COLUMN - De vraag was simpel: als Jezus een jood was, waarom vormen de christenen dan een zelfstandige religie en geen joodse sekte? Ik heb vorige week al aangegeven dat er weinig of niets in het Nieuwe Testament staat dat niet door althans een deel van de joden voor hun rekening kon worden genomen. Sommige ideeën waren zelfs behoorlijk gangbaar of behoorden althans tot actuele discussies.
Er waren destijds verschillende joodse groepen, verdeeld door heftige polemieken. Nadat de Romeinen in 70 n.Chr. de tempel hadden verwoest, bleven de polemische teksten in gebruik, maar was de discussie beperkt tot eigenlijk slechts twee groepen: de liberale stroming binnen het farizeïsme (het ‘Huis van Hillel’), waaruit het rabbijnse jodendom is voortgekomen, en enkele christelijke groeperingen die ook heidenen in hun gelederen hadden. Dit laatste was niet onjoods maar betekende wel dat het christendom als religieuze identiteit niet langer samenviel met een etnische identiteit.
Het is makkelijk te onderschatten hoe problematisch dit is geweest. Je denkt immers dat, zoals je nu christenen hebt uit diverse landen, je ook destijds Griekse, Romeinse, Gallische, Egyptische, Bataafse en Joodse christenen kon hebben. Naast een nationaliteit kun je een religie hebben. Daarmee denk je echter vanuit een modern perspectief. Erger nog, dat je religie kunt loskoppelen van nationaliteit is nou net een christelijke uitvinding en dus ongeschikt om over joden te schrijven.
Twee weken geleden luisterde ik naar een lezing van de Canadese geleerde Steve Mason, die tijdelijk is verbonden aan het Groningse Qumraninstituut. Het gekke is dat zijn verhaal eigenlijk niets nieuws bevatte, maar dat hij de vertrouwde onderdelen zó presenteerde dat er toch iets ontstond dat me verbaasde en trof.
Mason begon met wat simpele feiten. Er bestond in de Oudheid niet zoiets als iemands godsdienst. Iedereen maakte uit het aanbod zijn eigen keuze. Er waren goden waarvan de cultus min of meer nationaal was: bijvoorbeeld de Capitolijnse Jupiter van de Romeinen, de Magusanus van de Bataven of de God der Joden. Er waren ook culten waaraan je deelnam als lid van de stedelijke gemeenschap, zoals het Panatheense festival bijvoorbeeld in – u raadt het al – Athene. Aan weer andere culten nam je deel als lid van een bepaalde maatschappelijke groep: de kooplieden in de haven van Rome, Ostia, offerden gezamenlijk aan hun beroepsgodin. Tot slot kon religie een rol spelen in vrijwillige associaties, zoals filosofische scholen.
Wat was het christelijke jodendom nu echter, nu het geen band meer had met de Joodse natie? De christenen waren geen stad en geen maatschappelijke groep. Als filosofische groep kregen ze geen erkenning. Pas toen ze in de vierde eeuw de macht kregen, vond de uitvinding van de godsdienst plaats, als een zelfstandige identiteit naast andere.
Dit klinkt allemaal niet zo heel ingewikkeld, maar de betekenis is groot. Jood-zijn was ooit een nationaliteit, maar vanaf de Late Oudheid werd het beschouwd als een religie. Anders gezegd, de huidige joodse identiteit is gevormd in een mal die was bedoeld om het christendom te rechtvaardigen. Schokkend is die conclusie niet – waar twee religies naast elkaar bestaan, beïnvloeden ze elkaar – maar er schuurt wel iets. Daarover volgende week.
Reacties (17)
Misschien is het muggenziften, maar ik vermoed dat dit niet helemaal accuraat is geformuleerd.
Er bestonden in de laat-Romeinse wereld immers talloze culten die niet beperkt waren tot een nationaliteit of één specifieke sociale groep (Isis, Elagabalus, Sol Invictus, Mithras, etc.).
Wat wel een uitvinding van het Christendom is (alhoewel het een idee is met duidelijke neoplatoonse invloeden), is de universaliteit van de eigen god. De christelijke god is namelijk de god van iedereen, of je (als gelovige) nu wilt of niet.
