COLUMN - Afgelopen maart was ik in Iran, een land waar ik voor mijn werk wel vaker kom en waarvoor ik een zekere sympathie heb gekregen. Dat wil niet zeggen dat ik het echt begrijp en ik was blij dat ik dit keer eens naar het oosten kon reizen, van Teheran naar Mashhad. Dat is ruwweg het Iraanse equivalent van de christelijke pelgrimsweg naar Santiago de Compostella: Mashhad is waar de achtste imam ligt begraven en vormt voor elke Iraniër, religieus of niet, een lieu de mémoire. Zoals je langs de wegen naar Santiago wel eens mensen ziet wandelen, zo zie je ook richting Mashhad wandelaars die de elementen trotseren.
Dat die elementen niet altijd meewerken, bleek uit het feit dat de pelgrims nogal eens regenponcho’s droegen. Toch is regen zeldzaam. De weg loopt namelijk langs de zuidelijke hellingen van het Elburzgebergte, dat zich verheft tussen de Kaspische Zee en de Iraanse hoogvlakte. De vochtige noordenwind regent leeg op de noordelijke hellingen, waardoor er op de hoogvlakte nauwelijks regen valt. Het is een grote zandwoestijn, met alleen in het uiterste noorden, tegen de Elburz aan, een lijn van artesische bronnen. De weg van Teheran naar Mashhad voert van bron naar bron en vormt zo de smalle verbinding tussen enerzijds westelijk Iran, Mesopotamië en het Middellandse Zee-gebied en anderzijds Centraal-Azië, China en India. Dat maakt de fragiele lijn van bronnen tussen de Elburz en de Grote Zandwoestijn van historisch belang: dit was eeuwenlang een van de voornaamste routes van oost naar west. Een flessenhals in de Zijderoute.
De eerste islamitische legers trokken rond het midden van de zevende eeuw langs deze weg naar het oosten, maar hadden ruim een eeuw nodig om de gebieden daar te pacificeren. Zolang de strijd duurde was het belangrijk dat ze de weg controleerden en er zijn aanwijzingen dat ze ernaar streefden dit gebied grondig te islamiseren. Het was geen toeval dat in 750 de Umayyadische heersers in Damascus werden vervangen door de Abbasieden van Bagdad, die hun machtsbasis hadden in Iran.
De Tarikhaneh-moskee van Damghan dateert uit die tijd en is een van de oudste islamitische gebedsplaatsen ter wereld. Religieuze Iraniërs zullen je vol trots zeggen dat deze moskee is geïnspireerd op de oorspronkelijke moskee in Medina, en wie weet is dat wel waar. Meer nationalistische Iraniërs vertellen daarentegen dat het gebouw de vorm bewaart van een Perzisch heiligdom uit de voorislamitische tijd. Ook dat is niet uitgesloten.
Daterend uit de tijd van de vroege islam is de Tarikhaneh in elk geval een sober bouwwerk, opgetrokken uit tichels en bakstenen. Zoiets verwacht je niet in een land waar moskeeën doorgaans zijn voorzien van complexe decoraties van tegelwerk in diverse tinten blauw, geel, roze en groen. De moskee van Damghan lijkt evenmin op andere gebedsplaatsen uit de achtste eeuw, zoals de Umayyadenmoskee in Damascus, die enkele jaren eerder werd voorzien van allerlei mozaïeken en marmeren bekleding.
De bouwers van de moskee van Damghan kozen voor eenvoud – en dat was een bewuste keuze. Wat ze ermee hebben willen zeggen, zullen we echter nooit meer weten.
[Wordt, behoudens in de weg springende actualiteiten, volgende week vervolgd]