serie

Kiezen en Delen

Foto: daisy.images (cc)

Service met bijsmaak

COLUMN - Ziet u de waarde van transparantie en directe feedback op uw werk? Zo ja- geldt dat ook voor de supermarkt? Wat bij de kassa het totaalbedrag wordt, is nu een verrassing. Als je 25 euro bij je hebt, vergt het heel wat hoofdrekencapaciteit om onder dat bedrag te blijven. Het zou handig zijn om op je google glasses geprojecteerd te krijgen wat het totaalbedrag is van de inhoud van je mandje. Waarom bestaan er nog winkelwagentjes zonder een simpel scanapparaatje met rekenmachine?

Die gedachte hebben twee Nederlandse en twee Amerikaanse onderzoekers uitgewerkt. Wat is het effect van directe feedback op hoeveel geld je uitgeeft? Specifiek voor mensen die boodschappen doen binnen een bepaald budget zou zo’n overzicht een uitkomst zijn, voorspelden ze. Daarom onderscheidden de onderzoekers twee groepen klanten: de ‘budgetshoppers’, ongeveer 35 procent, en de andere klanten. Directe feedback over de prijs bleek totaal verschillende effecten te hebben op die twee groepen.

Bij de ingang van een supermarkt in Atlanta werd de klanten gevraagd of ze een bepaald budget in gedachten hadden. De helft van alle deelnemers kreeg vervolgens een boodschappenwagentje met een iPad, waarmee ze gemakkelijk de totaalprijs konden bijhouden. In totaal waren er dus vier groepen deelnemers: deelnemers met of zonder budget, die willekeurig wel of niet een feedbackmogelijkheid toebedeeld kregen. Wie binnen zijn zelfgenoemde budget bleef, kreeg een hogere beloning.

Foto: daisy.images (cc)

Immigratiezorgen en bitterheid

COLUMN - Het anti-immigratie populisme groeit, daarvan getuigt de verkiezingsoverwinning van het Front National en de nieuwe records van de PVV in de opiniepeilingen. In de Verenigde Staten leidt Donald Trump in opiniepeilingen van de Republikeinse voorverkiezingen, ondanks (of dankzij) vergaande voorstellen tegen moslimimmigratie. Maar wie zijn de stemmers die zich zoveel zorgen maken over vluchtelingen?

Een discussie-paper dat vorige week door een vooraanstaand Duits onderzoeksinstituut werd gepubliceerd, vindt een sterke relatie tussen zorgen om immigratie en “bitterheid” in het leven. Het paper baseert zich op data van het Duitse socio-economic panel, waarin onder andere de vraag wordt gesteld “Compared to other people, I have not achieved what I deserved”. De mate van instemming met die stelling interpreteren de onderzoekers als “bitterheid”, een complexe emotie die bestaat uit een mix van boosheid en wanhoop, gevoed door het gevoel slecht behandeld te zijn door anderen of door het lot.

De auteurs laten zien dat de mate van bitterheid sterk samenhangt met “Worries about immigration”. Onder de zeer bitteren geeft 43% aan grote zorgen te hebben over immigratie, terwijl dat onder de minst bitteren 16% is. Die relatie bestaat voor zowel mannen als vrouwen van alle bevolkingsgroepen en opleidingsniveaus, in stabiele en onstabiele arbeidsrelaties en in zowel West als Oost-Duitsland. Daarnaast laten de auteurs zien dat personen die bitterder worden met de tijd, ook meer zorgen over immigratie uiten, een effect dat niet wordt gedreven door onderliggende veranderingen in inkomen.

Foto: daisy.images (cc)

Financiële prikkels met pootjes

COLUMN - “In het eerste experiment betaal ik proefpersonen om ze hele insecten te laten eten: zijderupslarven, meelwormen en een aantal krekelsoorten.”

Deze zin komt uit een nog ongepubliceerd artikel van een econoom van Stanford University. Twee van mijn professionele hobby’s komen hierin samen: dat wat ‘de eiwittransitie’ wordt genoemd, oftewel, hoe krijgen we mensen zover dat ze minder eiwit eten dat uit vleesproducten afkomstig is; en experimenteel onderzoek naar hoe mensen reageren financiële prikkels. Eigenlijk ben ik jaloers. Ik had ik zelf op de vraag willen komen voor hoeveel geld je mensen kunt omkopen om insecten te eten.

