RECENSIE -
Wim Hazeu is een fijne biograaf als je kortstondige maar heftige aandacht wil na je dood. Aandacht die je dan wel met je biograaf delen moet. Wanneer hij zijn boek geschreven heeft, trekt hij als een storm door de media, want hij kan heel goed geïnterviewd worden. Hij doet precies wat journalisten willen: over zichzelf vertellen, dat hij eigenlijk ook een dichter is, en dat hij vroeger tv-programma’s maakte en hoe hij reageerde toen hij een jaar geleden ontdekte dat je je in brieven antisemitisch hebt uitgelaten terwijl hij zijn boek eigenlijk net had afgerond. Dat zijn verhalen waar journalisten van smullen.
De ontdekking krijgt daardoor de dynamiek van een mediagebeurtenis. Snelle emoties, hapklare conclusies. En nu, een paar dagen, later ebt het alweer weg.
Ook het boek Lucebert draagt de sporen van grote haast om naar buiten te komen met dit pijnlijke, maar onmiskenbaar spectaculaire verhaal. In de interviews vertelde Hazeu dat hij zijn boek heeft herschreven sinds hij de brieven ontdekte van de dichter aan zijn vriendin Tiny Koppijn. Dat herschrijven behelsde als ik het goed zie dat er een betrekkelijk uitvoerige passage is ingevoegd waarin vooral veel uit die brieven is geciteerd, en dat op ongeveer iedere plaats waar Duitsland of de oorlog ter sprake komen melding wordt gemaakt van hoe de dichter zelf aan die eerdere brieven moet hebben teruggedacht.