600 jaar geleden werd Jeanne d’Arc geboren. De dag werd in Frankrijk groot herdacht. Ze speelde een cruciale en bijna onbegrijpelijke rol in de afloop van de honderdjarige oorlog. Een oorlog die we in Nederland bijna negeren – in ieder geval op de scholen – maar die het Europa zoals we het nu kennen sterk mede heeft gevormd. Het onderstaande stuk is een fragment uit “Niet naar Santiago en weer terug” van gastredacteur Hans Rottier. Waarheid is betrekkelijk. Zo ook in dit fragment.
De Honderdjarige Oorlog is ingewikkeld. Een van de meest ingewikkelde periodes in de ontwikkeling van Europa. Waar je begint is arbitrair. Ik kies voor Hugo Capet die in 987 het koningschap krijgt van de feodale heersers in Frankrijk. De vorming van de Duitse eenheid is kinderspel vergeleken bij deze periode.
Als de Karolingers in 987 definitief hun macht afstaan aan Hugo Capet, is er nog allesbehalve een eenduidige staat. Hij is een gekozen koning tussen een hoeveelheid vazallen die meestal meer bezit hebben dan hij. In een dispuut met Adelbert du Périgord wil hij dat die een beleg van Tours opheft. Adelbert weigert, waarop Hugo hem zegt dat de graven koninklijke dienaren zijn. Adelbert antwoordt dat het wel de hertogen en graven zijn die hem in het zadel hebben geholpen (Qui t’a fait comte?; Qui t’a fait roi?). De Capets moeten zeer rustig en voorzichtig te werk gaan willen ze iets van hun koningschap maken. Ze zijn zeer voorzichtig. Bijna onzichtbaar, stukje bij beetje vergroten ze met behulp van de Kerk en slimme huwelijken hun invloed en gebied. Ze houden zich buiten de investituurstrijd en hebben ook niets van doen met de inval in Engeland van een van hun vazallen, Willem de Veroveraar.
Er bestonden al veel langer goede verbindingen tussen de Engelse koningen, ex-Noormannen en de hertogen van Normandië en in 1002 trouwt de zuster van de hertog van Normandië – Emma – met Ethelred II. Daarmee ontstaat een relatie tussen beide gebieden en de zoon van Emma, Eduard de biechtvader, wordt in 1042 koning van Engeland. Hij belooft Engeland in 1051 aan zijn neef Willem van Normandië. Als Eduard dan in 1066 overlijdt wil Willem zijn bezit claimen. Harold II, een zwager van Eduard, en diens broer claimen echter ook het koningschap van Engeland. Willem neemt zeer snel actie, steekt het Kanaal over recht naar het noorden en komt bij Hastings Harold II tegen in een veldslag die niet zo groot is geweest, maar die behoorlijke gevolgen voor Frankrijk, Engeland en eigenlijk Europa als geheel zal hebben. Harold wordt verslagen en gedood. Willem is de Veroveraar, koning van Engeland én hertog van Normandië. Als we wat interne onaardigheden in het huis van Willem de Veroveraar achterwege laten, zien we in 1100 Henry I, zoon van Willem, op de troon van Engeland. Zijn dochter Mathilde is erfgenaam, want zijn zoon is omgekomen bij een schipbreuk. Zij trouwt met Geoffrey Plantagenet en hun zoon is Henry II Plantagenet (1133–1189). Die naam moet je onthouden.
De Engelse koning heeft nog steeds bezittingen in Frankrijk en is nog steeds vazal van de Franse koning Lodewijk VI. Lodewijk VI heeft met succes het koningschap op een wat hoger plan gezet en kan geen insubordinatie gebruiken. Henry I bezet het fort van Gisors en weigert feodale eer te betonen aan de Franse koning. Daarop volgen de eerste schermutselingen die zullen ontaarden in de Honderdjarige Oorlog. De Guerre de Gisors. In 1120 moeten beide feodale heren van de paus vrede sluiten. De Kerk wil geen ‘christelijke oorlogen’ meer en de kruistochten zijn net begonnen. Het is het eerste verdrag in een lange reeks. Relaties, huwelijken, erfelijk bezit van land en bovenal de weigering om de Franse koning te aanvaarden als meerdere. Op dit moment gaat het feitelijk alleen nog om het hertogdom van Normandië.
