Red State
Wat krijg je als je de Westboro Baptist Church kruist met Waco en de film Hostel? Antwoord: Red State van Kevin Smith. In plaats van de gebruikelijke quasi-gevatte misfits die hij normaliter anderhalf tot twee uur laat praten over koetjes en kalfjes, zet de regisseur hier een inktzwarte, satirische actiethriller neer. Het resultaat is verre van volmaakt, maar valt desalniettemin goed te pruimen.
Drie hitsige tieners in Middle America vinden op het internet een vrouw bij hen in de buurt die zich aanbiedt voor een heuse gangbang. Bij aankomst blijken ze in de val gelokt door een christelijk-fundamentalistische sekte die begrafenissen verstoort met anti-homo spandoeken. Ze worden in hun ondergoed gevangen gezet om tijdens de kerkdienst onder de klanken van christelijke hymnen te worden vermoord.
Wanneer de lokale sheriff (en kasthomo) hier lucht van krijgt, roept hij de hulp van het bureau of Alcohol, Tobacco, Firearms & Explosives (ATF) in. Maar als je dacht dat die er was om de gijzelaars uit de brand te helpen, dan heb je het mis.
Red State wordt gepresenteerd als een horrorfilm, maar is uiteindelijk een zwartgallige actiefilm geworden, met onderhuidse humor, cynisch sociaal commentaar en evenveel genrewisselingen als onverwachte bochten naarmate het verhaal zich ontvouwt. Naar verluidt wilde Smith de ontknoping zelfs samen laten vallen met het aanbreken van de Dag de Oordeels en het binnenrijden van de ruiters van de apocalyps, waarbij de borstkassen van sekteleden en ATF-agenten zouden openbarsten. Vermoedelijk was dat te duur.