serie

Het Regeerakkoord

Alles over het regeerakkoord van Rutte-II.


Foto: daisy.images (cc)

VVD en PvdA moeten durven experimenteren

OPINIE - De formatie was een ruil van programmapunten in plaats van onderhandelde compromissen. Dat is een riskante depolitisering, want achterbannen zullen ideologischer redeneren dan partijtoppen . Om de risico’s daarvan te vermijden, moet een breed experimentenbeleid worden opgezet.

De formatie is gelukt ‘door elkaar wat te gunnen.’ De peilingen laten een terugval voor VVD en PvdA zien. De muiterij in de VVD lijkt even bezworen, maar nieuwe oproeren, ook bij de PvdA, lijken onvermijdelijk. Goede politiek vereist  een heldere en concrete verklaring, verpakt in een hogere bedoeling. Als je het niet eens bent over dat hogere doel, doe je aan incrementalisme. Dat is geen schande:  elk stapje naar meer humaniteit of effectiviteit  is er één.

Maar het systematisch in stand laten van verschillende hogere doelen is niet verstandig. Voor  Rutte is het een spagaat: ‘We gaan niet fuseren met de PvdA, want we zijn heel verschillend, maar het is een betrouwbare coalitiepartner.’ Ik schiet in de lach als ik denk aan   het gezicht van Hans Spekman bij het horen van die boodschap.

Ideologische verstarring

De verzuiling kende het pacificatiemodel: tussen de zuilen werden verschillen aangedikt, maar de toppen van de zuilen pacteerden en heersten. D66 zag niets in ideologie, maar het pragmatisme als politiek richtsnoer heeft het niet gered. De Gaulle’s  premier Balladur heeft ooit beschaving gedefinieerd als de strijd tegen de markt. Als Spekman hem citeert, zal de VVD hem ongetwijfeld op het matje roepen.

Foto: daisy.images (cc)

De valse onderwijsbeloftes van Rutte II

OPINIE - Het klonk zo mooi bij de presentatie van het regeerakkoord: Het onderwijs is de enige sector waarop niet bezuinigd wordt, maar waarin zal worden geïnvesteerd. Ook de andere voornemens zijn boterzacht.

Het klinkt mooi: ‘Onderwijs en wetenschap in Nederland zijn van hoog niveau, maar onze ambitie reikt verder: wij willen tot de top vijf van de wereld gaan horen. De kwaliteit van de man of vrouw voor de klas of in de collegezaal is daarbij van doorslaggevende betekenis. En die kwaliteit staat of valt met opleiding en selectie van leraren en van directeuren en bestuurders die hun medewerkers stimuleren, belonen en zo nodig sanctioneren. Dit zijn de mannen en vrouwen van wie we het moeten hebben: in hen willen we investeren.’ 

Kijken we echter naar de harde feiten, dan komt er een aanzienlijk minder mooi beeld naar voren.

Stille bezuinigingen en nullijn

Wat de nieuwe regering gemakshalve vergeet te vermelden is dat het onderwijs geconfronteerd wordt met allerlei stille bezuinigingen. Een paar voorbeelden: Het niet compenseren voor stijgende pensioenpremies. Materiële kosten die niet worden geïndexeerd. De invoering van de functiemix die niet volledig wordt vergoed. Het kan een school zomaar een strop van bijna 1 miljoen euro opleveren. Geen klein bier dus. Verder staan al sinds 2010 de salarissen in het onderwijs op de nullijn. Goed voor een besparing van 1,47 miljard euro. Een van de gevolgen is dat jonge leraren niet in het onderwijs kunnen blijven.

Foto: daisy.images (cc)

Voorzichtig optimisme over wetenschapsbeleid Rutte II

ANALYSE - Rutte II brengt niet alleen slecht nieuws. Eén van de velden waarin wel extra geïnvesteerd wordt, is wetenschappelijk onderzoek. Het blijft echter de vraag of het nieuwe beleid echt gaat afwijken van de economisch gerichte koers van de afgelopen jaren.

Er wordt geïnvesteerd in toegepast én fundamenteel onderzoek. Vooral dat laatste wordt toegejuicht, omdat het in het afgelopen decennium steeds meer in de verdrukking leek te komen. Uit het regeerakkoord:

  • Het topsectorenbeleid uit Rutte I, waarin de nadruk ligt op publiek-private samenwerkingen, zal worden voortgezet. 275 miljoen wordt ingezet via NWO, en verschuivingen elders leveren een extra 110 miljoen op.
  • 150 miljoen komt extra beschikbaar voor fundamenteel onderzoek, waarvan 50 miljoen door ‘herprioritering’. Een deel wordt ingezet als matching voor Europese subsidies in het programma Horizon 2020.

