Data voor discussie kiesdrempel

Er woedt alweer een discussie over het invoeren van de kiesdrempel. Belangrijk argument is de fragmentatie naar steeds meer partijen. Maar wat zeggen de cijfers van de laatste halve eeuw ons? Vorige week kwam de discussie weer op over de kiesdrempel. Eerst bij het FD (sorry, registreren) en toen bij de Volkskrant. Retecool liet vervolgens nog even zien wat het effect zou kunnen zijn. Maar bij die discussies zit verbazingwekkend weinig historisch cijfermateriaal. Er staan meer getallen in over de Israëlische Knesset dan over ons eigen parlement. Dus hebben we maar even de cijfers in een samenvattend grafiekje gezet.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: copyright ok. Gecheckt 17-03-2022

Er heeft zich een zoon gemeld

Erik Greveling zaliger (over wie deze stukjes gaan) blijkt een zoon te hebben: Dawid Brzinsky. Zijn moeder, Agnesz Brzinsky, is 55 jaar, ze woont in Amsterdam, ze werkt als bibliothecaresse aan de bibliotheek van de UvA. Aan dezelfde universiteit studeert de 21-jarige Dawid medicijnen. Hij wil huisarts worden. Ik had de twee wel gezien tijdens de crematie van Erik, maar had verder niet nagedacht over hun aanwezigheid.

Gisteren kwam Dawid op bezoek bij me. Zijn moeder had 22 jaar geleden een korte affaire gehad met Erik, ‘want ze wilde een kind, and here I am’ zoals Dawid me zei. Ten bewijze van een en ander liet hij me een stel foto’s uit 1990 zien van Agnesz en Erik, romantisch samen op een Amsterdamse kermis, lopend op het Damplein, elkaar kussend op het Rokin etc. Hoe hadden ze elkaar ontmoet? Er was nog geen internet, dus Agnesz had een advertentie gezet in de Volkskrant (‘Gezocht: man voor even’) en daarop had Erik haar geschreven. Dat ‘even’ heeft ruim twee maanden geduurd, in die twee maanden was Dawid verwekt en Agnesz zei bedankt en ga nu maar weg. Hij had haar nog wel geregeld brieven geschreven en zij hem ook, maar ontmoeten zouden ze elkaar niet meer.
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Overheidje meppen helpt niet

Bedrijven en organisaties moeten zelf overheidsbeleid op het gebied van duurzaamheid gaan maken – ja u hoort het goed.

U kent het soort bijeenkomsten wel, waarin vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en kennisinstellingen met enig spierballenvertoon laten weten wat de overheid allemaal zou moeten doen aan duurzame energie, klimaatbeleid, emissiereducties en zo meer. Teleurgesteld concludeert het gezelschap tenslotte dat nu de overheid het laat afweten de consument de duurzame wereld wel zal realiseren. Of het bedrijfsleven. Of de maatschappelijke organisaties. De overheid is immers onbetrouwbaar, faalt, is niet voorspelbaar, niet consistent, loopt achter de feiten aan, doet te weinig en te laat.

Stellen dat de overheid de laatste jaren de economie niet veel duurzamer heeft gekregen, is een open deur. Of zoals een rijksambtenaar me onlangs toevertrouwde: “Mijn oma heeft de afgelopen jaren trouw haar glas naar de glasbak gebracht; zij heeft meer voor het milieu gedaan dan onze bewindsman”.

Maar die vaststelling brengt ons niet verder. Wat waren de oorzaken achter het rancuneuze natuur- en milieubeleid dat we de afgelopen jaren hebben mogen zien? Is de stagnatie niet óók een reactie op de detailregelgeving en betutteling die het natuur-, energie-, klimaat- en milieubeleid is gaan kenmerken? Logischerwijs wordt één enkel doel bepaald (CO2-reductie) en worden één of twee hoofdinstrumenten gekozen (emissiehandel voor de grote spelers en een heffing voor de kleinere bronnen). Als doel en instrumenten voldoende scherp worden aangezet, leidt dat vanzelf wel tot de subdoelen energiebesparing, hernieuwbare bronnen, productaanpassingen, brandstofsubstitutie en zo meer. In plaats daarvan ontstond een lappendeken van subdoelen en soms uiterst gedetailleerde maatregelen, waarbij niet zelden de ene maatregel (zoals een verbod op gloeilampen), een andere maatregel (emissiehandel) tegenwerkt. In het natuurbeleid was het al niet veel anders: vuistdikke handboeken ‘natuurdoeltypen’ schrijven voor welke plantjes en diertjes waar moeten floreren, anders is het niet goed.

