In het idee van negatieve vrijheid zit impliciet het idee dat mensen als vrije burgers geboren worden. Het idee dat we mensen vrij moeten laten om vorm te geven aan hun eigen leven, gaat ervanuit dat mensen zo’n idee hebben en daar alleen maar vorm aan hoeven te geven. Maar mensen worden niet als vrije burgers geboren, maar als baby’s die afhankelijk zijn van de zorg van anderen. Mensen worden niet geboren met een idee van het goede leven, dat vormen ze zich over tijd.
Ik denk dat het daarom nodig is om het liberalisme opnieuw uit te vinden: naast het verzekeren van gelijke rechten en een eerlijke verdeling van inkomen, moeten liberalen er ook voor zorgen dat iedereen de vermogens heeft om zelf vorm te geven aan het leven. Dat betekent dat we opnieuw moeten kijken naar de manier waarop we negatieve vrijheid met noties van positieve vrijheid balanceren.
Klassieke liberalen hebben een bijzondere fixatie op formele rechten. Het liberalisme was die kracht die ervoor zorgde dat iedereen op een gelijke manier kon rekenen op de bescherming van zijn life, liberty, en property. Het achterliggende idee was negatieve vrijheid. De macht van de overheid om om arbitraire redenen in te grijpen in het leven van mensen moest beperkt worden: er moest gestreefd worden naar een zo groot mogelijke vrijheid van iedereen om op zijn of haar eigen manier vorm te geven aan zijn of haar eigen leven. Het was niet genoeg dat deze rechten werden opgeschreven maar er moesten ook politieke instelingen komen die ervoor zorgden dat deze rechten afgedwongen konden worden: een onafhankelijke rechtspsraak, een parlementaire democratie, een rechtsstaat. Het klassieke liberalisme brak zo met een traditie van feudalisme waarin rechten ongelijk verdeeld waren: waar de adel en horigen ongelijke rechten hadden, en waar in de stad en op het platteland een andere juridische code gold. De strijd van de liberalen was er een van gelijkheid. Boeren, stedelingen, edellieden, priesters moesten allemaal dezelfde rechten hebben.
De socialisten wezen de liberalen erop dat hun liberale paradijs imperfect was: gelijke rechten zijn mooi, maar stellen niets voor als economische macht ongelijk verdeeld is en die verdeling zichzelf in stand houdt: armoede, exploitatie, klasseverschillen, concentratie van economische macht. Progressieve liberalen stelden voor om inkomen eerlijker te verdelen. Inkomensherverdeling kan gebruikt worden om ongelijkheden in talenten en afkomst ongedaan te maken. De sociaal-liberalen onderbouwden hun ideeen met een idee van positieve vrijheid: vrij zijn is meer dan het recht hebben om te doen wat je wilt (zoals de klassiek liberalen voorstelden), maar je moet ook de middelen hebben omdat te doen. Iemand die achter een gesloten deur zit is onvrij, maar iemand die niet uit zijn kamer kan omdat hij gehandicapt is, is ook onvrij.
Maar ik denk dat er een derde vereiste is om “echt” vrij te zijn: het gaat er niet alleen maar om dat je het recht hebt om te doen wat je wil en dat je de middelen hebt om dat te doen, maar ook dat je vermogens hebt om te bepalen wat je wil doen. Terwijl iedereen in Westerse landen gelijke rechten heeft, en kan rekenen op een verzorgingsstaat die inkomen herverdeelt tussen arm en rijk, blijven er grote ongelijkheden bestaan: terwijl iedereen de sociale ladder op kon als hij dat wil, blijven er grote, erfelijke inkomensverschillen bestaan. Dat komt gedeeltelijk, omdat de huidige herverdeling niet alle onverdiende ongelijkheden elimineert. Maar we moeten erkennen dat sociaal kapitaal ongelijk verdeeld is: kinderen met rijkere ouders worden ook opgevoed in een cultureel rijkere omgeving. En dat, maar dat is slechts een hypothese, zorgt ervoor dat ze bepaalde vermogens leren, die kinderen met ouders met een lagere opleiding, zonder de juiste rolmodellen, niet mee krijgen. En dan denk ik in het bijzonder aan drie vermogens:
Je zou denken dat liberalen sidderen bij het idee van verheffing of volksopvoeding, maar dat komt omdat dat vaak gebeurt om een moraal op te leggen. De kern van mijn betoog hier is dat je paternalistisch moet zijn om echt liberaal te zijn. Maar dan is het overheidsoptreden er opgericht om ervoor te zorgen dat iedereen die vermogens die nodig zijn om echt vrij te zijn leert. Als je wil leven volgens jouw eigen idee van het goede leven, dan moet je kritisch na kunnen denken over je eigen vorming, bepalen wat je echt wil en de discipline hebben om dat waar te maken.