Daarbij is binnen het Christendom de idee van een universele god gecombineerd met de idee van een exclusieve god: andere goden (of – in neoplatoonse termen – andere manifestaties van de Ene) bestaan niet eens.
(Wat niet wegneemt dat men met de Drieënheid toch nog een stuk die richting is ingegaan.)
Het is dus niet zozeer het loskoppelen van etniciteit en religie wat het christendom uniek maakte in de laat-Romeinse wereld, maar de volstrekt compromisloze universaliteit van zijn god.
@1:
Dat exclusieve monotheïsme is al terug te vinden in het OT, b.v. in Jesaja 45:5-7, dus al ruim voor het christendom.
@2:
Maar daar gaat het specifiek over ‘de God van Israël’. Die was natuurlijk wel machtiger en mooier dan andere goden (en misschien zelfs wel de enigstbestaande god – maar op die vertaling/interpretatie zou ik eerst wat tekstkritiek willen loslaten), maar van niet-Joden werd niet verwacht dat ze die ‘God van Israël’ ook gingen aanbidden. Laat staan dat die god iets voor niet-Joden ging betekenen.
De ‘God van Israël’ is dus niet universeel. Bij de christelijke god ligt dat anders.
@3:
Dat stukje Jesaja zal vast niet eenduidig zijn maar het valt wel op dat die zich richt tot de Perzische heerser Cyrus en niet tot Israël. Tegen een (Zoroastrische ?) vorst wordt gezegd dat de God van Israël de enige is. Wat pleit voor een universele godheid. Maar ik weet het niet zeker.
@1: De cultus voor Mithras was een associatie waarbij je je aansloot. Zoals de kooplieden in Ostia offerden tot Annona Augusta, konden soldaten toetreden tot een Mithrasassociatie.
De andere drie culten waren staatsculten. De Syrische Elagabal werd gepropageerd door het kindkeizertje dat naar zijn god Heliogabalus werd genoemd. Sol Invictus werd groot gemaakt door Aurelianus.
Isis lijkt inderdaad een twijfelgeval. Domitianus nam haar op in de staatscultus; tot dan toe was haar verering omstreden – en dus werden de aanhangers van tijd tot tijd vervolgd.
Leuk verhaal dat mooi volgt op wat je vorige week schreef. Ik vroeg me wel af of de vervolging van de christenen kan samenhangen met het feit dat ze de categorieën zelf ter discussie stelden.
@5:
Maar daar hoefde je niet per se Romein of soldaat voor te zijn.
Dat is natuurlijk pas vanaf de derde eeuw gebeurd.
En zowel voorafgaand aan het moment dat deze culten staatsculten werden als daarna, konden zowel Romeinen als niet-Romeinen de bijbehorende goden vereren (en – belangrijker nog – deden dat ook).
Dus het lijkt me nog steeds problematisch om de ontkoppeling van religie en nationaliteit specifiek aan het christendom te wijten.
@0 Nog even waar #1 ook vragen over had:
Maar hoe moet ik dan cuius regio, eius religio lezen in die context? Die spreuk, die naar aanleiding van dé protestants vs. katholieke oorlogen werd bedacht? Of gaat het om het sleutelwoordje ‘kunt’?
Ik mis nog steeds 2 dingen in de beschouwingen.
* – Het jodendom kent in zekere zin het matriarchaat: je bent pas jood als je moeder jood is. Het zou in principe wel mogelijk zijn om je tot jood te laten maken, maar dat is een heel gedoe.
* – Joden moeten besneden zijn, daar hebben andersdenkenden natuurlijk helemaal geen zin in, die zien niet in, zelfs niet als ze religieus zouden zijn aangelegd, wat daar de zin en het nut van is.
Als je je het toch afvraagt waarom christenen geen joden zijn, dan zou ik deze twee dingen ook meenemen. Waarom zou je simpele en praktische overwegingen zonder goede reden zomaar weglaten?
“dat je religie kunt loskoppelen van nationaliteit is nou net een christelijke uitvinding”
Het Boedhisme, Taoisme en Confucianisme -om maar een paar voorbeelden te noemen- worden volledig over het hoofd gezien, ten nadele van de veel primitievere percepties, die dominant zijn in de joodse, gristelijke en islamitische culturen,
waar feitelijk niet meer plaats vond dan de overgang van een polytheistisch naar een monotheistisch godsbeeld,
als het summum van de collectieve paranoia dat er een hoger wezen zou zijn, dat alles heeft gemaakt, in het oog houdt en uiteindelijk zelfs zijn wil oplegt.