Foto: copyright ok. Gecheckt 26-10-2022

Leven met nul procent rente

Welkom in de 0%-rentewereld: een case study.

Weet je wat het voor jou betekent, een rentetarief van 0,75% van de Europese Centrale Bank? Het betekent nul komma nog minder rente op je spaargeld en dat in aller eeuwigheid.

Minstens zo lang totdat alle staatsleningen op dit lage niveau zijn geherstructureerd. Ik spreek vanuit mijn ervaring in Japan. Daar liet de Bank of Japan zijn rentetarief in 1994 al onder de 1% zakken. De Japanners sloegen de 0,75 over en gingen meteen op 0,5% zitten. Tot de dag van vandaag is de rente er nooit meer bovenop gekomen, alleen maar lager. Er staan immers nog 30-jarige staatsobligaties met 9% rente uit, en die matureren rond 2020. Pas dan verwacht ik een substantiële renteverhoging. Hopelijk kan Japan dan teren op het goedkoop geleende geld en zijn immense overheidstekort terugvoeren. Wat dat concreet voor de Japanse spaarders betekent illustreer ik aan een case, die van mijn vriend Jiro.

Jiro opende in 1999 een bankrekening. De bank wilde van hem een borg hebben. 500.000 yen (toentertijd het equivalent van 3846 euro, cq. pakweg 8000 gulden) gingen op een spaarrekening. Die rekening heeft hij gelaten voor wat hij is. Na 13 jaar lui liggen heeft hij nu 504.485 yen te boek staan. Een fenomenale vermogensgroei: 0,89% winst in 13 jaar tijd. Beter dan Icesave, geef het toe. Maar sparen voor je oudedag? Jiro en zijn landgenoten zetten liever in op doorwerken. Hoe de rente op zijn spaargeld bij Japans grootste commerciële bank verliep laat het grafiekje hieronder zien. Tussen 2004 en 2012 schommelde hij tussen de 0,02 en 0,25 procent, en staat momenteel op 0,025. (De afschriften van vóór 2004 heeft hij niet in reikwijdte, sorry, maar geloof me, het was nooit meer dan 0,3%.) Japan kende in deze jaren nauwelijks inflatie, eerder tendens deflatie. Jiroʼs reële winst was dus 0,89%.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-11-2022

Wat zijn we toch weer bang

Och, och wat zijn we toch allemaal weer bang, constateert Oud Zeikwijf.

Ik zit blijmoedig in tram 10, op weg naar een afspraak in de Balie (020). Opeens blijft die steken op halte Korte ‘s-Gravesandestraat. Vijf minuten, tien minuten, een kwartier… Je blijft zitten want je verwacht dat je toch elk moment weer vertrekt. Maar nee. Alle trams die via deze route naar het Leidseplein gaan stranden achter ons of rijden om. Na een half uur komt er uitleg over de speakers: ‘We wachten op een ambulance.’

Ik denk nog: inderdaad, we staan niet ver van het OLVG én van de Achtergracht (GG&GD), een ambulance heeft waarschijnlijk de trambaan nodig om door te sjezen. Na nog een kwartier horen we eindelijk de sirene. Een team van maar liefst vier broeders en zusters stormt de coupé binnen, buigt zich over een verder perfect gezond uitziende peuter in een kinderwagen, en loopt weer weg, gevolgd door diezelfde peuter in diezelfde kinderwagen, geduwd door, vermoedelijk, zijn moeder.

Mijn buurvrouw en ik kijken elkaar aan. Zij ziet de vraagtekens in mijn ogen en vult aan: ‘Voor je instapte remde de tram plotsklaps en is dat kind met wagen en al achterover gekieperd. De moeder is vast bang dat ie wat opgelopen heeft.’ DE MOEDER IS VAST BANG DAT IE WAT OPGELOPEN HEEFT! Wat dan als ik vragen mag? Een hersenfraktuur? Op 1,5 jarige leeftijd?  Terwijl het op die leeftijd zowat je levensinvulling is, voor-, achter- of zijwaarts vallen, de hele dag door? ‘Met vallen en opstaan’ heet het als ik me goed herinner, en niet voor niets. Bovendien heb je op die leeftijd nog niet eens hersens. De moeder was jong en onervaren, dat zag je. Maar een tramvol aanwezigen en niet één die de guts heeft gehad om haar gerust te stellen cq tot de orde te roepen? Was er niemand om haar te wijzen op het OLVG, op geen tien minuten afstand lopen? Nee, niemand durft, iedereen is bang. Dat er toch iets mankeert aan dat kind. Dat het hun schuld zou zijn als het toch fout afliep.

