Hoe de staat – niet de markt – opkomt voor economische vrijheid

Cindy Holbrook is haarstylist in Toledo in de Amerikaanse staat Ohio. Ze kan de eindjes nauwelijks aan elkaar knopen en zoekt naar een betere baan bij een andere kapperszaak. Dat lukt. Ze vindt een nieuwe baan, maar deze blijkt op 14 mijl van haar huidige werkgever te liggen. Dat is een probleem, want bij haar oude werkgever heeft ze een noncompete moeten tekenen. Een contractuele verbintenis die verbiedt, na beëindiging van haar contract, binnen 15 mijl van haar werkgever hetzelfde beroep uit te oefenen, als werknemer of als ondernemer. Haar oude baas komt er achter en dreigt haar aan te klagen. Noncompetes begonnen als een manier om te voorkomen dat goedbetaalde werknemers bedrijven verlieten met bedrijfsgeheimen, maar zijn verworden tot een middel voor bedrijven om laag betaald werk goedkoop te houden en te voorkomen dat hun werknemers switchen naar beter betaalde banen, aldus de New York Times, in het filmpje waarin Cindy Holbrook de situatie beschrijft waarin ze is terecht gekomen. De angst dat bedrijfsgeheimen worden meegenomen door CEO’s, of gespecialiseerde technici is begrijpelijk. Maar in de werkzame levens van de meeste werknemers spelen bedrijfsgeheimen op geen enkele manier een rol. — — — Dit artikel is onderdeel van de substack Workshop Nieuw Kapitalisme. Geïnteresseerden kunnen zich daar inschrijven voor een nieuwsbrief. Nieuwe artikelen ontvang je dan per mail. — — — In Amerika heeft bijna 20% van het totaal aantal werknemers een noncompete - zo’n 30 miljoen mensen! Meestal geldt die voor één of twee jaar met een geografische afbakening. In het filmpje waarin Cindy figureert zien we ook een verkoper van auto onderdelen, een bloemist en een tandheelkundig technicus met een noncompete. En een dokter die, terwijl er overal tekort is aan medisch personeel, genoodzaakt is te werken op bijna 4 uur rijden van haar huis. Zelfs bij fastfood bedrijven krijgen werknemers een noncompete voorgeschoteld. De Federal Trade Commission - een onafhankelijke organisatie binnen de Amerikaanse overheid die ondermijning van competitie moet tegengaan - heeft dit voorjaar aangekondigd noncompetes te verbieden. Ze vormen een te vergaande inbreuk op de vrijheid van werknemers. Dat is heel goed nieuws voor die 30 miljoen Amerikaanse werknemers, die binnenkort mogen werken waar ze willen. Het vertelt ons ook iets belangrijks over economische vrijheid. Namelijk dat marktpartijen, als het in hun eigen belang is, er geen enkel probleem mee hebben om economische vrijheid te ondermijnen. Terwijl, in weerwil van het huidige geloof in de markt, het juist de staat is die economische vrijheid kan bevorderen en beschermen. Een noncompete ondermijnt competitie en economische vrijheid De naam zegt het al, noncompete, oftewel geen competitie. Met het tekenen van zo’n contract leg je vast dat je je nieuwe werkgever, na afloop van je contract, niet zal beconcurreren. Dat alleen al moeten we opmerkelijk vinden - een contract dat economische onvrijheid afdwingt. Dat is om verschillende redenen, die ook door (neo)liberalen onderschreven zullen worden, onwenselijk. Allereerst - een bekende redenering - omdat competitie tussen ondernemers consumenten ten goede kan komen, in de vorm van goedkopere, of kwalitatief betere producten, of door betere service. Dat kan het gevolg zijn van innovatie die ook weer onze collectieve kennis verrijkt. Als 30 miljoen mensen te maken hebben met contractuele onvrijheid, dan ondermijnt dat de competitie tussen bedrijven en daarmee een economische basisfunctie van de vrije mark. Begrijpelijk dat de voormalige werkgever van Cindy er niet op zit te wachten, maar als zij een kapperszaak in de buurt begint kan dat gezonde competitie zijn. Ten tweede, omdat naast ondermijning van competitieve vrije markten, een noncompete ook de individuele vrijheid ondermijnt. Dat betekent in economische zin, de vrijheid om vrijwillig een dienstverband aan te gaan, maar ook om na afloop weer