Zoekresultaten voor

'voorspellingen'

Foto: Daniel Antal (cc)

Nexit?

ACHTERGROND - Over de EU wordt een hoop onzin verkocht, vaak op grond van halve waarheden en onwetendheid over hoe zaken in Europa geregeld zijn. Eddy Stam vertelt een paar dingen die u moet weten alvorens u een Nexit omarmt.

Ik heb nu bijna een jaar rondgezworven in Oost Europa. Het deel van de EU wat zich tot de “netto ontvangers” mag rekenen.

Ook daar spelen net als in Engeland en Nederland anti-EU sentimenten. Maar ze willen er niet uit omdat iedereen snapt dat het grote voordelen heeft.

Met het lawaai in Engeland – waar inmiddels een dode valt te betreuren – neemt in Nederland het tegengeluid ook toe. Doemprofeten aan beide zijden maken overuren en verzinnen argumenten waar je bij staat. Niemand kan echter voorspellen wat er bij een BREXIT of NEXIT gaat gebeuren. Alle voorspellingen zijn koffiedik voorspellingen, simpelweg omdat het nog nooit vertoond is en elke referentie mist.

Noorwegen en Zwitserland als lichtende voorbeelden?

De meest gehoorde en ook meest voor de hand liggende argumenten in het Brexit-kamp, zijn de voorbeelden Noorwegen en Zwitserland. Die zijn geen EU-lid en daar gaat het heel goed.

Los van het tamelijk unieke verdienmodel van die landen (olie en banken), laat men veel informatie weg:

Foto: Chris Devers (cc)

Kunst op Zondag | Art after Brexit

Allerlei voorspellingen en analyses gingen aan het Britse EU-referendum vooraf. Vooral van economische en politieke aard. Maar ook de kunstwereld brak zich het hoofd over de mogelijke gevolgen van een Brexit.
Een grote meerderheid van kunstenaars, galeriehouders, acteurs, theaterbobo’s, kunsthandelaars, filmmakers koos voor “Remain”. Een deel van hen deed actief mee om de publieke opinie voor blijvende deelname aan de EU te winnen.

De pro-‘Remain’ bijdragen van Damien Hirst,  de posters van Wolfgang Tillmans, de woede van Antony Gormley en de opinie van vele, vele anderen in de kunstsector mochten niet baten.

In aanloop naar het referendum ontstak Antony Gormley in woede toen de pro-Brexitclub één van zijn kunstwerken als symbool voor hun campagne gebruikten. Ze projecteerden hun ‘Vote leave’ op het beeld. Gormley stuurde zijn advocaten er op af. Hier Gormley’s ‘Angel of the North’ in ongeschonden staat:
cc Flickr Auntie P Angel of the North

De Britse kunstwereld reageert bezorgd, verbijsterd en woedend op de uitslag van het referendum.

Anish Kapoor: I am heartbroken. I hang my head. I feel shame, shame, shame at the xenophobia of this country. There are so many levels of division in Britain. And it’s all so unnecessary. I think the three men involved – Michael Gove, Boris Johnson and Nigel Farage – are despicable.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Een beter milieu begint bij een econoom

COLUMN - Vakantie is mooi, CO2-effecten van toerisme minder. Ik geneer me voor de CO2-uitstoot die ik dit jaar veroorzaak. Maar er is goed nieuws: drie gedragseconomen hebben laten zien dat vliegtuigen vanaf deze maand aanzienlijk schoner kunnen vliegen – per jaar voor één luchtvaartmaatschappij (Virgin Atlantic) al zo’n 21 miljoen kilo CO2 minder (of vijf miljoen dollar aan brandstofkosten). Per vlucht scheelt het zo’n 550 kg kerosine. Niet gek voor een stel weinig technisch onderlegde economen.