Maar waarin wordt precies geïnvesteerd: in economie of in kennis?

Het is veelzeggend dat het wetenschapsbeleid is opgenomen in het onderdeel Duurzaam groeien en vernieuwen, bij de economische groeiplannen dus. Uit het akkoord: ‘De innovatiekracht van het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en de overheid zal optimaal worden gericht op de transitie naar een duurzame economie en groene groei, mede met het oog op versterking van het concurrentievermogen van de Nederlandse economie.’ Kennisinstellingen worden bijna nergens los van het bedrijfsleven genoemd in het akkoord.

Foto: daisy.images (cc)

Groot politiek draagvlak voor grondwet tartende hypotheekregels

OPINIE - De regels voor nieuwe hypotheken tarten het meest basale beginsel van ons recht, dat mensen in gelijke gevallen gelijk behandeld dienen te worden. VVD, CDA, PvdA, D66, CU en GL vinden het best.

Soms kijkt onrecht je aan via de rondreizende cameralens van het journaal. Soms wordt het dichter bij huis verstopt in politiek breed gedragen, democratisch vastgestelde wetteksten. Dat staat te gebeuren met de regels voor mensen die na 1 januari op hypotheekrenteaftrek aanspraak willen maken. Een brede coalitie van de partijen van het lente-akkoord en de huidige coalitie gaat veel te lichtvaardig om met een elementair recht.

De eerste woorden uit Artikel 1 van onze grondwet: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. En laat dat nou precies de regel zijn die voor mensen die na 1 januari een huis kopen met voeten getreden wordt. Vanaf januari 2013 worden huizenbezitters in gelijke gevallen ongelijk behandeld.

Huizenbezitter A en huizenbezitter B laten aan de belastingdienst weten dat ze beide een huis van 2 ton hebben gekocht. Beide sluiten een hypotheek af waarmee ze de helft aflossen, beide betalen dezelfde rente. Toch worden ze door de belastingdienst niet op dezelfde manier behandeld, simpelweg omdat de een z’n huis kocht op 31 december 2012 en de ander op 1 januari 2013. De komende 30 jaar zal de belastingdienst ze anders blijven behandelen, waardoor huizenbezitter B over die 30 jaar tienduizenden euro’s meer belasting moet betalen.

Foto: daisy.images (cc)

Sluipmoord op de sociale woningbouw

ANALYSE - De opwinding van inkomensafhankelijke zorgpremie is nog maar net bedaard, of de volgende affaire dienst zich aan: de sluipmoord op de sociale woningbouw.

Is dat een hyperbool van Wilders? Nou nee, ik durf het eigenlijk wel zo te formuleren. Maar een moord per ongeluk is toch hoogstens doodslag? En het probleem is toch niet anders dan bij de zorgpremies, slechte berekeningen, onvoldoende uitwerking, onvoldoende inschatting van de gevolgen?

Wat doet zich voor? Heeft het nieuwe kabinet echt nagedacht over de vastzittende woningmarkt en het vlot trekken daarvan? Ik probeer mijn strenge oordeel, “sluipmoord” te verklaren.

Sociale woningbouw

Er is in ons land sociale woningbouw sinds 1901. Sindsdien is er een woningwet, is de status van de woningcorporaties wettelijk geworden, hebben gemeenten een taak in het huisvesten. Soms was het Rijk bemoeizuchtig, soms scheutig met subsidies, soms niet.

Het systeem, waar de gehele wereld naar komt kijken, heeft ons een woningvoorraad van ongeveer 2.4. miljoen corporatiewoningen opgeleverd, met voor het grootste deel betaalbare huren.

De woningcorporaties zijn daarvan eigenaar. Dat is niet onlogisch: de subsidies zijn volgens de regels ontvangen en besteed, de woningen worden over het algemeen conform de regels verhuurd en verstandig geëxploiteerd.

Foto: daisy.images (cc)

Feiten: hoe hoog zijn de zorgkosten eigenlijk?

ANALYSE - De laatste weken is er veel gediscussieerd over de zorgkosten en wie die moet betalen. Maar hoe hoog zijn de kosten eigenlijk? De feiten.