Het artikel is geen gimmick. Het beantwoordt de terechte vraag waarom de markt voor nierdonaties illegaal is. Een beetje econoom stelt dat er niets mis is met geldelijke beloningen voor lichaamsdelen van levende mensen: mensen kunnen de afweging zelf wel maken. Tegenstanders zeggen dat financiële prikkels mensen ertoe kunnen aanzetten om dingen doen die eigenlijk tegen hun eigenbelang ingaan. Om te onderzoeken of dat waar is gebruikt de onderzoeker dus insecten.

In totaal 671 deelnemers kregen insecten op hun bord. Een aantal deelnemers kreeg 30 dollar aangeboden om een meelworm te eten; een andere groep 3 dollar. De helft van beide groepen kon kiezen welke informatiefilmpjes over insecten ze wilden bekijken voordat ze hun keuze maakten, een positief (“Waarom u insecten wilt eten”) of een negatief filmpje. Pas na die informatie kreeg men de hapjes te zien.

Foto: daisy.images (cc)

Vrijwillig vrijgevig?

COLUMN - December staat voor de deur, een maand vol uitwisseling van cadeaus en uitingen van naastenliefde. Nederland is een vrijgevig land, met een 7e plaats op de “world giving index” die landen classificeert naar de hoeveelheid vrijwilligerswerk en de hoogte van donaties aan goede doelen. Toch is niet al die vrijgevigheid wat het lijkt, want geven voelt soms ook als een onwelkome plicht.

Verschillende studies tonen aan dat veel mensen liever situaties vermijden waarin hen wordt gevraagd om aan goede doelen te geven. Zo nemen meer mensen de zij-uitgang van de supermarkt als er bij de hoofduitgang mensen staan te collecteren. Ook blijken er minder mensen thuis te zijn als een collecte van tevoren wordt aangekondigd.

In het laboratorium doen sommige deelnemers liever niet mee aan experimenten waarin ze 10 euro kunnen verdelen tussen zichzelf en iemand anders. Eén derde van de proefpersonen is zelfs bereid geld te betalen om zo’n situatie te vermijden. In plaats van de 10 euro op te strijken gaan ze liever met 9 euro naar huis, als dat betekent dat ze geen expliciete verdelingskeuze hoeven te maken. Ook andere oppervlakkige ‘excuses’ om niet te hoeven geven worden dankbaar aangegrepen, zoals wanneer de verantwoordelijkheid voor een egoïstische keus met iemand anders kan worden gedeeld.

Foto: daisy.images (cc)

Gericht terrorisme

COLUMN - Er mist een element in de Nederlandse berichtgeving over de aanslagen in Parijs. Deze vrijdag zat ik bij de bar op Boulevard Victoire waar één van de terroristen zich daarna heeft opgeblazen. Vanaf mijn hotelkamer hoorde ik de ontploffing, en gedurende de avond loeiden de sirenes steeds vaker. Het was mij een raadsel waarom juist die buurt rond het Bataclan-theater het mikpunt was.Tot ik bij daglicht rondliep over de boulevard. Die is gevuld met joodse bedrijven: een patisserie met kosjere taartjes, een restaurant met speciale aanbiedingen voor de sjabbat, een boekhandel die in de etalage prominent “Le Judaïsme pour les nuls” heeft staan. Niet alleen was dus het theater waar de gijzeling plaatsvond in joodse handen, in totaal waren 5 van de 7 aanslagen gericht op de joodse buurt.

Wat verklaart dat iemand zichzelf opoffert om slachtoffers te maken die hij niet kent, alleen omdat ze deel uitmaken van een andere groep? Deels wordt dat door persoonlijkheidsfactoren bepaald. Sommige mensen vernietigen graag iets van alle anonieme anderen, zelfs ten koste van zichzelf; dat is niet alleen terroristen eigen, maar geldt voor zo’n 10% van de mensheid. Het ontmenselijken van ‘de ander’, hem afschilderen als een dier of een duivel, is een veelgebruikte strategie om empathiegevoelens te verminderen.