Ze kregen het voor elkaar door een aantal bewezen effectieve gedragstrucs los te laten op de piloten. Piloten beslissen over hoeveel kerosine er mee moet, gebaseerd op weersvoorspellingen en het gewicht van het vliegtuig – en teveel meenemen kost extra brandstof. Ze kunnen, net als chauffeurs, een ‘zuinige vliegstijl’ hebben of juist bruusk optrekken. En ten slotte kunnen ze na landing meer of minder zuinig taxiën. Die drie gedragingen hebben de economen geprobeerd aan te pakken.

Dat kun je doen door ouderwetse instrumenten als straffen en belonen, of door posters op te hangen in de pilotenkleedkamer met ‘vlieg zuinig’. De onderzoekers kozen een andere strategie: meten en terugkoppelen. Ze deelden 335 piloten in vier groepen in. Eén groep kreeg alleen te horen dat er een experiment gaande was rond energiegebruik. De andere drie groepen kregen maandelijks een brief thuisgestuurd met  daarin hun persoonlijke prestaties rond energiezuinig vliegen. Een deel kreeg daar targets voor opgelegd, en de laatste groep kreeg bovendien 17 dollar voor een goed doel als ze die targets haalden.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Toekomstblik

COLUMN - Gisteren kocht ik een pakje gerookte forel met 35% korting – want houdbaar tot 29 december. Vandaag gooide ik de overgebleven helft ervan weg. Dat voelde nogal dom, voor een gedragseconoom. Ik had me laten strikken door de supermarkt om iets te kopen wat ik niet op zou eten. Of nog preciezer, iets te kopen wat ik niet op zou eten op het moment dat ik dat dacht te gaan doen.

Gelukkig staat er in het decembernummer van het Journal of Economic Psychology een analyse van wat er misging. De onderzoekers vroegen zich, net als ik, af of onze inschattingen over wat we in de toekomst willen eten misschien slechter kloppen dan we zelf denken. Dat testten ze door 70 deelnemers (een dwarsdoorsnede uit de bevolking*) drie achtereenvolgende weken langs te laten komen voor een experiment. Ze werden getrakteerd op een broodje gezond en kregen daarna dertien verschillende snacks voor geschoteld: chocoladerepen, chips, nootjes, bananen etc. Daaruit mochten ze twee snacks kiezen. De eerste week werd hen gevraagd ook voor week 2 en 3 alvast twee snacks uit te zoeken. Ze mochten ook een ‘verzekering’ kopen: de mogelijkheid om hun keuze later te veranderen. De weken daarop mochten ze opnieuw een keuze maken, en tegen betaling hun oorspronkelijke keuze herzien.

Foto: William Warby (cc)

Simon Rozendaal – nu even op de inhoud

ANALYSE - Dit is een gastbijdrage van Willemijn Kadijk, Gjalt Annega & Femke Nijsse. Tevergeefs werd dit artikel eerder aangeboden aan Elsevier als repliek op het antwoord van dhr Rozendaal. Zij besloten het niet te publiceren omdat volgens hen de discussie wel klaar was. Lees en oordeel zelf.

Afgelopen vrijdag stonden wij even in de aandacht met onze reactie op een klimaatartikel van Simon Rozendaal. Een hoop discussie op Twitter en een repliek van Simon Rozendaal verder stonden wij voor het dilemma: reageren wij hier nog op of laten we het zitten? Omdat wij toch graag een aantal dingen wilden rechtzetten, besloten we aan de slag te gaan.
Onze complimenten aan meneer Rozendaal dat hij op ons artikel heeft gereageerd; dit siert hem. Voor deze reactie nemen wij een wat meer beschouwende rol. Tegelijkertijd willen we ons stuk ook iets breder trekken naar retorische en inhoudelijke fouten die vaak voorkomen in beschrijvingen van klimaatverandering en de wetenschap eromheen.

Ten eerste willen wij even iets verduidelijken. In zijn reactie beklaagt meneer Rozendaal zich dat hij wel eens onheus wordt bejegend of wordt uitgemaakt voor “klimaatontkenner”. Echter, nergens in ons artikel wordt het woord ‘klimaatontkenner’ genoemd of wordt meneer Rozendaal uitgescholden. Wij begrijpen niet welke relevantie dit heeft voor ons artikel. Wij spreken ons graag uit tegen het onjuist bejegenen van mensen met wie je het oneens bent.