vrij te zijn en een andere keuze te maken. Dat kan door elders in dienst gaan, of als ondernemer verder gaan. Die vrijheid wordt drastisch ingeperkt door noncompetes. Daarbij gaat het vooral om het over het graf heen regeren. Dat er bij een dienstverband verplichtingen horen die de vrijheid van de werknemer kunnen inperken is niet ongewoon. Daar staat echter een salaris tegenover en de mogelijkheid het dienstverband te beëindigen. Het ongewone van die noncompetes is dat ze ingaan, op het moment dat het dienstverband wordt beëindigd. Vanaf dat moment zit de werknemer nog één of twee jaar vast aan z'n werkgever, zonder dat daar iets tegenover staat [1]. Dat kan betekenen dat mensen niet het werk kunnen doen waar ze voor opgeleid zijn, het werk dat ze leuk vinden, of waar ze goed in zijn. Dat zet mensen klem. Vrijwilligheid Milton Friedman schreef: er zijn in principe twee technieken om de economische relaties van miljoenen te coördineren [2]. De eerste is centraal gestuurd, waarbij dwang kan komen kijken, zoals in het leger en de totalitaire staat (het communisme). De tweede techniek is die van vrijwillige samenwerking tussen individuen in een vrije markt. Beide partijen profiteren daarbij van vrijwillig en geïnformeerd aangegane transacties of contracten. Werknemers ondertekenen die noncompetes zelf, zonder dwang van een werkgever. Dat valt moeilijk te ontkennen. Dan zijn ze die contracten daarmee toch vrijwillig aangegaan? In een arbeidsmarkt waar mensen gewild zijn en hun werkgever voor het uitkiezen hebben, kunnen ze weigeren een noncompete te ondertekenen. Ze hebben onderhandelingsmacht. Maar in economisch mindere tijden en vooral bij ongeschoold werk, waar werknemers eenvoudig te vervangen zijn, hebben mensen minder keuze. Stel je hebt de banen niet voor het uitzoeken, maar je kunt bij een fastfoodrestaurant aan de slag. Het contract dat je voorgeschoteld krijgt is een standaardcontract en van onderhandelingen is überhaupt geen sprake. Je kunt het tekenen of niet en concurrerende werkgevers gebruiken soortgelijke contracten met noncompetes. De meeste gegadigden zullen blij zijn als ze überhaupt de baan krijgen en de noncompete voor lief nemen. Daarbij is er natuurlijk geen sprake van dwang van de werkgevers, maar het betekent evenmin dat mensen vrij zijn om (niet) te tekenen. Want mensen kunnen ook door omstandigheden - acute geldnood, geen alternatieve vacatures - gedwongen zijn een baan te accepteren en met een noncompete akkoord te gaan. Friedman negeert die vorm van dwang. Hij stelt: the household always has the alternative of producing directly for itself, it need not enter into any exchange unless it benefits from it. Hence, no exchange will take place unless both parties do benefit from it. Co-operation is thereby achieved without coercion [3]. Dat argument gaat op als mensen in een zelfgebouwd hutje wonen, waar ze geen huur voor verschuldigd zijn en grond hebben om hun eigen eten te verbouwen. Dergelijke pre-moderne omstandigheden kennen we echter nauwelijks meer in onze huidige maatschappij. Mensen hebben tegenwoordig nauwelijks de mogelijkheid zelfvoorzienend te leven en kunnen door omstandigheden gedwongen zijn om banen, contracten, of werkomstandigheden te accepteren. Waarom de overheid?  Ondernemers kijken naar hun eigen belang en daar is niks mis mee, maar wie let er op het grotere belang van economische vrijheid? In het conflict tussen de haarsalon en de voormalig werknemer Cindy Holbrook, dwingt de gevestigde ondernemer af dat hij niet door haar beconcurreerd wordt. Het gevestigde belang wint niet de competitie, maar voorkomt competitie met de voormalige werknemer. Terwijl de eigenaar ooit zelf ook gebruik heeft gemaakt van zijn economische vrijheid om de salon te beginnen. Stel hem de vraag of hij voor economische vrijheid is, dan zal hij dat ongetwijfeld bevestigen. Althans, economische vrijheid voor zichzelf. Want het gebruik van zo’n noncompete illustreert dat wanneer het in z’n eigen belang is, hij er geen