Foto: daisy.images (cc)

Economische pijn

COLUMN - In tijden van bezuiniging bezweert de regering steevast er alles aan te doen om de “economische pijn” zo eerlijk mogelijk te verdelen. Die metafoor heeft echter maar beperkte geldigheid: uit een nieuw onderzoek blijkt dat mensen echte pijn anders verdelen dan financiële pijn.

Het artikel “Social redistribution of pain and money” dat vorige maand verscheen in het tijdschrift Nature Reports, beschrijft een experiment waarin proefpersonen een verdeling moesten maken tussen zichzelf en wildvreemde andere persoon. Daarbij ging het ofwel om 24 doodgewone Britse ponden, of om 24 ongevaarlijke maar pijnlijke elektrische schokken. In de monetaire conditie varieerden de onderzoekers of de proefpersonen een financiële winst of een verlies moesten verdelen, waarbij een financieel verlies de meest directe vergelijking met fysieke pijn oplevert.

Voor u verder leest, vraagt zich eens af u in deze situatie uw partner meer financiële of meer fysieke pijn zou toebedelen…

De proefpersonen in het experiment deden liever het eerste. Als het ging om de verdeling van een verlies van 24 pond, schoven de proefpersonen gemiddeld 12.98 pond af op de ander, terwijl de gemiddelde hoeveelheid afgeschoven schokken op 11.98 lag. Daarnaast was 32% van de proefpersonen bereid om meer schokken op zich te nemen dan hun partner, terwijl slechts 12% procent zichzelf meer verlies toebedeelde. De onderzoekers varieerden ook de aanvankelijke verdeling van de twee soorten pijn, waarna de proefpersonen die konden herverdelen. Wanneer die initiële ongelijkheid in hun eigen nadeel was, kozen proefpersonen er vaker voor om die ongedaan te maken als het om financieel verlies ging dan om schokken.

Foto: daisy.images (cc)

Van haast komt uitstel

COLUMN - Lastige taken schuiven we graag voor ons uit. Glas wegbrengen doe ik morgen, de administratie ook en overmorgen knip ik de nagels van de hond. Maar we zijn ook ongeduldig: ik wil dat de boeken die ik besteld heb vandaag nog worden bezorgd, en heb daar best een euro voor over. Die twee eigenschappen, ongeduld en uitstellerigheid, gaan samen, blijkt uit een pas gepubliceerd experiment.

Dat is merkwaardig, omdat het oppervlakkig gezien meer voor de hand ligt dat iemand die dingen uitstelt, juist ook wat geduldiger is. Klopt de conclusie wel?

Hoe ongeduldig iemand is valt goed te meten. De onderzoekers lieten MBA-studenten, die tussen de 2 en 300 dollar hadden verdiend, kiezen of ze dat geld nu wilden krijgen of twee weken later. 65% wilden liever nu het bedrag hebben dan 2% extra over 2 weken, en een een deel ging zelfs voor 12% rente in twee weken niet overstag.

Die laatste groep bleek lastige taken verder vooruit te schuiven. Dat werd onder andere vastgesteld met een maat die gebaseerd was op het beslissingen in het echte leven: het moment waarop dezelfde groep studenten eerder hun sollicitatiedocumenten voor de MBA-opleiding ingeleverd hadden. Hoe korter voor de deadline iemand de documenten had ingeleverd, des te ongeduldiger was diegene, als hij de expliciete keuze voorgelegd kreeg, om na de experimenten zijn geld te innen.

Foto: daisy.images (cc)

Voedselkeuzes voorspellen sociale keuzes

COLUMN - De resultaten van sociaal-wetenschappelijke experimenten liggen de laatste tijd flink onder vuur. Twee derde van de uitkomsten, als die al niet verzonnen blijken te zijn, zijn niet te repliceren. Maar soms is er onverwacht goed nieuws: een model dat bedoeld was om oogbewegingen bij voedselkeuzes te modelleren, blijkt ook sociale beslissingen aan de andere kant van de wereld te kunnen voorspellen.