Mark Rutte (VVD) en Diederik Samsom (PvdA) hebben hun plannen bijgesteld: er wordt toch geen inkomensafhankelijke zorgpremie ingevoerd. Maar hoe wordt de zorg eigenlijk wel gefinancierd? En wat gaat het kabinet doen aan de stijgende zorgkosten? Tijd om de feiten over de financiering van de zorg op een rij te zetten.

In 2011 waren de totale zorguitgaven op basis van de zorgrekeningen van het CBS 90 miljard euro. In 2000 was dit nog 59 miljard euro (prijsniveau 2011). Een stijging van52 % dus. Van die 90 miljard wordt 83% collectief gefinancierd, zie verderop voor uitleg.

De Algemene Rekenkamer houdt bij of de collectieve zorguitgaven (dit is niet de 90 miljard) de afgesproken norm (Budgettair Kader Zorg) niet overschrijden. Sinds 2002 is dit slechts een keer (2007) niet gebeurd, alle andere jaren kennen overschrijdingen van rond de 2 à 3 procent.

Hoe wordt geld besteed?

In 2011 ging er van die 90 miljard 53 miljard naar gezondheidszorg, 34 miljard naar welzijnszorg en 3 miljard naar beleids- en beheerorganisaties (bijvoorbeeld het RIVM). Binnen de welzijnszorg gaat het grootste deel (47%) naar ouderenzorg en binnen de gezondheidszorg gaat het grootste deel (45%) naar medisch-specialistische (ziekenhuis) zorg. Uitzonderingen daargelaten kan worden gesteld dat de gezondheidszorg wordt gefinancierd vanuit de ZVW en de welzijnszorg vanuit de AWBZ.

Foto: daisy.images (cc)

Rubberen Rutte en het onbehoorlijke bestuur

OPINIE - Mark Rutte maakt zich schuldig aan onbehoorlijk bestuur.

Rutte kan opgelucht adem halen: het zorgplan is van tafel. Buiten het feit dat het een beschamende vertoning was, is het zorgfiasco het zoveelste voorbeeld van onbehoorlijk bestuur.

Een paar andere voorbeelden:

Er komt een dierenpolitie. Er komt geen dierenpolitie. Schade: tientallen miljoenen.

Je mag overal 130 kilometer per uur rijden. Oh nee, toch niet overal. Schade: tientallen miljoenen en een verkeersbordenwoud.

Er komt een wietpas. Of toch niet. Schade: onbekend, maar reken maar op rechtszaken.

We zijn tegen Europa, of nee toch voor. Schade: een gebutst imago in het buitenland.

Er komt een forenzentaks. Er komt geen forenzentaks. Schade: een hoop onrust en gebutst imago van de politiek.

We moeten naar Kunduz. We moeten niet naar Kunduz, want zinloos. Schade: tientallen miljoenen.

Vul het lijstje gerust aan in de comments.

Het punt is niet zozeer het lijstje, maar de trend. Het probleem is natuurlijk dat Rubberen Rutte zich wel heel soepel tegen andere politieke partijen vlijt wanneer het hem uitkomt. In een jaar tijd heeft hij al het bed gedeeld met PVV, SGP, D66, GroenLinks, ChristenUnie en nu PvdA. Rutte zit in een spagaat en die spagaat kan alleen overbrugd worden door concessies.

Foto: daisy.images (cc)

De feiten: bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking

ANALYSE - Hoeveel bezuinigt dit kabinet eigenlijk op ontwikkelingssamenwerking?

Het kabinet bezuinigt 1 mld op ontwikkelingssamenwerking. In de campagne keerde de PvdA zich nog fel tegen bezuinigingen, maar tot op heden heeft het nog niet tot fel protest geleid. In het Kamerledenpanel van BNR ontstond een discussie over de bezuinigingen. Volgens CDA-Kamerlid Madeleine Toorenburg zijn de bezuinigingen forser dan afgesproken in het Catshuisakkoord. Joel Voordewind bestreed dit.

Tijd om de discussie over ontwikkelingssamenwerking van feitelijke context te voorzien.

Hoeveel geld gaat er naar ontwikkelingssamenwerking?

Het kabinet Rutte I heeft het budget voor ontwikkelingssamenwerking versoberd van 0.8% naar 0.7% vanaf 2012 (2011: 0.75%) van het Bruto Nationaal Inkomen (dit is BBP + wat NL’ers in het buitenland verdienen – wat buitenlanders hier verdienen). Dit betekent dat er de afgelopen jaren ongeveer 4.5 miljard aan ontwikkelingshulp is uitgegeven. Dit is ongeveer 270 euro per Nederlander.