Lodewijk VI sterft in 1137 en zijn zoon Lodewijk VII (1120–1180) neemt het over. Hij trouwt in 1137 met Aliénor[1], erfgename van Aquitanië[2]. Zij is dan vijftien jaar. Dat gaat voorlopig goed en ze krijgen twee kinderen die verder geen rol van betekenis meer spelen. Het tweede kind is misschien niet van Lodewijk. In 1146 moet Lodewijk VII op kruistocht. Het was mode, er wordt druk vanuit de Kerk uitgeoefend, het was zijn religieuze plicht: iets dergelijks moet het geweest zijn. Hij gaat en Aliénor gaat mee.
Maar Aliénor is gegroeid en is dan vierentwintig jaar. Vrijgevochten? Geforceerd? Hoe het ook zij, in Antiochië is zij blijkbaar te intiem met haar oom Raymond de Poitiers. En er is ruzie over de te volgen strategie. Lodewijk is jaloers en niet blij. Hij laat het huwelijk ontbinden, waarschijnlijk op beider initiatief. Het formele argument is dat ze familie zijn in de 4e graad (volgens het canoniek recht). Dat is een grote fout van Lodewijk en eigenlijk ook niet te begrijpen. Is het trots? Is het druk van de Kerk? Is Aliénor gewoon een kreng en ging ze te ver? Hoe dan ook, Aliénor neemt haar bruidsschat mee en vertrekt. Aquitanië, dat zo elegant deel van Frankrijk leek te worden, bungelt vrij in het feodale wereldje voor ieder dieAliénor kan en wil trouwen. Dat laat Henry II Plantagenet zich geen twee keer zeggen. Het huwelijk met Lodewijk is in 1152 ontbonden en in hetzelfde jaar trouwt zij met Henry II Plantagenet, de latere koning van Engeland en verbindt Aquitanië op deze wijze aan Engeland. Ze krijgen acht kinderen. Goed geregeld. Berekend? Neemt ze wraak[3]?
Nu is een groot deel van Frankrijk in Engels koninklijk bezit.
De Honderdjarige Oorlog is nu niet meer te voorkomen met slimme huwelijken en een vazallen buiging.
De koning van Engeland buigt niet voor de koning van Frankrijk.
De eerste Honderdjarige Oorlog begint kort na de troonsbestijging van Henry II in 1154. In 1159 begint een strijd tussen de verschillende koningen van Engeland en Frankrijk die in 1259 wordt beslecht met het verdrag van Parijs. Lodewijk IX (Saint-Louis) liquideert het conflict en brengt over het geheel rust in het koninkrijk. De oplossing voor het moment is dat Aquitanië een Engels graafschap wordt, waarvan de graaf vazal van de koning van Frankrijk is. Het geeft rust tot 1337. Deze eerste Honderdjarige Oorlog is een conflict tussen koningen dat wordt uitgevoerd met legers. Het volk heeft er natuurlijk wel last van, maar het valt allemaal mee. De schaal is beperkt. Op last van de paus.
Alleen in 1294 gaat Philips de Schone Eduard I nog te lijf in drie campagnes en lijft Aquitanië in. Het zijn ruzies om visgronden tussen vissers uitNormandië en vissers uit Bayonne en uit La Rochelle. In 1299 wordt met het verdrag van Montreuil alles weer teruggegeven en de Engelse koning Eduard bevestigt dat hij vazal van de Franse koning is. Alles is weer rustig.
Waarom blijft het zo relatief rustig na 1066 en vooral na 1152?
De Kerk had de kruistochten georganiseerd en een van de doelen was om de interne ‘christelijke oorlogen’ te verhinderen en de ogen op de ongelovigen, de islam, te richten. Of omgekeerd: de ogen op de islam te richten om vrede in Europa te brengen. In 1272 is de laatste kruistocht afgelopen en de ogen richten zich weer helemaal naar binnen. In die periode tot 1300 zijn er nogal wat verdragen die door de Kerk worden afgedwongen. De Kerk had macht. Macht gebaseerd op de preekstoel, landbezit en bovenal toch echt ook het geloof. Geloof in God en het hiernamaals. Dat je de Kerk te vriend moest houden, anders zou je branden in de hel.
