Sommigen denken dat milieumensen om de paar jaar iets verzinnen dat goede kans maakt een mediahype te worden. De kongsi van wetenschappers, boeroepers en alles van de Huffington Post tot Hilversum bestaat enkel om miljaren aan reclame-inkomsten, subsidies en onderzoeksgelden veilig te stellen – door steeds een nieuwe doodsramp aan te kondigen.
Zo ook dat gat in de ozonlaag. Nooit meer iets van gehoord. Dus die CFK-ban was volkomen onzin, net als die broeikasbullshit van nu.
Ironisch dus, dat wereldhelden Joe Farman, Brian Gardiner en Jonathan Shanklin samen met al het andere oppervlakteleven op aarde, ook de zodenkende lui het leven redden toen ze 25 jaar geleden met hun publicatie in Nature de noodklok luidden. Weinigen beseffen hoe klein het oog van de naald was. De wetenschappers ontdekten bij toeval een ozonanomalie, met een verouderd apparaat, dat ze omwille van ononderbroken wetenschappelijke meetreeksen maar trouw aan de praat hielden.
De Nederlander Paul Crutzen won er in 1995 de Nobelprijs voor de Chemie mee, maar onze collectieve redding danken we aan de drie eenzame meetklerken-met-baard, die er voor kozen hun vruchtbare jaren door te brengen in een scheepscontainer op Antarctica, tussen jaren ’80 Playboys en op een dieet van doperwten en marsen.