Want dát is wat ze had kunnen doen: rustig met pseudoziek kind en al naar de eerste hulp wandelen, om aldaar drie uur op de wachtstoel te zitten en horen dat de blaag niets mankeert, en als de arts bij zijn positieven was een paar stelregels mee te krijgen voor de volgende honderd keer dat zoiets haar ten dele gaat vallen mocht zij zich in de toekomst aan meer van dit soort voortplantingsexperimenten wagen.

Drie vragen om zelf vast te stellen of je naar de eerste hulp moet rennen, zoals ík die kreeg, 20 jaar geleden, toen mijn oudste van de top van de glijbaan op zijn kop viel:

1) is het kind buiten bewustzijn geweest?

2) staan de pupillen gelijk?

3) is het kind misselijk?

Wat ze nog beter had kunnen doen is: helemaal niets. Iedereen met een beetje verstand (en een aantal koters) weet dat zo’n val niets voorstelt. Je laat echt niet één van de drukste trajecten van heel Nederland drie kwartier lam leggen omdat je buggy is omgekieperd.

Paranoia

Maar dat is buiten de paranoia rekenen die onze (voornamelijk Westerse) samenlevingen in zijn greep houdt. Angst esse die Zehle auf poneerde Fassbinder, en gelijk had hij: angst vergalt ons leven.

Kind met ambulance vervoeren: veilig

Internetdata jaren bewaren door de provider: veilig

Telefoongesprekken op grote schaal afgetapt: veilig

Slimme gas- en elektrameters: veilig

EPD: veilig

Inentingen bij borelingen van twee weken oud: veilig

Camera’s in de openbare ruimte: veilig

Overal ver doorgevoerde regels om ons een gevoel van veiligheid te geven. Let op: een gevoel. Want de veiligheid is niet te geef. Het zijn ook futiele regels. Wel een verplichte gordel in auto’s en zelfs touringcars, airbags om je heen, maar wel steeds snellere auto’s bouwen en met 130 racen op de snelwegen, die bovendien zo snel manoeuvreren dat ze in de bebouwde kom niet meer te ontwijken zijn. De inzittenden worden  perfect beschermd, maar de voetganger is vogelvrij. We vreten ons lam aan vatenverstoppende troep, we snuiven/eten/smeren dagelijks aardolieproducten alsof ze niet kankerverwekkend waren, we bewegen alleen in speciale (lees: dure) ruimtes, we bouwen de openbare ruimte vol. We verdelgen wat doodsoorzaken in de marge terwijl de grootste gevaren blijmoedig worden genegeerd

Utopie

We hebben ook een utopisch verlangen naar veiligheid: we graven metrostations onder megapolen en zijn dan verontwaardigd dat er bij brand tientallen doden zouden kunnen vallen. Bij een treinramp, zoals in Amsterdam de dag dat het kabinet viel, walst er een golf van verbijstering over het land, gevolgd, helaas, door een golf van claims. Als de ambulance er acht minuten over doet om ter plaatse te zijn, dan klagen we de broeders aan voor moord. We arresteren cartoonisten omdat ze voor toestanden kunnen zorgen, en pubertwitteraars omdat ze dwaze dingen roepen. Op last van de rechter sluiten we per omgaande een vereniging omdat dat het volk rustig maakt, niet omdat de leden kwaad in de zin hebben, hoe handig die vereniging ook was om mogelijk gevaarlijke elementen in de gaten te houden. We bouwen torens van meer dan honderd verdiepingen hoog en zijn dan stomverbaasd dat bij een ramp er duizenden sterven. Het is ook niet zo dat na de ramp geen torens meer gebouwd worden. Ik persoonlijk vind drie hoog al hoog: bij brand kan ik er immers niet meer vanaf springen. Maar als iemand écht kwaad wil, kan hij zelfs op de 1ste verdieping dood en verderf jagen: als iemand een breivikje wil doen, gaat hij op het Leidseplein in Amsterdam een mitrailleur op de terrassen afvuren. Hoe wou je daar preventie tegen plegen? Het leven ís gevaarlijk.

Je kan niet al het onveilige weg gummen. Dat willen ze wel, onze hoeders, maar dat is een sprookje.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Vorige Volgende