Wat betreft de andere auteurs, bij publicatie stond alleen de naam van Willemijn Kadijk omdat de anderen door Elsevier niet op de auteurslijst waren gezet. Student Space Exploration (o.a. planeetonderzoek) Gjalt Annega heeft aan het vorige en huidige artikel meegeschreven voor de wetenschappelijke argumenten. Studente klimaatwetenschap Femke Nijsse heeft de wetenschappelijke argumenten gecontroleerd en becommentarieërd. Alle bronnen van het vorige en huidige artikel zijn aan het eind van dit artikel te vinden. In het kader van goede wetenschap en journalistiek doen we meteen een kleine rectificatie: in ons oorspronkelijke stuk stond dat de temperatuurstijging aan de hoge kant van de voorspellingen zit, maar dit woord had zeespiegelstijging moeten zijn.

Politie genomineerd voor Big Brother Award

Korpschef Nationale Politie genomineerd voor expertprijs vanwege ‘predictive policing’

De Nationale Politie zet in op ‘predictive policing’: het gebruik van (big) data om crimineel gedrag te voorspellen en, als het even kan, in te grijpen nog voordat de misdaad is gepleegd. Hierdoor wordt ‘afwijkend gedrag’ het criterium voor optreden van de politie, in plaats van ‘strafbaar gedrag’. De korpschef is daarmee een van de drie genomineerden voor de Big Brother Awards Expertprijs. Woensdag 28 oktober wordt deze door Bits of Freedom aan de winnaar uitgereikt in de Stadsschouwburg Amsterdam.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Alles wordt beter!

RECENSIE - alles-wordt-beterDaar hadden de media onlangs toch even schokkend nieuws: de afgelopen veertig jaar zou het leven in zee zijn gehalveerd. Overbevissing, klimaatverandering, u kent de verklaringen.

Ik vermoed echter dat u, media wise als u bent, op uw klompen aanvoelde dat dit niet waar zijn kón, en u kreeg gelijk. De onvolprezen factcheck-rubriek van De Volkskrant maakte vrij simpel korte metten met de claim. Het onderzoek klopte wel, maar het persbericht moffelde weg dat soorten waren onderzocht die toevallig onderzoekbaar waren. Gewervelde dieren, die redelijk opvallend zijn, waren dus wel bekeken, maar de vele soorten plankton niet. Dat maakt de generalisering ongenuanceerd, om niet te zeggen: misleidend. Veel journalisten liepen er desondanks met open ogen in.

Alarmisme en optimisme

Ik heb niet gelezen of Simon Rozendaal, wetenschapsjournalist bij Elsevier, erover heeft geschreven, maar het demasqué zou hem niet hebben verbaasd. In zijn boek Alles wordt beter! (briljante ondertitel: Nou ja, bijna alles) beschrijft hij onder meer de wijze waarop de milieubeweging de media probeert te sturen. De Brent Spar-affaire is daarvan vermoedelijk het bekendste voorbeeld. Het is beslist niet zo dat de milieubeweging zomaar wat roept, maar men heeft er wel een handje van nieuws op een alarmerende toon naar buiten te brengen, ook als men redelijkerwijs kan weten dat dit overdreven is. Een mooi voorbeeld van dat alarmisme wordt hier gehekeld.

Alles wordt beter! is echter geen aanval op de milieubeweging. Rozendaal ergert zich vooral aan onredelijk pessimisme. In het eerste deel toont hij overtuigend aan dat we het in onze eenentwintigste eeuw beter hebben dan welke generatie voor ons ook. De lucht en het water zijn schoner, er is minder criminaliteit en oorlog, de medische zorg is nog nooit zo goed geweest, we eten gezonder dan ooit, we leven langer, we hebben meer respect voor vrouwen, we hebben beter onderwijs. Het is onweerlegbaar en Rozendaal wil dat we met wat meer vertrouwen naar de toekomst kijken.