moeite mee heeft iemand anders economische vrijheid te ontnemen. Wie beschermt dan de economische vrijheid als ondernemers wanneer het in hun eigen belang is, die vrijheid ondermijnen? Er bestaat geen ander instituut dan de staat die dat op zich kan nemen. En daar zou de neoliberaal Milton Friedman zelfs mee kunnen leven. Government is necessary to protect our freedom, it’s an instrument through which we can exercise our freedom; yet, by concentrating power in political hands it is also a threat to freedom [4] zegt hij, maar hij vervolgt met een vraag waar de FTC in dit geval een goed antwoord op heeft gegeven. How can we benefit from the promise of government, while avoiding the threat to freedom? Het van overheidswege verbieden van noncompetes vergroot de economische vrijheid. Het bevrijdt de ene marktpartij van de andere marktpartij en daarmee beschermt de overheid de markt tegen zichzelf. Hoe bedrijven economische vrijheid ondermijnen Ondernemers handelen soms dus zelfs in hun eigen belang, als het de voor hen zo belangrijke economische vrijheid ondermijnt. Er zijn talloze voorbeelden van. Denk bijvoorbeeld aan patenten. Een patent verbiedt andere fabrikanten dan de patenthouder een bepaald medicijn te produceren. Het perkt de economische vrijheid dus in en voorkomt efficiëntere en goedkopere productie door concurrenten. Niet zonder reden aldus de producenten, die zeggen dat ze op die manier de investering voor onderzoek naar het medicijn terug kunnen verdienen. Steeds vaker lijkt dat echter geen reden maar een excuus te zijn, zoals te lezen in de berichten over geneesmiddelen waarvan de investering allang is terugverdiend. Het monopolie dat het gevolg is van dat patent dient dan louter om competitie te voorkomen en zelf exorbitante winsten op te strijken. Vaak ten laste van de belastingbetaler. Ondanks dergelijke gevallen waarin het gebrek aan legitieme redenen voor zo’n patent evident is, hoor je nooit een fabrikant pleiten voor afschaffing. Dat zou de economische vrijheid bevorderen, maar gaat direct in tegen hun eigen belang: het binnenhalen van monopoliewinsten. Alleen de overheid is bij machte het misbruik van patenten aan te pakken en economische vrijheid te beschermen. Een ander voorbeeld, uit het ecosysteem van bedrijven dat Big Tech heet. Er is al enige tijd een gevecht gaande tussen Apple en de mededingingsautoriteiten in Europa. Tot voor kort dwong Apple af dat softwaremakers hun apps via de Appstore distribueerde en van de betalingen voor die apps rekende ze een commissie van 15% tot 30%. Apple ontnam die softwaremakers dus de economische vrijheid hun producten op een andere manier te verkopen, omdat ze er zelf fors aan verdiende. Om een idee te krijgen van de orde van grootte van die winsten: in 2022 ging er 1100 miljard dollar om in de Appstore. Deze dwang leverde de consument dus extra kosten op en Apple veel winst. Een vorm van vrijheidsondermijning waar Apple blijkbaar geen enkel probleem mee had. Ondernemers willen in principe zoveel mogelijk economische vrijheid, maar het is niet de markt die daarvoor zorgt. Als het in hun eigen belang is, als er winst mee te maken valt, dan offeren bedrijven de economische vrijheid van anderen daar graag voor op. Ook al ondermijnt dat uiteindelijk de economische vrijheid van iedereen. Daarbij speelt de macht van dergelijke bedrijven vaak een rol en alleen de overheid is dan bij machte om in te grijpen. Overheden kunnen een bedreiging zijn voor economische vrijheid, maar marktpartijen ook. In dat laatste geval kan een overheid die ingrijpt de economische vrijheid ten goede komen. [1] Dat hoeft overigens niet het geval te zijn. In Nederland wordt het concurrentiebeding (de Nederlandse naam voor een noncompete) ook aangepast. Eén van de aanpassingen is dat de werkgever, bij toepassing van het beding een vergoeding moet gaan betalen aan de voormalige werknemer. [2] Friedman, M. (2002), Capitalism and Freedom, The University of Chicago Press, p. 13 [3] Ibid. p. 13 [4] Ibid. p. 2