En dat vereist een brede cultuurpolitieke agenda: beter onderwijs, dat niet alleen maar brave burgers of hardwerkende werknemers creeert maar vrije mensen, meer opvoedingsondersteuning, een publieke omroep waar een serieus debat gevoerd wordt, subsidies om nieuwe groepen naar het museum en het toneel te trekken en een optreden tegen criminaliteit dat oog heeft voor het feit dat crimineel gedrag het gevolg kan zijn van een gebrek aan een kritisch vermogen, zelfreflectie en zelfdiscipline.
Volgens mij kan je op geen andere manier echt vorm geven aan een politiek ideaal van echte vrijheid voor allen. We moeten niet alleen maar als liberaal mensen het recht geven om te doen wat ze willen, als sociaal-liberaal ervoor zorgen dat ze de middelen hebben om dat te doen, maar ook als progressieve paternalist ervoor zorgen dat ieder mens de vermogens heeft om er achter te komen wat hij zelf echt wil.
[cmon]
Reacties (3)
Het gevaar van positieve vrijheid, zoals gedefinieerd door Isaiah Berlin, ligt ook besloten in jouw betoog. Ik quote: “Maar dan is het overheidsoptreden er opgericht om ervoor te zorgen dat iedereen die vermogens die nodig zijn om echt vrij te zijn leert. Als je wil leven volgens jouw eigen idee van het goede leven, dan moet je kritisch na kunnen denken over je eigen vorming, bepalen wat je echt wil en de discipline hebben om dat waar te maken.”
Dit is een zeer nauwe definitie van ‘vrij zijn’. Waarom ben je niet vrij als je ondoordachte keuzes maakt, of als je kiest voor een ongelukkig leven, of als je niet kritisch bent op je eigen bestaan, of dat je niet bepaald wat ‘je echt wilt’?
Deze opvatting is mijns inziens totalitair. Mensen dwingen vrij te zijn wordt door iedere dictator of extremistische gelovige aangehaald als rechtvaardiging van het inperken van de negatieve vrijheden van burgers. Jij gaat in je oplossingen, die mijns inziens geen oplossingen zijn, gelukkig niet zo ver.
‘Echte’ vrijheid voor ‘allen’ is een utopie. Iets waar ‘echte’ liberalen voor zouden moeten waken, want het behalen van deze utopie gaat altijd gepaard met een weg naar slavernij. (Hayek – Road to Serfdom)
Extra leesvoer in het kader van dit onderwerp: http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=405940
@MichielvDam10-08-2011 @ 12:57
Je vraagt je af waarom je niet vrij bent als je ondoordachte keuzes maakt. Dit lijkt me eigenlijk wel duidelijk. Een keuze maken impliceert een afweging. Als deze afweging niet door je eigen verstand wordt gemaakt maar door iets van buitenaf – een gevoel, druk van anderen, onbewuste manipulatie, noem maar op – dan is het in ieder geval geen eigen keuze. Niet vrij van iets wat extern is. Kant zou zeggen dat je je laten leiden door een neiging.
Je kunt het inderdaad totalitair noemen als het streven is om ieder uit zichzelf te laten denken maar m.i. is dat niet meer dan een sofistische woordenspel. Van slavernij kan alleen sprake zijn als de ander niet vrij is te denken. Maar dan is het streven allang losgelaten.
Dat bepaalde machthebbers misbruik van maken van het streven, maakt de theorie an sich natuurlijk nog niet fout. Ik probeer bijvoorbeeld nog steeds menswaardigheid voorop stellen in mijn handelen ondanks dat ik weet dat er genoeg dictators hier misbruik van hebben gemaakt.