is een groot goed. In de geschiedenis hebben vele mensen er hun leven voor gegeven. Nu we vrijer zijn dan we ooit waren, lopen we echter tegen de keerzijden van die vrijheid aan. Zoals in het beroemde voorbeeld van Odysseus, die zich vrijwillig liet vastbinden om de Sirenen te kunnen beluisteren, zijn we soms juist beter af als we onszelf vrijheid ontnemen.

    De hoeveelheid keuzes die we dagelijks moeten maken is enorm toegenomen in onze complexe maatschappijen en veel mensen hebben moeite daarmee om te gaan. De psycholoog Barry Schwartz zegt zelfs dat we zonder extern opgelegde grenzen verlamd kunnen worden door alle keuzes die we moeten maken, en soms het liefst helemaal niet meer kiezen. Bovendien zwichten we vaak voor verleidingen en uitstelgedrag, ook al gaat dat tegen hun beter weten in.

    In een recente studie naar uitstelgedrag laten de econoom Augenblick en co-auteurs bijvoorbeeld proefpersonen een lange termijnplanning maken voor een vervelende overschrijftaak. Mensen wijken systematisch af van hun planning, en op de dag dat het werk moet worden gedaan doen ze gemiddeld 9% minder werk dan gepland. Ook over snackgedrag is veel geschreven. Vijf hoogleraren voedingskunde publiceerden vorige week een manifest tegen snack-stellingen net voor de kassa, waar mensen zich aan ergeren omdat ze de verleiding vaak niet kunnen weerstaan.

    Foto: daisy.images (cc)

    Kiezen en Delen | Wilskrachtige werknemers

    COLUMN - Dat de robots komen om onze banen te stelen is nu duidelijk. In een strip wordt het probleem zo samengevat: Werkgever tegen werknemer: “U werkt één uur per dag en surft zeven uur per dag op internet… we hebben nu een machine die datzelfde kan.”

    Beetje flauw. Maar in de kern zit een echt probleem dat iedere werknemer herkent: gebrek aan wilskracht. We werken meestal niet zo hard als we denken dat we zullen doen. Als je student bent, of zzp’er, heet dat uitstelgedrag. Je moet vandaag iets afmaken, maar er komt een berichtje tussendoor dat nu even leuker is – morgen maak je die klus echt af. Maar morgen bestaat Facebook nog steeds, en zou je bovendien al iets anders afmaken. Werk je voor een baas, dan heeft dat uitstelgedrag nog grotere consequenties. Niet alleen wordt alles haastwerk, maar het kan je zelfs je salarisverhoging of bonus kosten. En voor die werkgever kost het ook nog geld.

    Drie economen hebben nu aangetoond dat daar iets aan te doen is. Het uitstelgedrag van werknemers, in dit geval 124 Indiase datatypisten, wordt beïnvloed door het moment en de manier waarop ze betaald krijgen voor hun werk. En nog belangrijker: de werknemers zijn zich ervan bewust zijn dat ze aan uitstelgedrag lijden, en willen daar eigenhandig ook best iets aan doen.

    De werknemers kregen standaard 0.03 roepie betaald per dataveld dat ze ingevuld hadden (dat is 0.0004 cent – gemiddeld verdienden ze zo’n drie euro per dag). Tijdens het experiment, dat elf maanden duurde, mochten ze daarnaast kiezen of ze een target wilden. Als ze dat zichzelf wilden opleggen, kregen ze pas 0.03 roepie per dataveld als het ze lukte om er minstens 4000 op een dag in te vullen, en maar 0.015 als ze er minder dan die 4000 haalden.

    Foto: daisy.images (cc)

    Kiezen en Delen | Verplaats u in de ander – maar met mate

    COLUMN - In de serie Kiezen en Delen kijken Joël en Eva met een gedragseconomische blik naar alledaagse beslissingen. Vandaag een bonusaflevering.

    Ik was zeven en speelde verstoppertje in het zwembad. In het bad was iemand moeilijker te vinden dan op de kant, stelde ik vast. Daarom wilde ik gaan watertrappelen achter de glijbaan. Tot ik me realiseerde dat mijn vriendje me daarom juist in het water zou zoeken. Ik moest me dus ergens op de kant verstoppen. Of zou hij bedenken dat ik dit ook had bedacht en dat ik dus toch het beste het water in kon gaan? Of zou hij zelfs bedenken dat ik ook deze volgende gedachtestap had gemaakt en moest ik daarom eigenlijk toch de kant op?

    Het duizelde me, en ik werd gevonden voor ik uitgedacht was. Jaren later kreeg ik college over speltheorie en leerde ik dat deze duizeling theory of mind wordt genoemd.

    John Maynard Keynes, de beroemde Britse econoom, zag het belang van de theory of mind voor de economie. Hij beschouwde de hele economie als een beauty contest, een schoonheidswedstrijd zoals die in het interbellum populair was.

    Kranten drukten een serie foto’s met aantrekkelijke dames af; inzenders moesten raden welke dame als aantrekkelijkste gezien werd en maakten kans op een etentje met haar. Het was dus zaak om niet op de dame te stemmen die je zelf het aantrekkelijkste vond, maar om te gokken op wie in de ogen van de meeste anderen het aantrekkelijkste was. Keynes constateerde dat daardoor net als in de aandelenmarkt niet altijd de meest aantrekkelijke optie boven komt drijven.