Closing Time | Twice

Little Dragon is een Zweedse triphopband die alweer bijna dertig jaar aan de weg timmert. Opvallend genoeg zijn ze echter pas studioalbums gaan uitgeven sinds 2007.

Twice is van hun debuutalbum ‘Little Dragon’.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Catholic Church England and Wales (cc)

Gaza laat zien dat het Westen geen boodschap heeft aan internationaal recht

ANALYSE - Misschien zijn er mensen die geloven dat Israel er alleen op uit is om de leden van Hamas te doden, schreef ik 27 oktober verleden jaar. Ik neem aan dat er nog steeds mensen zijn die dat geloven, maar hun aantal zal intussen waarschijnlijk flink zijn uitgedund. Intussen kunnen we ook de vraag stellen of er mensen zijn die geloven dat Israel in Libanon alleen probeert de geëvacueerde Israeli’s uit het noorden terug naar huis te laten gaan, of dat Israel misschien ook andere plannen probeert uit te voeren. Het feit dat drie belangrijke leden van de Palestijnse organisatie Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP) in Beirout werden gebombardeerd in hun flat, of dat bij Tripoli in het noorden in het Badawi-vluchtelingenkamp een plaatselijke commandant van Hamas met vrouw en twee kinderen werd gedood, lijkt op wat anders te wijzen. Israel zet ook zijn oorlog met Palestijnen voort. Zoals het ook de oorlog met Palestina op een ander plan voort zet op de Westoever. Er kwam er een straaljager aan te pas om in Tulkarem een Hamas-lid om zeept te helpen, waarbij 17 andere Palestijnen ”collateral damage” werden.

Israel voert meer plannen uit, laat zich niet stoppen en gaat uiterst gewelddadig te werk, Het probeerde aanvankelijk Gaza van zijn bewoners te ontdoen in een Nakba 2.0 door ze over de grens naar Egypte te laten vertrekken. Dat hield Egypte tegen, en vervolgens is het ontaard in een langzame maar onmiskenbare moordpartij, voorlopig zonder uitzicht op een einde. Iedere dag nieuwe dodelijke slachtoffers, iedere dag nieuwe gewonden. Het zijn er nu 42.000 maar ik denk dat 62.000 of 72.000 een iets realistische getal is. Steeds wordt de bevolking rondgestuurd naar weer een ander plekje dat zogenaamd veilig is om vervolgens ook daar te worden gebombardeerd. Er is een tekort aan alles, maar om een onverklaarbare reden blijft de echte finale hongersnood uit.

Foto: tongeron91 (cc)

Beirut

Hoeveel herdenkingen moeten er volgen voor er geen nieuwe meer bijkomen?

Vandaag wordt dus herdacht hoe Israëlische burgers op een verschrikkelijke manier te grazen werden genomen door zich ‘strijders’ noemende Hamas fanaten.

Nu zijn we een jaar verder. ‘Verder’, niet te verwarren met ‘vooruit’.

Nog steeds zijn Israëlische gijzelaars, al dan niet levend, ergens verborgen in handen van Hamas.  Als ze al niet zijn omgekomen bij de Israëlische bombardement die nagenoeg heel Gaza ondertussen hebben verwoest.

En nu is Libanon aan de beurt om Israëls wraak voor 7 oktober 2023 te ondergaan. Hoe lang dat gaat duren? Onvoorspelbaar. Wat volgt? Onvoorspelbaar.