Als in 1298 en 1303 de Tempeliers de laatste aanvallen op de islamitische gebieden in het Midden-Oosten hebben ondernomen komen ze met z’n allen terug naar Europa. Ze hebben een groot fort in Parijs. Daar waar de koning woont. Philips de Schone gaat de Tempeliers te lijf. De redenen zijn duister, maar ik sluit niet uit, dat hij zich gewoon bedreigd voelde door dat onafhankelijke leger van de paus ineens dicht bij zijn bed. Daarnaast was het duidelijk dat hij een krachtmeting met de paus uit te vechten had. Wie is de baas in Frankrijk? En, niet onbelangrijk, Philips had geld nodig. Als de grootmeester van de Tempeliers Jacques de Molay terug is in Parijs, wordt op vrijdag 13 oktober 1307 een zeer gecoördineerde inval gedaan bij alle tempelierverblijven en bezittingen door heel Frankrijk. Alle Tempeliers worden gearresteerd. Het proces duurt tot 1314. Op het concilie van 1311, voor de gelegenheid bij elkaar onder druk van Philips de Schone, wordt de orde ontbonden, maar niet veroordeeld zoals Philips wil. Zij die hun dwaalweg bekennen komen vrij. Zij die dat niet doen gaan op de brandstapel. Jacques Molay als laatste in 1314. Het is een lange strijd tussen Kerk en staat. Tussen paus en koning eigenlijk. De koning wint deze keer. De Kerk heeft de kruistochten verloren en duidelijk minder macht. Het geloof heeft een deuk opgelopen. Er gaan geen koningen en andere adel meer naar het Midden-Oosten. Alle energie kan weer op oorlogen in het eigen gebied worden gericht. Engeland – Frankrijk dus.
De vlam gaat in de pan als Edward III in 1337 maar weer eens weigert de Franse koning te erkennen. In 1338 verbinden de Vlamingen zich met de Engelsen en in 1340 neemt Edward III de titel Koning van Frankrijk aan. De Franse vloot wordt bij Brugge vernietigd en in 1346 worden ze bijCrécy in de pan gehakt. Calais capituleert in 1347. Het gaat niet goed met Frankrijk. In 1347 wordt er dan vrede gesloten die wat uitloopt tot 1355 vanwege de pest. Ondanks die rampzalige ziekte, die ongeveer 30% van de bevolking neemt, gaat de oorlog daarna gewoon door. De Engelsen plunderen het Franse land d.m.v. kortdurende rooftochten. De zwarte ridder verhalen komen uit deze periode.
Het gaat verder. In 1356 worden de Fransen bij Poitiers in de pan gehakt en in 1358 wordt de dauphin vermoord. Du Guesclin is een Frans militair die dan eindelijk wat terug weet te doen. Vechtend trekt hij 21 jaar, tot 1380, door Frankrijk en jaagt de Engelsen uit een groot deel vanZuidwest-Frankrijk in 1369/1370.
Richard II en Karel VI proberen het diplomatiek. Richard II krijgt zelfs in 1396 de dochter van Karel als vrouw. Ze is dan vijf jaar. Het mag niet baten en Henry IV gaat er weer vol in. In 1407 wordt de graaf van Orléans vermoord door de mannen van Jan Zonder Angst van Bourgondië. Er ontstaan twee partijen. De Armagnacs en de Bourgondiërs.
Als dan ook een burgeroorlog ontstaat tussen beiden is de chaos compleet. In 1419 wordt Jan Zonder Angst vermoord als hij toenadering met deArmagnacs zoekt. Direct daarna schuiven de Bourgondiërs door naar het Engelse kamp. Samen met Isabeau de Bavière, de vrouw van Karel VI en dus koningin van Frankrijk. Dat is nogal wat.
Isabeau, dochter van de hertog van Beieren, was feitelijk regentes van Frankrijk met Karel VI (sinds ongeveer 1392 openlijk) als gek aan haar zijde. Ze weet als Beierse in de krankzinnige Franse situatie niet goed meer wat te doen binnen de openlijke burgeroorlog. Ze begaat twee doodzonden. Ten eerste kiest ze de kant van de Bourgondiërs en sluit ze het verdrag van Troyes geheel ten voordele van de Engelse koning. Ten tweede onterft ze Karel VII, het enig overlevende kind van haar en Karel VI. Het wordt haar niet in dank afgenomen. Ze sterft in 1435 teruggetrokken in l’hôtel Saint-Pol. Veracht door iedereen.
