serie

Duurzame kleding

Foto: daisy.images (cc)

Niet meer dan je nodig hebt

‘Koop met compassie, niet méér dan je nodig hebt.’ Zo luidt de slogan van menig initiatief dat duurzame consumptie promoot als groen alternatief voor het prevalerende hyper-consumentisme. Het houdt mij bezig, de balans vinden tussen wel en niet af en toe iets nieuws kopen, want wanneer heb je nu echt iets nodig?

De eerste les van ‘duurzaam consumeren’ luidt dat géén nieuwe spullen kopen ecologisch gezien vrijwel altijd beter is dan wel iets nieuws kopen. Consuminderen dus. Trouwens, wat zou het toch heerlijk zijn als we geen spullen nodig hadden: probleem opgelost! Maar ervaring leert dat we toch één en ander nodig hebben, bijzondere diersoort die we zijn.

Tot miskoop gedoemd

Soms is het eigenlijk van tevoren wel duidelijk: dit wordt een miskoop. Het is bij voorbaat al een miskoop, het lijkt wel geproduceerd als miskoop. Ik bedoel dat veel producten zo specifiek zijn dat je het in maar zeer specifieke gevallen gaat gebruiken, en in totaal dus maar een paar keer.

Veel spullen in de winkels en webshops vallen wat mij betreft in de volgende categorie: misschien wordt het mijn nieuwe grootste hobby, maar waarschijnlijker is dat ik het twee keer gebruik en er daarna niet meer naar omkijk. En als ik er dan naar kijk, is het vol ergernis omdat het wel ruimte in beslag neemt en ik de niks mee doe. Een andere mogelijkheid is dat ik het wel gebruik, maar dat het praktisch gezien een al aanwezig apparaat of ‘ding’ vervangt. Daardoor wordt het andere ding niet meer gebruikt, neemt het onnodig ruimte in beslag, en is het rijp voor de tweedehandswinkel of de vuilnisbelt. Triest.

Foto: daisy.images (cc)

Last minute fladderkleding

COLUMN - Paniek. Ik ga op meivakantie naar een warm land en ik vraag me ineens af welke kleding ik daar dan aan moet. Nu vraag ik me aan het begin van ieder seizoen af wat ik het jaar daarvoor gedragen heb, dus dat is niet nieuw. Maar vliegvakanties naar warme oorden verstoren het normale proces, kom ik nu achter. Daar ben ik niet mentaal op voorbereid.

Als je gewoon in de buurt van Nederland blijft, verandert de temperatuur geleidelijk en kan je rustig wennen aan wat mensen bij die temperaturen dragen en aan wat dat voor jou betekent. Bij een zonvakantie daarentegen gaat het een stuk abrupter. Je moet bovendien van tevoren al hebben ingepakt. Hoe doe je dat als je je zomergarderobe al tijden niet hebt gezien of gedragen?

Dan brengen vakanties ook nog verwachtingen met zich mee, dat je het er maximaal naar je zin moet hebben bijvoorbeeld. Dit jaar zeker, want hallo, we mogen weer! En er gaat bewijs komen in de vorm van stralende vakantiefoto’s. Wij mensen houden van vakantiefoto’s.

De kleding dus. Mijn plan was om voorlopig geen nieuwe zomerkleding te kopen, niet voordat ik mijn huidige collectie een stukje verder heb uitgeleefd. Maar met een naderende vakantie voel ik me nu toch ineens onzeker. Het is lang geleden dat ik dit zo meemaakte en ik vraag me van alles af.

Foto: daisy.images (cc)

Kleding als wegwerpproduct

DOCUMENTAIRE - Deze week zag ik de eerste aflevering van De Prijsknaller, waarin Eva Cleven en Ersin Kiris onderzoek doen naar de consequenties van fast fashion. In een halfuur worden alle problemen die onze huidige kledingindustrie veroorzaakt aangestipt.

De kern van het probleem, zoals in de documentaire naar voren komt, is dat kleding een wegwerpproduct is geworden. Kleding is goedkoper dan ooit en we kopen per persoon meer kleding dan ooit. Ook gooien we het sneller weer weg om het te vervangen voor nieuwe items uit de winkel. Het is alsof we minder waarde zijn gaan hechten aan individuele kledingstukken. Ze kosten niet veel, dus ze zullen wel niet veel waard zijn, toch?

Dat kleding goedkoper is dan eerder heeft te maken met de kwaliteit van de kledingstukken. De materialen zijn goedkoper. In De Prijsknaller wordt genoemd dat er in toenemende mate polyester in kleding zit en dat dit bijdraagt aan de slechte kwaliteit ervan. Een slechte kwaliteit kleding heeft niet alleen invloed op hoe snel wij in Nederland onze kleding wegdoen, maar ook op in hoeverre het nog hergebruikt of gerecycled kan worden.

In De Prijsknaller wordt pijnlijk duidelijk wat er gebeurt met kleding die je in de textielbak stopt. Eerder konden wij onszelf nog vertellen dat onze kleding via deze weg een tweede leven krijgt bij iemand die kleding nodig heeft en er blij mee is. Na het zien van de documentaire kan dat echt niet meer. Als jij jouw kleding niks waard vindt, is de kans namelijk groot dat ieder ander er net zo over denkt en het dus helemaal niet goed terechtkomt.

Foto: daisy.images (cc)

Plastic kleding

In een serie artikelen onderzoek ik kleding vanuit het perspectief van duurzaamheid, met als doel bij te dragen aan een eerlijker imago van kleding. In het eerste deel: plastic.

De winkels zijn weer open! Dat betekent dat we onze consumptiehonger weer ongeremd kunnen stillen. In december was alles dicht, maar niet getreurd! Ze hebben hun spullen voor je bewaard. De plastic kleren zijn er nog.

In december hebben de kledingcollecties een hoog gehalte bling-bling. In de winkelstraten glittert en glanst de zogenaamde feestkleding je tegemoet. Dat verraadt dat er een bijzondere grondstof in zit: plastic in de vorm van textielvezels. En dat glitterende spul is nog maar het topje van de plastic berg.

Het lijkt wel een goed bewaard geheim dat er plastic in kleding zit. Hoewel veel Nederlanders een mening hebben over plastic folie om een komkommer, hoor en lees ik maar weinig over plastic kleren. Als er plastic in kleding zit, moeten we daar als consument dan niet iets mee?

Verhullende labels

Met plastic kleren doel ik dus niet alleen op regenjassen en glitters. Als ik het heb over ‘plastic kleren’ dan heb ik het over kleren van ‘synthetische’ stoffen, waar polyester te bekendste van is. Deze stoffen worden gemaakt van aardolie en in feite zijn de stoffen of textielsoorten plastics. Ook andere plasticsoorten worden van aardolie gemaakt.