Onvoorstelbaar: dat een 12-jarig jongetje muziek componeert waarin de puinhopen van Beirut doorklinken en dat jaren later als beroemde trompettist over heel de wereld ten gehore brengt.
Onvoorstelbaar maar waar: ‘Beirut’ is de jeugdherinnering van Ibrahim Maalouf. Geboren in 1980 in Beirut, vluchtte met zijn ouders naar Parijs en ontwikkelde zich tot een van ’s werelds beste jazz trompettisten.

Onvoorstelbaar: dat die muziek in Libanon, of Gaza, ooit in vrede zal worden gespeeld als herinnering aan puinhopen die nooit meer zullen terugkeren.

Hoop: dat, om verder te kunnen, mensen overstijgen wat ze is aangedaan, wat ze zijn verloren, wat het ze heeft gekost. En dat bij herdenking muziek zal klinken die herinnert aan….

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Woordenboeken als wapens voor de rechter

Er zijn vermoedelijk geen woorden waarover zoveel is geschreven als over Jood. Althans, dat meent Ewoud Sanders, en als er iemand is die dat weten kan, is hij dat – de Nederlandse historicus die het allermeest weet over taal.

Sanders is zelf ook al heel lang bezig geweest met het onderwerp. Twintig jaar geleden deed hij al onderzoek naar ‘het beeld van Joden in de Nederlandse taal, hij wilde er zelfs op promoveren. Er waren toen overigens allerlei problemen – het Meertens Instituut in Amsterdam wilde zijn netwerk van informanten liever niet met dit gevoelige onderwerp confronteren – en het onderzoek sneeuwde een beetje onder. Hij promoveerde uiteindelijk op een in de verte verwant onderwerp: kinderverhalen over jodenbekeringen. Maar de vraag wat voor beeld er nu precies opduikt van de Nederlandse kijk op joden als je naar de gebezigde taal kijkt, bleef hem bezighouden.

En nu, in tijden waar het antisemitisme weer zoveel reëler is, nam hij het toch weer op.

Dat is volkomen terecht, want er blijkt heel veel over te vertellen. De methode Sanders is dat je door de geschiedenis heengaat en onderzoekt in wat voor samenstellingen (jodenkoek, jodenstreek), uitdrukkingen (twee joden weten wat een bril kost) en plaatsaanduidingen (Jeudenhoek) het woord voorkomt, om zo te achterhalen wat voor beeld erop duikt. Eerder paste hij dat toe op het n-woord, en in dit geval werkt het even goed.

Rechtse Kamermeerderheid wil rechter buitenspel zetten voor wapenlevering aan Israël

Tweede Kamer wil wapenexportregels ontduiken.

Vorige week ‘heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin wordt opgeroepen te onderzoeken of de Europese regels voor wapenexport omzeild kunnen worden. Zo zouden toch F-35-onderdelen naar Israël gestuurd kunnen worden, ondanks dat dat land de F-35 gebruikt om oorlogsmisdaden te plegen. De Kamer wil dat laten onderzoeken als de Hoge Raad binnenkort wellicht besluit dat het kabinet zich aan de Europese vergunningenregels moet houden.’

Closing Time | Soul Food

Nadat ze een aantal jaar de zang voor Tricky had verzorgd, bracht Martina Topley-Bird in 2003 haar debuutalbum Quixotic uit. De plaat werd alom positief ontvangen.

Het heeft meer dan twintig jaar geduurd, maar inmiddels is er een vinyl-versie uit.

Closing Time | White Rabbit (cover)

We blijven, in navolging van gister, hangen in de metal-covers van andere genres. De wereldberoemde psychidelische hit van Jefferson Airplane is hier in een nieuw jasje (eentje van leer met spijkers er in) gegoten door Sanctuary. Ik heb het nummer ooit laten horen aan een richtige hippie, en die was niet onder de indruk – het hele idee van het subtiel opbouwen van het nummer richting een climax was behoorlijk verpest in dit nummer, was de mening. En tja – eerlijk gezegd snap ik die wel, want ‘subtiel opbouwen’ is niet altijd een kernkwaliteit van metal (al zijn er zat bands die het wel kunnen hoor). Niettemin heeft ook deze versie wel iets. Oordeel zelf.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Vorige Volgende