Drie motoren

Hij noemt “drie motoren” die zijns inziens garanderen dat de vooruitgang verder zal gaan. De eerste is evolutie. Orde en samenwerking zijn wezenskenmerken voor het leven, en Rozendaal ontwaart in de evolutie een neiging naar toenemende complexiteit.

Vooral wanneer ik over de chemische evolutie nadenk, kan ik niet anders concluderen dan dat er in de dode materie een drang tot ordening en samenwerking zit.

Toekomstige critici die hem van teleologisch denken zullen beschuldigen, geeft hij bij voorbaat gelijk: “Dan maar teleoloog.”

De tweede motor is de technologie, die leidt tot welvaart. Een samenleving moet een bepaald welvaartsniveau bereiken, schrijft Rozendaal, voor ze zich kan veroorloven te gaan zorgen voor natuur en milieu. Pas toen Nederland in de jaren zestig dit niveau bereikte, konden we gaan denken aan de halfopen stormvloedkering in de Oosterschelde. Sindsdien kunnen we ook werken aan de schoonmaak van onze vervuilde leefomgeving.

De afname in vervuiling heeft natuurlijk met geld te maken. Lood is een goedkoop middel om benzine te verbeteren; zwavelhoudende steenkool is goedkoper dan aardgas; ontzwavelingsinstallaties en driewegkatalysatoren zijn duur. Het schoonmaken van het milieu heeft de Verenigde Staten het onvoorstelbare bedrag gekost van 3500 miljard dollar. Nederland geeft jaarlijks ongeveer 3 procent van het bruto nationaal product, ofwel 13 miljard euro, aan milieumaatregelen uit. Dit is natuurlijk het sterkste bewijs dat niet welvaart, maar armoede de oorzaak is van vervuiling: er zijn maar heel weinig landen – alleen de rijke in Noord-Amerika, Europa en een enkel land in Azië – die zich dit soort bedragen kunnen veroorloven.

Rozendaal stelt dat sinds de jaren zestig eerst de zwaarste vervuiling is aangepakt, toen de wat minder belangrijkere, en dat de problemen die we nu zien, in feite klein bier zijn. Voor alarmisme is daarom geen reden, stelt hij.

De derde motor is beschaving.

In de loop der tijd worden we steeds fatsoenlijker en beschaafder. We zijn gestopt met slavernij, behandelen vrouwen en kinderen beter, zijn toleranter geworden jegens homoseksuelen en slaan er niet bij het minste of geringste op los.

Anders gezegd: we zijn onze impulsen gaan beheersen en hebben leren anticiperen op de gevoelens van anderen. Dit zou mede zijn veroorzaakt door handel en door de opkomst van de overheid. Hiermee volgt Rozendaal de civilisatietheorie van Norbert Elias en de conclusie van dit deel van Alles wordt beter! is dat deze motoren garanderen dat we met optimisme naar de toekomst mogen kijken.

Waarom zo pessimistisch?

Rozendaal meent dat we niet voldoende optimistisch zijn en op dat punt, zo moet ik bekennen, heb ik wat vraagtekens. Mij lijkt dat althans een spiegelgevecht. Er is sinds de Guttenberg– en Stapel-affaires nogal wat onderzoek gedaan naar het vertrouwen in de wetenschap, en de conclusie is, als ik het goed zie, dat weliswaar het vertrouwen in de wetenschappers daalt, maar dat u en ik nog volop geloven in het potentieel van de wetenschap. De meeste artikelen in de wetenschapsbijlagen van onze kranten lijken nog volop het frame te volgen dat de Twentse hoogleraar wetenschapscommunicatie Hedwig te Molder aanduidt als “blijde wetenschap”. Alles wordt beter, inderdaad.