Ontwikkelingssamenwerking BNI % Uitgaven in miljoenen

2011

607180

0,75

4553,85

2010

579317

0,8

4634,536

2009

559385

0,8

4475,08

2008

581855

0,8

4654,84

Wat betekende de bezuiniging van Rutte I

Foto: daisy.images (cc)

Tonen wanbetalers zorgpremie noodzaak van nivellering aan?

DATA - Er is op zijn zachtst gezegd wat rumoer over de nivellering van de zorgpremies. Uit de laatste cijfers van het CBS blijkt dat nivellering voor een flinke groep noodzakelijke verlichting zal brengen.

Ieder jaar wordt een staatje gepresenteerd over de wanbetalers in de zorg. Dat zijn mensen die de verplichte premie niet kunnen betalen. De term wanbetalers heeft in mijn ogen wel een beetje de connotatie dat sprake is van onwil, maar ik denk dat voor veel mensen de maandelijkse kosten simpelweg te hoog zijn. Je bent geen wanbetaler als je een keertje overslaat. Pas als je zes maanden in gebreke blijft, ga je de boeken van het CBS in.

Vorig jaar was er weer een stijging van het aantal wanbetalers, met zo’n vijftigduizend.

Inmiddels betalen circa 280.000 mensen hun zorgpremies niet. Toch is er ook relatief goed nieuws te melden.

Van het ANP aan wie wij de cijfers hebben geleverd:

Het aantal bijstandgerechtigden dat zijn zorgpremie niet betaalt, is -nadat het de afgelopen jaren hard was toegenomen- aan het afvlakken. De laatste maanden is er zelfs een lichte daling te zien. Dat blijkt uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek en het College voor Zorgverzekeringen (CVZ).

Foto: daisy.images (cc)

Buitenlands beleid gaat om geld

OPINIE - Het buitenlands beleid gaat om geld verdienen en kosten beperken. Een blik op het regeerakkoord.

Op 30 oktober zei Diederik Samsom in Nieuwsuur dat de onderhandelaars geen visie op het terugdringen van de werkloosheid en het creëren van banen hebben geformuleerd omdat PvdA en VVD daarvoor te veel van elkaar verschillen. Het is aan de Tweede Kamer om visies uiteen te zetten, zodat de partijen hun politieke kleur behouden, aldus Samsom. Wat impliceert dat onze nieuwe regering geen visie heeft.

Wat betreft het buitenlands beleid van Rutte-II klopt dat vrij aardig, afgaande op het regeerakkoord. Nu had de VVD in haar verkiezingsprogramma al verkondigd dat de partij ‘geen behoefte heeft aan vage vergezichten.’ Vergezichten zijn er dan ook niet echt te vinden, of het moeten de bezuinigingstabellen voor de jaren 2013 – 2017 zijn. Wel heeft het nieuwe kabinet, zoals verwacht, een mantra als het gaat om buitenlands beleid: economie, economie, economie.

Europa: geld verdienen, kosten beperken

Europa en de rest van de wereld zijn er om geld te verdienen. ‘Europa is van groot belang voor onze vrede, veiligheid en welvaart. We verdienen er ons geld; onze banen zijn er voor een groot deel van afhankelijk’ en ‘als het goed gaat met Europa gaat het goed met Nederland,’ zo staat in het nieuwe regeerakkoord. En dus moet de interne markt worden versterkt. Hoe? ‘Effectieve maatregelen om de noodzakelijk groei in Europa te versterken, worden bevorderd en ondersteund’. Blijft de vraag: wat zijn dan effectieve maatregelen? Een heldere visie hierop ontbreekt vooralsnog.

Foto: daisy.images (cc)

Zorg dichtbij en toch zo veraf

ANALYSE - In de zorgparagraaf van het regeerakkoord staan slechts twee noviteiten: het zorgpremiestelsel en het populatiegebonden budget. Door gebrek aan duidelijkheid is over het eerste is al veel rumoer losgebarsten. Er bestaat een gerede kans dat het andere onderdelen van de zorgparagraaf ook zo zal vergaan.

“Zorg dichtbij” luidt de titel van de zorgparagraaf. Het regeerakkoord belooft meer wijkverpleegkundigen, meer tweedelijnszorg naar de eerste lijn en hevelt voorzieningen over naar de gemeenten. Daar staan echter bezuinigingen op de lonen van verplegend personeel, schaalvergroting, volumebeperking en  gekrompen budgetten tegenover.