    Foto: daisy.images (cc)

    Kiezen en Delen | Egonomie

    COLUMN - In de serie Kiezen en Delen kijken Joël en Eva elke woensdag met gedragseconomische blik naar alledaagse beslissingen. Deze column verschijnt ook op Sciencepalooza.

    We kennen ze allemaal: mensen die zichzelf heel wat vinden, en denken dat al hun projecten een fantastisch succes gaan worden. In extreme gevallen omschrijven psychologen dit als een narcissistische persoonlijkheidsstoornis, maar een klein beetje gestoord zijn we allemaal. Zo denken bijvoorbeeld 69% van de Zweedse (en 93% van de Amerikaanse) autobestuurders dat ze beter rijden dan de mediaan en gelooft 94 % van de academici dat ze betere leraren zijn dan de gemiddelde collega. Daarnaast doet bijna iedereen soms wel aan wensdenken, waarbij we een grotere waarschijnlijkheid toekennen aan positieve uitkomsten dan aan negatieve.

    Een nieuwe tak van de gedragseconomie, die ik ‘egonomie’ zal noemen, onderzoekt de wisselwerking tussen dit soort zelfoverschatting en economische instituties zoals marktwerking. Een mooi voorbeeld is een recent experiment van de Australische onderzoeker Guy Mayraz. Hij gaf proefpersonen de opdracht om graanprijzen te voorspellen aan de hand van historische data. Het geld dat de deelnemers in het experiment konden verdienen was afhankelijk van de gerealiseerde graanprijzen. Bovendien speelde de helft van de deelnemers de rol van ‘bakkers’, die meer geld verdienden als de daadwerkelijke graanprijzen laag waren. De andere helft bestond uit ‘boeren’ die juist verdienden aan hoge graanprijzen.

    Wensdenken bleek een sterke invloed te hebben op de deelnemers: de schattingen van de boeren, op basis van identieke informatie, lagen significant hoger dan die van de bakkers. Een mogelijke verklaring ligt in het zogenaamde ‘verwachtingsplezier’: een positieve verwachte uitkomst in de toekomst maakt je meteen al blij, terwijl een slechte verwachte uitkomst ook onmiddellijk een slecht humeur oplevert.

    Foto: daisy.images (cc)

    Kiezen en Delen | Eenpersoons fooi

    COLUMN - In de serie Kiezen en Delen kijken Joël en Eva elke woensdag met gedragseconomische blik naar alledaagse beslissingen. Deze column verschijnt ook op Sciencepalooza.

    Geld weggeven, aan een goed doel of als fooi voor goede service, kan heel bevredigend zijn. Maar je kunt je ook gedwongen voelen. In een pizzeria in New York gaf ik ooit veertig procent fooi – per ongeluk, want ik wist best dat twintig procent daar de norm was. Ik wist alleen niet dat pizzeria’s de norm vaak al bij de rekening optellen.

    De hoogte van een fooi wordt grotendeels bepaald door wat iemand denkt dat normaal is. Daarom ziet de bediening van restaurants graag ‘tweetjes’ als gasten. De betalende partij wil geen kleinzielige indruk maken op de ander, wat het personeel ten goede komt.

    Bij grotere groepen zien nog meer mensen wat jij bijlegt. Je zou verwachten dat daardoor iedereen meer fooi geeft, maar het tegenovergestelde is waar. Hoe groter de groep, des te minder fooi komt er per persoon op tafel – iedereen verwacht dat de ander zijn verantwoordelijkheid neemt.

    Die onlogische neiging om ons te verstoppen achter andermans rug treedt ook op in levensbedreigende situaties. Als er meer toeschouwers zijn, is de kans kleiner dat één van hen een kind uit het water redt: het zogenaamde bystander effect (de kans op hulp is omgekeerd evenredig aan de hoeveelheid potentiële redders) zorgt voor lamlendigheid. Als het echt nodig was, zou iemand anders toch wel iets doen?

    Foto: daisy.images (cc)

    Kiezen en Delen | Pay what you want

    COLUMN - Verschillende Nederlandse ondernemers experimenteren met pay-what-you-want betalingssystemen. Een sympathiek concept, maar loont het ook?

    In Rotterdam opende deze zomer het Geefcafe haar deuren, een Pay-What-Yo-Want (PWYW) restaurant waar je zelf kiest hoeveel je betaalt voor je eten: 20 euro, 10 euro, of gewoon helemaal niets. PWYW is een idee dat langzaam aan populariteit wint, nadat Radiohead in 2007 haar album In Rainbows via PWYW aanbood op internet.

    Amsterdam heeft al sinds vorig jaar een PWYW koffiehuis/lunchroom op de Albert Kuypstraat met de welluidende naam TRUST. Op haar website wordt het betaalconcept met grote welsprekendheid aangekondigd:

    To give is to receive. Giving from your heart encourages you to listen to your inner voice and trust this guidance for decisions in every day living. We trust in what you freely give. Trust, give and share your heart.

    Prachtige woorden, maar uit onderzoek blijkt dat de inner voice van PWYW klanten juist roet in het eten kan gooien. Gedragsonderzoeker Ayelet Gneezy deed met haar co-auteurs verschillende veldexperimenten naar PWYW.

    In één van de experimenten varieerden de onderzoekers de prijzen en de mogelijkheid tot PWYW bij de verkoop van herinneringsfoto’s in een attractiepark. In een artikel in de Proceedings of the National Academy of Sciences laten ze zien dat veel mensen bereid zijn vrijwillig iets te betalen onder PWYW, maar ook dat de verkoop onder PWYW afneemt in vergelijking met een vaste, lage prijs.

    Vorige