Dit sluit vanzelfsprekend niet uit dat we nog altijd niet genoeg optimistisch kunnen zijn, en daarover heeft Rozendaal wel het een en ander te zeggen. Hoewel hij bekent dat hij geen alomvattende theorie kan bieden, benoemt hij allerlei factoren die maken dat we te somber zijn over de toekomst. Hij wijst er bijvoorbeeld op dat angst zaaien financiële voordelen kan hebben, geeft voorbeelden van evidente paniekzaaierij en wijst op het individueel falen van wetenschappers. “De tijd ligt achter ons dat onderzoekers onbaatzuchtige vorsers naar de waarheid waren.” De vaste lezers van deze kleine blog kennen legio voorbeelden uit de oudheidkundige disciplines, waar overdrijving de standaard-publiciteitsprocedure is; Rozendaal haalt zijn voorbeelden uit de exacte wetenschappen.

Het probleem is hier dat de voorbeelden op zichzelf wel zullen kloppen, maar dat ik niet weet of ze samen genoeg bewijs vormen. Dat geldt nog meer voor de theorieën die Rozendaal in zijn achtste hoofdstuk naar voren brengt: linkse zelfhaat, oikofobie, “weerzin tegen de dingen die we maken” ofwel technofobie, een afkeer van het kapitalisme. Het is allemaal te essayistisch om te overtuigen, en hier en daar slaat Rozendaal de plank echt mis. “Links en beschaving staan van oudsher sowieso op gespannen voet met elkaar,” stelt hij bijvoorbeeld, om ditg te bewijzen met de jacobijnen en Mao – de Everest Fallacy, met andere woorden. Je kunt de omgekeerde stelling bewijzen met als voorbeeld Theo Thijssen en die stelling zou even zinledig zijn.

Te essayistisch is ook Rozendaals negende hoofdstuk, waarin hij het aanhoudende pessimisme verder verklaart met enkele factoren die erop neerkomen dat de wereld te complex is om nog te worden begrepen. Hij maakt daar korte metten mee: vroeger was het nog veel onbegrijpelijker. Betere scholing en wetenschapsjournalistiek zouden nuttige tegenkrachten kunnen zijn. Daarmee ben ik het helemaal eens maar het probleem is opnieuw dat ik niet weet of al de voorbeelden samen wel voldoende bewijzen dat pessimisme ongefundeerd is.

Besluit

Aan het einde van het boek erkent Rozendaal dat er ook reële problemen zijn. Hij heeft in het verleden wel eens aangegeven niet overtuigd te zijn dat de klimaatverandering de grote ramp is die ons bedreigt, en komt daarvan nu iets terug: de mens kan een grotere invloed op de opwarming hebben dan hij eerder heeft gedacht. Toch wil Rozendaal ook hier optimistisch zijn: ook dit is geen probleem van de buitencategorie. Ik weet niet of dat overtuigend is. Er is overbevolking, en weliswaar neemt de groei af, maar er zijn nog altijd verdraaid veel mensen die samen een enorm beslag leggen op de grondstoffen.

Het boek eindigt met een hele reeks voorbeelden van pessimistische voorspellingen die niet bleken uit te kloppen. De opsomming is even amusant als schokkend. Maar alweer: hoeveel voorbeelden bewijzen dat de pessimisten altijd ongelijk hebben? Tegenvoorbeelden van pessimisten die wél gelijk kregen, levert Rozendaal niet.

Ik weet daarom niet of ik overtuigd ben. Na een zeer sterk begin over de vooruitgang en een ook sterk deel over de “drie motoren”, bieden de laatste hoofdstukken weliswaar veel voorbeelden, maar geen motivatie waarom zoveel voorbeelden voldoende zouden zijn.

