NIEUWS - Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) wijst het beroep van Google tegen de boete af. Die boete is al in 2017 opgelegd en pas nu is die definitief.
Dit artikel verscheen eerder bij Netkwesties.
In 2017 heeft de Europese Commissie Google de geldboete opgelegd. Het bedrijf had op 13 nationale markten voor met de zoekdienst misbruik gemaakt van de machtspositie door zijn eigen productvergelijkingsdienst te bevoordelen in zoekresultaten: België, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Spanje, Frankrijk, Italië, Nederland, Oostenrijk, Polen, Zweden, Verenigd Koninkrijk en Noorwegen.
Google had de zoekresultaten van zijn productvergelijker bovenaan geplaatst en in de kijker gezet, omkaderd (in ‘boxes’) met aantrekkelijke visuele en tekstuele informatie. De zoekresultaten van concurrerende productvergelijkers werden getoond als gewone generieke resultaten in de vorm van blauwe links en stonden veelal lager.
Beroep
Google en Alphabet zijn tegen het besluit van de Commissie opgekomen bij het Gerecht van de Europese Unie, dat het beroep bij arrest van 10 november 2021 grotendeels heeft verworpen en met name de geldboete heeft bevestigd. Het Gerecht achtte echter niet bewezen dat de handelwijze van Google op de algemene zoekmarkt de mededinging werkelijk schade toebracht. Ze heeft dus het besluit van de Commissie nietig verklaard voor zover daarin ook op die markt een inbreuk op het verbod van misbruik van een machtspositie was vastgesteld.