De prioriteiten: goede zorg en goede gezondheid, kwaliteitsverbetering, kostenbeheersing en samenwerking tussen zorgaanbieders. ‘Kwaliteitsverhoging gaat (…) vaak samen met kostenverlaging’ en ‘Concentratie van voorzieningen zorgt  voor hogere kwaliteit tegen lagere kosten’ zijn een paar citaten die het droomland van Rutte II goed illustreren.

Maar het regeerakkoord geeft weinig duidelijkheid over hoe de brei van maatregelen een consistent, kwalitatief goede zorg  waarborgt.

Kostenbeheersing

Met een bekende, maar sleetse, tactiek moet in 2017 vijf miljard euro zijn bezuinigd. Evenals vorige kabinetten gaat Rutte II vooral schuiven met potjes. Onderdelen van de zorg worden overgeheveld van Rijk naar gemeenten, van  tweedelijnszorg naar de eerste lijn en van de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) naar de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) of ZVW (Zorgverzekeringswet). De overhevelingen gaan uiteraard gepaard met verlaagde budgetten.

Foto: daisy.images (cc)

Soepeler ontslag: oplossing voor welk probleem?

ANALYSE - Komt een versoepeling van het ontslagrecht de dynamiek van de arbeidsmarkt ten goede en helpt het werklozen eerder aan een baan? Of draagt het niets bij aan het overbruggen van de kloof tussen insiders en outsiders op de arbeidsmarkt? Hoogleraar Arbeidseconomie Joop Schippers pleit voor een ander beleid. 

Dagelijks worden er in Nederland werknemers ontslagen. Soms na een tijdelijk dienstverband van een half jaar. Soms na een dienstverband van tientallen jaren. De ene keer gaat het om een individueel ontslag. De andere keer gaan er honderden werknemers tegelijkertijd de poort uit. Inmiddels is het aantal werklozen opgelopen tot ruim boven een half miljoen. Kennelijk is het niet zo ingewikkeld om – als je dat echt wilt of als het vanwege een reorganisatie of bedrijfssluiting onvermijdelijk is – van je personeel af te komen. Natuurlijk, zomaar zonder reden mensen op straat zetten, bijvoorbeeld omdat hun nieuwe brilmontuur je als werkgever niet aanstaat, kan niet. Maar dat is ook niet wat de meeste werkgevers ambiëren.

Toch worden er telkens – zowel in de wetenschap als de politiek – pleidooien gevoerd voor verdere versoepeling van het ontslagrecht. Dat zou de arbeidsmarkt flexibeler maken en zou, zo is de redenering, ook mensen die nu aan de kant staan meer kansen bieden op een baan. In het regeerakkoord van het nieuwe kabinet van VVD en PvdA zijn een aantal afspraken op dit punt opgenomen. Hierbij lijken twee observaties op hun plaats.

De eerste is dat de Nederlandse arbeidsmarkt al tamelijk flexibel is. Vanuit buurlanden als Duitsland en België wordt bij tijd en wijle bewonderend dan wel verlekkerd over de grens gekeken. De perceptie daar is dat de Nederlandse arbeidsmarkt aanzienlijk flexibeler is dan die in veel andere Europese landen. De Nederlandse arbeidsmarkt is zelfs zo flexibel dat vanuit werkgeverskring afgelopen zomer waarschuwende geluiden opklonken dat de grenzen van de flexibiliteit bereikt waren. Nog meer flexibiliteit zou ten koste gaan van investeringen door werkgevers en werknemers in nieuwe kennis en vaardigheden. Deze vormen van menselijk kapitaal renderen immers het beste bij een langduriger verbintenis tussen werkgever en werknemer, ook al gaat het dan niet noodzakelijk meer om een baan voor het leven. In die zin vormt een reële ontslagvergoeding een goede stok achter de deur: een verbroken arbeidsrelatie resulteert vrijwel altijd in verlies aan menselijk kapitaal en het besluit daartoe mag niet lichtvaardig worden genomen.

Kloof tussen ‘insiders’ en ‘outsiders’ wordt niet overbrugd

De tweede observatie betreft de claim dat een (nog) flexibeler arbeidsmarkt de kloof tussen ‘insiders’ en ‘outsiders’ op de arbeidsmarkt zou kunnen dichten. Die kloof is ongetwijfeld het grootste probleem van de Nederlandse arbeidsmarkt. Werken in Nederland is topsport en wie niet met de (productief) besten kan meekomen, staat al snel aan de zijlijn.