Wat me ook wat verontrust, is dat de voorbeelden die ik controleren kan, soms niet kloppen. Die vergissingen zijn overigens te triviaal om het betoog te beschadigen: Tacitus noemt nergens kobolden (en ik kan het weten), het koepokkenvaccin is niet bedacht door Edward Jenner maar is door Europeanen overgenomen uit Egypte, en het is een hoax dat een geschiedenisstudent zó slecht opgeleid was dat hij niet wist dat Jezus en Christus dezelfde zouden zijn. Die legendarische student zou rond 1990 in de collegebanken hebben gezeten bij oudhistorici uit én Utrecht én Amsterdam én Leiden, die ik alle drie dit mopje heb horen vertellen als persoonlijke ervaring. Nogmaals: dit zijn triviale kwesties, maar ze suggereren dat Rozendaal wat makkelijk omspringt met zijn informatie.

En toch: ik heb het boek in één ruk uitgelezen. Het is kristalhelder van opbouw, amusant geschreven en toont een schrijver die met elke vezel betrokken is bij zijn onderwerp. Ik herkende de auteur van de oude Natuur en Techniek-rubriek “Analyse en Katalyse”: gepassioneerd, vol liefde voor de wetenschap en met een open oog voor de feilen daarvan. En iemand die in elk geval duidelijk maakt dat over sommige onderwerpen misschien wel érg alarmistisch wordt geschreven. Kortom: ook voor wie, zoals ik, niet alles kan geloven, is dit een erg lekker boek.

Foto: Todd Lappin (cc)

Drones voor de samenleving, drones tegen de samenleving

ACHTERGROND - Dit blog maakt deel uit van een drieluik over drones, privacy, flight safety en security. Hier deel I en deel II. Vandaag deel III.
Het begrip drones wordt hier als generieke verzamelnaam gebruikt voor onbemande en op afstand bestuurde vliegende objecten (RPAS).

De drone heeft een januskop. Burgers beschermen of bespieden? Infrastructuur inspecteren of saboteren? Hulpverlening bij incidenten in beeld brengen of belemmeren? Een pizza bezorgen of een explosief afleveren? De mogelijkheden van drones zijn eindeloos. Dat dubbele gezicht wordt vooral veroorzaakt door de persoon achter de drone: iemand met de beste bedoelingen, of iemand met minder prettige bedoelingen. Dit dubbele gezicht bepaalt de komende jaren het veiligheidsbeleid rondom drones.

In augustus 2015 kwam het kabinet (namens De Ministers van Veiligheid en Justitie en EZ, en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu) met een (tweede) brief over drones. Daarin wordt het disruptieve karakter van drones onderschreven: de techniek snelt voort en de impact van drones is nog niet geheel te overzien. Die brief gaat zowel in op economische kansen (denk aan diensten op het gebied van bewaking, inspectie, onderzoek en media), als op risico’s rondom vliegveiligheid, privacy en security. Met dat laatste gaat het om de openbare orde en veiligheid, dus de bescherming van burgers tegen drones.

Quote du Jour | Geen wezenlijke doorbraken

‘Er is heel veel bereikt,’ zegt Steels. ‘Maar de laatste dertig jaar zijn er geen wezenlijke doorbraken meer geweest. Natuurlijk, de nieuwe toepassingen zijn indrukwekkend. Dat komt doordat computers veel krachtiger zijn geworden, verbonden zijn met elkaar, en veel meer data tot hun beschikking hebben. Daardoor is nu van alles mogelijk. Maar als je kijkt naar de onderliggende intelligentie: die is hetzelfde gebleven. Die is gebaseerd op algoritmen (instructies, programma’s, red.) die er dertig jaar geleden ook al waren.’

Waar veel nieuwe toepassingen op neerkomen: patronen herkennen in grote hoeveelheden data. Dankzij het zogeheten machine learning kunnen computers die patronen zelf ontdekken, zonder dat programmeurs aangeven hoe een patroon eruit ziet.

Foto: Post-Atheïst

Post-atheïst | Cunera van Rhenen

COLUMN - Sinds afgelopen vrijdag toont Museum het Catharijneconvent in Utrecht de doek waarmee de heilige Cunera uit Rhenen zou zijn gewurgd. Ik had naar de persconferentie gewild maar moest zo nodig, juist toen ik mijn huis verliet om naar Utrecht te gaan, mijn enkel verzwikken. Daarom kan ik u niets vertellen over de presentatie.

