De bezuinigingen overleven we wel: koop gewoon een meent
We kunnen wel gaan klagen over de bezuinigingen, maar ook zelf actie ondernemen, zeggen Ernst van den Hemel, Wouter Osterholt en Elke Uitentuis in deze gastbijdrage. De oplossing ligt in de meent, ’the commons’. Maar dan moeten we een aantal valkuilen vermijden.
De Meent. Het woord staat bij de meesten bekend als de naam voor een straat in Rotterdam, een verpleeghuis in Gorinchem, of een ijsbaan in Alkmaar. In feite is het de Nederlandse variant van het Engelse the commons: een ruimte, bijvoorbeeld een veld, dat van iedereen en tegelijkertijd van niemand is. De meent heeft, voor het in de vergetelheid raakte, eeuwenlang bestaan als een vorm van omgaan met een ruimte die onder eigen verantwoordelijkheid viel, maar die toch gedeeld was. Op dit moment wordt de politiek beheerst door bezuinigingsdrift en wordt het marktdenken aangevoerd als realistisch alternatief voor subsidie. Verzet tegen beiden blijft vaak machteloos en passief. Het is een goed moment om de meent nieuw leven in te blazen.
Want onlangs publiceerde de Raad voor Cultuur het advies Slagen in Cultuur, culturele basisinfrastructuur 2013 – 2016, waarin weer voor genoeg instellingen slecht nieuws te lezen viel. De val van het kabinet verbeterde de situatie wellicht iets, maar een fundamentele verandering heeft er tot nog toe niet plaatsgevonden. Het blijft een verdelingskwestie: geen BTW-verhoging op cultuur, maar dan wel weer de rollator uit het pakket, enzovoorts. Dat zal allemaal heel noodzakelijk zijn, maar het maakt het verdedigen van culturele ruimtes en praktijken er niet simpeler op. Simpel weg “nee” of “boe!” zeggen tegen bezuinigingen op cultuur verschuift het probleem alleen maar. De verdediging van een specifiek cultureel project komt neer op het moeten bezuinigen op het ander.