In het verleden (laatste kwart van de 20ste eeuw) was dat veelal met een royale inkomensvoorziening. In het huidige tijdsgewricht betreft het veelal een uitkering die maximaal schraal genoemd kan worden. Wat erger is: wie eenmaal aan de kant staat, vindt slechts moeizaam de weg terug naar de arbeidsmarkt. En velen lukt dat helemaal niet. Momenteel geldt dat bijvoorbeeld in toenemende mate voor ouderen die als gevolg van de crisis hun baan hebben verloren. Honderden sollicitaties en geen enkele uitnodiging.

Zou dat beter worden als je als werkgever (nog) gemakkelijker van je mensen af zou kunnen? Feit is dat de afgelopen jaren nog nauwelijks vaste banen worden vergeven. Nieuwe werknemers (jong of – een enkele keer – oud) gaan aan de slag via een uitzendconstructie of op een tijdelijk contract dat volgens de wettelijke regels een aantal keren mag worden verlengd. Zelfs gerespecteerde overheidsorganisaties kiezen er daarna voor hun werknemers een aantal maanden uit dienst te laten gaan om daarna het hele circus van flexibele contracten opnieuw op te starten. Dus welke (oplettende) werkgever zit er in Nederland nog aan zijn werknemers vast? Het probleem waar een soepeler ontslagrecht een oplossing voor pretendeert te bieden, lijkt amper te bestaan.

Inkomen werklozen daalt straks sneller

Wel leidt bijvoorbeeld een kortere WW-duur, een lagere uitkering na het eerste jaar en een beperking van de ontslagvergoeding, zoals overeengekomen in het coalitieakkoord van VVD en PvdA, er toe dat mensen die hun baan verliezen en niet snel een nieuwe vinden (en dat zijn er momenteel heel wat, zeker onder de ouderen die werkloos worden) sneller dan in het verleden met een inkomensdaling worden geconfronteerd die hen ook op andere terreinen dan de arbeidsmarkt in de problemen brengt. Overigens wordt in deze discussie vaak voorbijgegaan aan het al langer bestaande effect van de maximumdagloonbepaling in de WW. Die zorgt er voor dat mensen met een iets hoger inkomen in geval van werkloosheid hun koopkracht snel fors zien dalen, met alle gevolgen van dien. De wijzigingen in de regelgeving rond ontslag lijken vooral te resulteren in afwenteling van WW-kosten op een beperkte groep onfortuinlijke burgers die op het verkeerde moment voor de verkeerde baas werkten. Werklozen worden niet aangenomen omdat er geen werk is; niet omdat je als werkgever mogelijk te lang aan ze vast zit.

Koersen naar andere oplossing

Het probleem van de rigide scheiding tussen ‘insiders’ en ‘outsiders’ vergt een andersoortige oplossing. Voor een deel bestaat die in het opvijzelen van de (te lage) productiviteit van een deel van de ‘outsiders’. Scholing, training en stages kunnen daarbij helpen. Wellicht dat een deel van de ‘outsiders’ zich daarmee kwalificeert voor een positie in de eredivisie van het Nederlandse arbeidsbestel.

Aan anderen is verdere scholing en training niet besteed; zij zitten qua competenties aan hun maximum. Hun inschakeling vergt een andere inrichting van datzelfde arbeidsbestel. Die begint met de erkenning dat laag productief ook productief is en dat voor sommigen meedoen als zodanig al een overwinning is. Soms kunnen werknemers met een lage productiviteit buitengewoon nuttige ‘extra handjes’ zijn die drukke, hoog productieve collega’s het werkzame leven veraangenamen. Waar werknemers onvoldoende productief zijn om zelfstandig een adequaat loon te verdienen, moet dat uit andere bronnen worden aangevuld. Van dat laatste kun je een enorm probleem maken (wie draagt die kosten?), maar bedacht dient te worden dat deze mensen hoe dan ook van een inkomen moeten worden voorzien. Met dat gegeven in het achterhoofd lijkt het tot wederzijds voordeel te strekken als deze burgers zich – elk op hun eigen wijze en naar eigen vermogen – voor de samenleving verdienstelijk maken, terwijl het feit dat zij meedoen en meetellen bijdraagt aan hun eigenwaarde en zelfvertrouwen en een positieve impuls geeft aan de sociale cohesie in de samenleving.

 

Dit artikel verscheen eerder op Sociale Vraagstukken.

Volgende