Jammer, want de legende van Cunera, die we kennen uit een Middelnederlands gedicht, is best interessant. Na wat verhalen over haar geboorte in Brittannië en enkele voorspellingen van haar latere heiligheid, trekt Cunera in het jaar 337 met de heilige Ursula naar Rome, waar paus Cyriacus hen ontvangt. Op de terugreis langs de Rijn belanden ze in Keulen, dat zich net in deze tijd moet verdedigen tegen een leger van barbaren. Ursula en haar gevolg – elfduizend maagden, volgens de traditie – sterven de marteldood, maar Cunera weet te ontkomen en wordt opgevangen door de koning van de Rijn, Radboud.

Cunera treedt in dienst van Radboud, wiens kasteel in Rhenen is, en staat al snel aan het hoofd van de huishouding. Ze leidt – het is immers een legende – een voorbeeldig christelijk leven, bijvoorbeeld door de etensresten van de koninklijke dis uit te delen aan de armen. Langzamerhand groeit er een rivaliteit met de koningin, die uiteindelijk haar bediende wurgt met haar halsdoek. Dit zou zijn gebeurd op 28 oktober van het jaar 340.

Bosma winkelt selectief in historische bronnen

Bram Vermeulen (voormalig Zuid-Afrikacorrespondent) laat in NRC (betaalmuur) zien dat Martin Bosma in zijn Cassandralied over Zuid-Afrika de mythes voor zoete koek slikt van surpremacistische blanke Afrikaners uit het extreem-rechtse milieu waar ook de beruchte leider van de Afrikaner Weerstandsbeweging, Eugene Terre’Blanche, toe behoorde.

Volgens Bosma koloniseerden de blanken een onontgonnen gebied in Zuid-Afrika, waar af en toe een paar nomadenstammen voorbij kwamen. Pas toen de blanken het land opbouwden en voor werkgelegenheid zorgden, immigreerden er drommen zwarten naar Zuid-Afrika, die de oorspronkelijke bevolking (de blanke ‘Afrikaners’) verdrongen.

Foto: NASA HQ PHOTO (cc)

Staat van de Unie

OPINIE - Welke kant gaat onze toekomstige economie op? vraagt Hugo van Haastert zich af. Zal welvaart zich steeds verder concentreren en worden daardoor de sociale verhoudingen radicaal op scherp gezet?

Onlangs gaf president Obama zijn State of the Union-speech. Volgens hem gaat het goed met de Verenigde Staten. Er is minder werkloosheid dan voor de crisis, Amerika is minder afhankelijk van buitenlands olie en de soldaten zijn voor het merendeel teruggekeerd uit Irak en Afghanistan. En dankzij Obamacare zijn miljoenen extra mensen verzekerd tegen ziektekosten. Obama meldt trots: The State of the Union is Strong.

Vervolgens komt de president tot de kern van zijn betoog: de middenklasse van de VS moet meer profiteren van het economisch herstel. Want ook al is de crisis ten einde en zijn er veel nieuwe banen bijgekomen, toch is het Obama niet gelukt om te voorkomen dat de welvaart steeds meer bij de top terecht is gekomen. Een Democratische president die de rijken rijker heeft gemaakt en de grote middenklasse achterlaat met een steeds kleiner deel van de koek. Dat was vast niet de bedoeling.

Obama presenteert vervolgens een reeks aan sociaaldemocratische voorstellen om onderwijs goedkoper te maken en het belastingstelsel aan te passen zodat er meer nivellering tot stand komt. Maar Obama heeft sinds zijn verkiezing in 2008 nagelaten om hier actie op te ondernemen toen hij dat kon en nu is zijn agenda rijkelijk laat. De Republikeinen hebben het Huis en de Senaat stevig in handen en zullen Obama’s plannen systematisch tegenwerken.

Vorige Volgende