Dat is de verbazingwekkende strekking van een artikel dat deze week werd gepubliceerd. In de ogen van een econoom vallen onze statische voorkeuren samen met onze keuzes: als we in een restaurant fazant bestellen in plaats van hutspot, houden we blijkbaar meer van fazant. Maar die voorkeuren van ons zijn veranderlijk en inconsistent (misschien wil je in volgende keer wel hutspot) en afhankelijk van de omstandigheden (als er kippensoep vooraf geserveerd wordt, kies je daarna geen fazant meer). Daarom zijn hersenwetenschappers niet alleen geïnteresseerd in observeerbare keuzes, maar ook in de duur van de beslissing. De reactietijd geeft een indicatie voor de route en het aantal afwegingen dat bij de beslissing nodig was.

Ik stel me voor dat de onderzoekers, neurowetenschappers en economen, bij een biertje hebben bedacht dat het reactietijdenmodel van de eerste weleens breder toepasbaar zou kunnen zijn. De types beslissingen die beide partijen modelleren liggen ver uit elkaar: de parameters werden gebaseerd op experimenten waarin mensen tussen etenswaren moesten kiezen, in de VS, terwijl ze in een fMRI-scanner lagen. Daarna werden die parameters gebruikt om keuzes over geldverdelingen te voorspellen, in Zwitserland. De overeenkomst was dat het steeds om keuzes ging tussen twee opties. In de VS moesten mensen 100 keer kiezen tussen variaties van “wil je 3 M&Ms of 1 stroopwafel?”, en in Zwitserland ging de keuze tussen een egoïstische verdeling (5 dollar voor jou en 1 voor de ander) of een eerlijkere (3 voor jou, 2 voor de ander).

Foto: daisy.images (cc)

Crowdsourcing

COLUMN - Eerder schreef ik in deze column over de wetenschappelijk druk tot het produceren van sexy resultaten, en het nut van replicatieprojecten die daar tegengas aan geven. De auteurs van een recent artikel in het tijdschrift Nature proberen een andere aanpak, en breken een lans voor het crowdsourcen van onderzoek.

De onderzoekers vroegen zich af wat er zou gebeuren als ze dezelfde vraag door verschillende wetenschappers lieten beantwoorden. De onderzoeksvraag in kwestie was of donkere voetbalspelers sneller een rode kaart krijgen dan hun blanke collega’s. De auteurs rekruteerden 29 academische teams via Facebook en Twitter. Elk team kreeg dezelfde dataset met gegevens uit meerdere Europese voetbalcompetities. Eerst gaven alle teams een beschrijving van hun beoogde statistische methode, die vervolgens geanonimiseerd onder alle deelnemers werd verspreid. Vervolgens gingen de onderzoekers aan de slag.

De gevonden antwoorden bleken sterk uiteen te lopen: 9 teams vonden geen verschil in de kans op een rode kaart tussen de twee groepen, 20 teams wel. Ook de grootte van het verschil varieerde, van een iets kleiner kans op rood voor donkere spelers, tot een meer dan twee keer zo grote kans.

Deze variatie onderstreept de meerwaarde van multiplicatie, zelfs als het gaat om professionele onderzoekers die de beschikking hebben over identieke data. Ook werpt het een positiever licht op de wetenschappelijke non-replicaties. Die duiden niet meteen op gesjoemel in het origineel: legitieme verschillen in onderzoeksmethoden leiden ook tot verschillende conclusies.

Foto: daisy.images (cc)

Kiezen in het kwadraat

COLUMN - Veel beslissingen, zij het in organisaties of in het parlement, worden genomen door meerderheidsstemming, waarbij iedereen precies één stem heeft. Een probleem van dit systeem is dat 51% van de mensen hun wil kan opleggen aan de overige 49%, ook bekend als de “tirannie van de meerderheid”. Als het aan de jonge econoom Glen Weyl ligt, zijn we daarom toe aan een radicaal nieuw systeem: kwadratisch stemmen.

Kwadratisch stemmen, een idee dat Weyl promoot met zijn intellectuele compaan Eric Posner, werkt als volgt. Iedereen die gemachtigd is om te kiezen kan stemmen kopen, waarbij de prijs het kwadraat is van het aantal gekochte stemmen. Dus, 1 stem kost een euro, 2 stemmen kosten 4 euro, en 1,000 stemmen kosten 1 miljoen euro. Het voorstel met de meeste stemmen wint, en het opgehaalde geld wordt vervolgens onder alle voor- en tegenstemmers gelijk verdeeld.