In 1420 wordt dan het verdrag van Troyes gesloten waarin de Koning van Engeland de titel Koning van Frankrijk krijgt. Karel VI en Henry V sterven alle twee in 1422 (toeval?). De kronen van Frankrijk en Engeland zijn verenigd. Parijs is op de hand van de Engelsen en in 1432 wordt de Engelse koning Henry VI in Parijs in de Notre Dame gekroond. Van 1420 tot 1436 bezetten de Engelsen Parijs. Ze lijken te hebben gewonnen en Karel VII weet eigenlijk niet wat hij moet doen.
Ondertussen strijden de Armagnacs in de provincie door. Karel VII is dan wel Dauphin, maar het lijkt of niemand hem meer ziet staan. Ook de Duitse keizer Sigmund van Luxemburg erkent Henry V en hij tekent een verdrag met de Engelsen te Canterbury in 1416. Het is alsof Engeland en Frankrijk echt één koninkrijk zijn. Maar dan blijkt dat de ogen van de eenentwintigste eeuw vervormd kijken naar deze periode, want niets is minder waar. Binnen een paar jaar is alles omgekeerd en gaat de Engelse koning met de staart tussen de benen terug om nooit meer in Frankrijk te worden gezien. In elk geval niet om de troon te claimen. De innerlijke werking van deze laatste jaren en de werkelijke reden van het vertrek van Engeland zijn duister. Is het de uitputting van beide landen?
Plotseling is daar in 1429 een zeventienjarig boerenmeisje uit Domrémy aan de Maas, net buiten het feodale Frankrijk. Ongeletterd en gedreven door stemmen. Vermoedelijk onderwezen door haar moeder en enkele mensen uit haar omgeving. Zij is er van overtuigd dat Karel VII de rechtmatige koning van Frankrijk is en dat de Engelsen verslagen kunnen worden. Maar eerst moet Karel VII in Reims gekroond en door de Kerk gewijd worden. Het gebeurt zoals zij heeft gezegd, maar bij Compiègne gaat het fout. Ze wordt door een Fransman gevangen genomen, door een Fransman verkocht en door de Franse inquisitie berecht. De seculiere rechtbank negeert haar en de volgende ochtend wordt het vuur aangestoken door een Engelse Beul. Het is een kort leven. Ze wordt nog geen twintig jaar.
1412 6 januari – Geboorte van Jeanne [of Jehanne] d’Arc in Domrémy [la Pucelle].
1429 Februari – Vertrek van Domrémy naar Vaucouleurs
1429 Eind februari – Vertrek naar Chinon
1429 8 Mei – Bevrijding van Orléans
1429 17 juli – Koningswijding van Karel VII te Reims
1430 april/mei – Veldtocht rond Compiègne
1430 23 mei – Jeanne wordt gevangen genomen op bevel van Jan van Luxemburg. Hij levert haar uit voor 10.000 Tournaise ponden – enkele honderdduizenden euro’s zegt men – aan bisschop Pierre Cauchon, die op de hand van de Engelsen is.
1430 mei/november – Jeanne wordt gevangen gehouden in Beaulieu en Beaurevoir
1430 november/december – Jeanne wordt overgebracht van Beaurevoir naar Rouen
1431 9 januari – Begin van het proces van de inquisitie.
1431 24 mei – Jeanne tekent de afzwering van dwalingen.
1431 28/29 mei – Jeanne wordt in mannenkleren aangetroffen en er wordt een terugval verklaard. Ze wordt overgedragen aan de seculiere rechterlijke macht die haar direct doorgeeft aan de beul, zonder enige verdere rechtsgang.
1431 30 mei – Vroeg in de ochtend wordt Jeanne levend verbrand op de oude markt van Rouen.
Ze is gebruikt en gemanipuleerd. Ze had erkend. Ze had getekend. Er was geen reden meer om haar te executeren. Er is alle aanleiding om te vermoeden dat de enige kleren die ze had gekregen op 28 mei de bewuste mannenkleren waren en die trok ze dus aan. Ik betwijfel of ze zich gerealiseerd heeft dat het haar dood zou worden. Op weg naar het schavot en vastgebonden op de brandstapel gaat ze geweldig tekeer in een sterk emotionele tirade die een enorme indruk op de massa maakt. Het vuur wordt aangestoken en ze is snel dood. Dan wordt de brandstapel opengebroken om de verbranding te stoppen. Haar kleren zijn al bijna weg, de resten worden weggetrokken en ze is zichtbaar in haar naaktheid. Het is aangetoond dat ze een vrouw is. Het vuur wordt weer op gang gebracht en blijft branden tot Jeanne volledig verast is[4].