@9: Dat je alleen joods bent met een joodse moeder, is een farizese uitleg van het jodendom. Het is niet duidelijk hoe anderen daarover dachten. Koning Herodes had geen joodse moeder maar werd erkend: met tegenzin misschien, en met een farizees voorbehoud, maar dat deze interpretatie van het jodendom de dominante zou worden, was aan het begin van onze jaartelling nog geen gelopen race.
Besnijdenis kon al voor het begin van de jaartelling worden vervangen door een “geestelijke besnijdenis”. Ik geloof dat westerlingen die zich anno vandaag bekeren tot jodendom of islam, ook niet onder het mes hoeven, al kan daarin variatie bestaan. Heb ik nooit uitgezocht.
Interessant. Heb je daar bronnen uit joodse geschriften van die tijd bij?
@10:
Zo monotheïstisch zijn de “monotheïstische” godsdiensten nu ook weer niet. Ze zeggen van wel, maar ondertussen houden ze er een heel pantheon op na van een oppergod, engelen, de duivel, een vent die over water kan lopen, diverse profeten, een paard dat kan vliegen, een hele reeks heiligen die in de hemel nog steeds druk doende zijn om de mens op aarde van dienst te zijn.
Jona: Je hebt in een eerder artikel geschreven:
“This appointment caused a lot of resentment among the Jews. After all, Herod was not a Jew. He was the son of a man from Idumea; and although Antipater had been a pious man who had worshipped the Jewish God sincerely, the Jews had always looked down upon the Idumeans as racially impure. Worse, Herod had an Arabian mother, and it was commonly held that one could only be a Jew when one was born from a Jewish mother.”
http://www.livius.org/he-hg/herodians/herod_the_great01.html
Kortom, waar baseerde je het destijds op dat Herodes niet werd geaccepteerd en waar baseer je het nu op dat hij wel werd geaccepteerd?
@13: Sure, de monotheistische godsdiensten zijn niet vrij van dat soort primitieve fantasieen. Ik wilde er slechts op wijzen dat het thema van deze column berust op een volstrekt eenzijdig wereldbeeld.
Het is gewoon flauwekul overgoten met een semi-wetenschappelijk historisch sausje.
Post-atheisten blijken eenmerkwaardige overeenkomst met religieuzen te vertonen: ze geloven van alles.
@14, Ja, dat zijn van die vragen waar je nachten wakker van kunt liggen.
@11: Als het er om gaat waarom christenen geen joden (willen) zijn, dan gaat het niet zozeer over wat de joden precies vinden, maar wat christenen vinden van het jodendom. Paulus noemt de besnijdenis expliciet en stelt de doop in plaats van de besnijdenis (Kol 2:11) en in Galaten 2:2-3 is duidelijk te lezen dat christenen niet besneden hoeven te worden. Maar nogmaals, mijn stelling is niet dat allerlei gezoek in de geschriften duidelijkheid zou kunnen verschaffen over dit “vraagstuk”, mijn stelling is dat christenen niets hebben met een jodendom waar zij (in ogen van die christenen) besneden zouden moeten worden omdat dat (nog steeds in de ogen van die christenen) essentieel voor het jodendom zou zijn.
Als het christenen niet duidelijk is hoe joden “echt” over het matriarchaat en de besnijdenis denken (/dachten) maar als die christenen daar helemaal niet mee zitten omdat wat zij in hun hoofd hebben over het jodendom voor hen voldoende is, waarom zouden zij er verder dan nog over prakkiseren?
(edit…) Los daarvan, ik ken persoonlijk een meisje dat verliefd werd op een joodse jongen, zij moest toch echt heel ingewikkelde dingen doen om zelf joods te kunnen worden omdat anders haar kinderen niet joods (genoeg) zouden zijn. En daar blijkt dus uit wat de hedendaagse invulling is van het hedendaagse matriarchaat in het hedendaagse jodendom door de hedendaagse joden.
@16: (edit) Ach nee, laat ook maar. Sommige mensen hebben echt zulke rare hobbies, daar moet je je eigenlijk niet mee bemoeien.