Het idee achter dit systeem is dat het mensen toestaat om de intensiteit van hun preferenties tot uitdrukking te brengen. Als voorbeeld geven de auteurs de aanleg van een park. Stel dat er 1000 mensen zijn die er 4 euro voor over hebben om het park niet te hebben, en 800 mensen die er 100 euro voor over hebben om het juist wel aan te leggen. Onder gewone meerderheidsbesluitvorming zou het park er niet komen, zonder compensatie voor de voorstanders. Onder kwadratisch stemmen komt het park er wel, omdat de ja-stemmers meer stemmen zullen kopen dan de nee stemmers. De nee-stemmers krijgen daarnaast compensatie omdat een deel van de uitgaven van de ja-stemmers aan hen toekomt.

Foto: daisy.images (cc)

De Sociaal Psychologische Raad

COLUMN - Er is al veel gezegd over Barack Obama’s recente executive order om gedragsonderzoek te benutten in het ontwerpen en implementeren van beleid. Cass Sunstein, Obama’s voormalige beleidsadviseur, gaat in een nieuw paper nog een stap verder, en filosofeert over de oprichting van een “Council of Psychological Advisors” , een tegenhanger van de “Council of Economic Advisors”.

In feite komt het idee niet van Sunstein, maar van de psycholoog Barry Schwartz. Hij argumenteert dat economen al veel te lang het monopolie op beleidsadvies hebben, en geeft terreinen aan waarop (economisch) psychologen een bijdrage kunnen leveren, zoals een slimmer gebruik van financiële prikkels op gebieden met veel intrinsieke motivatie zoals onderwijs en zorg, het vermijden van fouten in pensioen- en verzekeringskeuzes en het benutten van morele motivatie bijvoorbeeld bij het maken van duurzame consumptiekeuzes. Sunstein voegt daar aan toe dat gedragswetenschappelijke inzichten kunnen helpen om economische prikkels effectiever te maken, door ze de juiste plaats te geven in de “keuzeomgeving” van de beslisser, en geeft een aantal voorbeelden van zulke interventies.

In Nederland is er al een beweging gaande die gedragswetenschap een centralere rol toebedeelt in het beleid. Zo heeft o.a. het ministerie van economische zaken in navolging van de Engelse en Amerikaanse regering een “behavioral insights team” aangesteld, dat de opdracht heeft om met experimentele manipulaties beleid effectiever te maken.

Foto: daisy.images (cc)

Obama’s nudge

COLUMN - Vorige week heeft Barack Obama gedragsexperimenten hartstochtelijk omarmd, “om het Amerikaanse volk beter van dienst te kunnen zijn”. Hij moedigt ministeries aan om gedragswetenschappen overal waar mogelijk te gebruiken en uit te testen. Zijn enthousiasme is gebaseerd op een rapport met resultaten op het gebied van o.a. studieleningen, pensioenen en ziektekostenverzekeringen. Veel bestaand beleid is gebaseerd op het idee dat burgers rationele afwegingen maken, wat ook in Nederlandse setting tot averechts uitpakkende wetswijzigingen en norm-ondermijnende informatiecampagnes (een filmpje dat geweld tegen hulpverleners laat zien) heeft geleid. Met kennis van de voorspelbaar irrationele kanten van de mens zou beter beleid gemaakt kunnen worden.

Mooie recente voorbeelden daarvan te over. De Belastingdienst heeft bijvoorbeeld post-its op de enveloppen geplakt met “Denkt u aan uw aangifte?”, waardoor mensen binnen zeven in plaats van twaalf dagen reageerden. Ook financiële beslissingen worden beïnvloed door kleine veranderingen. Veel studenten vroegen bijvoorbeeld de maximaal toegestane studielening aan. Toen de default in het aanvraagformulier werd veranderd naar een lager bedrag, daalde het percentage maximale leningen van 68 naar 11 procent. Ook het experiment dat deze maand het journaal haalde, waarbij gevangenen voedingssupplementen krijgen in de hoop dat ze daardoor minder agressief worden, is een succesvol voorbeeld. De voedingssupplementen zorgden voor een daling van 34 procent in gerapporteerde geweldsincidenten en worden daarom nu bij een grotere groep uitgetest.

Vorige Volgende