Toch is er dan blijkbaar iets veranderd, want Philips de Goede van Bourgondië trekt zich terug uit de alliantie met de Engelsen die dan weer alleen staan. Wat er allemaal precies is gebeurd aan politiek gekonkel, is moeilijk te achterhalen. Hij krijgt daarvoor van Karel VII de graafschappenAuxerre, Mâcon en de steden aan de Somme. Met dit verdrag van Arras in 1435 is het einde van de oorlog nabij. In 1448 is er nog een offensief inNormandië en in 1450 is er een veldslag bij Formigny. De laatste schermutselingen vinden plaats bij Castillon in 1453. Alleen Calais is dan nog in bezit van de Engelsen.
Direct na de inname van Rouen in 1450 wordt bevel gegeven door Karel VII voor een onderzoek naar het proces van Jeanne d’Arc. Het gaat moeizaam. De Kerk erkent dat er fouten zijn gemaakt, maar werkt het proces tegen. In 1456 wordt ze dan toch gerehabiliteerd. In Engeland wordt ze nog lang als heks beschouwd. Daar komt pas verandering in met het verschijnen van de History of Great Britain van Speed (1611). Pas in 1909 wordt ze zalig verklaard. Op 16 mei 1920 wordt ze heilig verklaard[5].
Het zijn de ingrediënten van het feodale systeem die aan de wieg staan van de Honderdjarige Oorlog die feitelijk zal duren van 1066 tot 1435 met het verdrag van Arras, of tot 1453 bij de overwinning van Castillon, of tot 1558 als de Fransen Calais eindelijk terugveroveren op de Engelsen. Toch geven de Engelsen de claim op de Franse troon niet op en pas in 1801, als ze blijkbaar de overtuiging hebben dat er echt geen koning meer in Frankrijk komt, geven ze die titel op. Of misschien ook wel omdat het ze de kop kan kosten, of wellicht zijn ze bang voor Napoleon, wie zal het zeggen. Waarom ze die titel wilden houden, maar nooit meer hebben willen effectueren, is een goede vraag. In zekere zin is het Europa op zijn smalst. En de Britten typerend.
Het is voorbij. Het is ingewikkeld. De Franse en Engelse adel zijn gedecimeerd en in Engeland breekt als gevolg van het echec de war of the rosesuit. Het volk is het zat en heeft zwaar te lijden gehad. De Kerk heeft politiek grotendeels langs de zijlijn gestaan, d.w.z. kon of wilde geen vuist maken om de partijen te laten stoppen. De pest en de oorlog laten de beide landen in een economische crisis achter. Het feodale systeem bestaat niet meer en Frankrijk is nu een compleet land. De koning wordt erkend. Maar de feodale verhoudingen zijn nog niet verdwenen. Het heeft ruim 400 jaar geduurd sinds Hugo Capet. De feodale heersers geven uiteindelijk allemaal de strijd op en worden deel van Frankrijk. Ze worden veroverd zoals Bourgondië, of worden bezit door gemanipuleerde huwelijken zoals Bretagne. Het lijkt dat de koningen en adel wijzer uit de strijd komen. Dit soort oorlogen komt hierna niet meer voor. Men lijkt te weten dat je niet wint op deze manier. De machtsstrijden onderling en met de Kerk vinden vanaf nu vrijwel uitsluitend op politieke wijze plaats. Geschillen tussen landen zijn nog niet zo ver.
De macht van de Kerk wordt minder. Parallel aan de Honderdjarige Oorlog vindt in 1414–1418 het concilie van Konstanz, plaats dat een einde maakt aan het Grote Schisma van het Westen waar pausen in Avignon, Rome en Pisa bestaan. Ofwel de grote verwarring van de legitimiteit van de pausen…
Het is genoeg.
Wat blijft is de verbazing over het handelen van een zeventienjarig meisje.
[1] Ik heb gekozen de naam Aliénor te gebruiken en niet Elianor, Eleanor, Leonore – en wat ik verder allemaal niet ben tegengekomen. De naam komt van alia Aénor – een andere Aénor volgens Jean Flori. Ze is dus naar haar moeder vernoemd. Daarbij vind ik Aliénor gewoon een mooie naam.