In deze reeks van artikelen nemen we begrippen onder de loep die gebruikt worden in het discours over migranten in Nederland, en met name over eergerelateerd geweld. Die termen zijn bijna allemaal erg vaag. Dit heeft grote gevolgen die we onder ogen moeten zien.
In de eerste drie bijdragen (hier, hier en hier) concludeer ik dat de overheid geen duidelijke definities hanteert van de termen ‘cultuur’, ‘eer’ en ‘eergerelateerd geweld’ en dat dit tot onaanvaardbare gevolgen leidt.
In deze bijdrage het probleem dat er nieuwe concepten worden bedacht die toegedicht worden aan cultuur, eer of beide.
‘Conceptuele mist’
Onderzoekers Ten Boom en Wittebrood (2019) waarschuwen voor een ‘conceptuele mist’ wanneer geweld van allerlei categorieën en typen klakkeloos onder één overkoepelende noemer (zoals ‘afhankelijkheidsrelaties’) wordt gebracht.
In een dergelijke conceptuele mist dolen we al rond in verband met ‘eergerelateerd geweld’.
Een noemer voor vele begrippen
Van ‘eergerelateerd geweld’ wordt gezegd dat het een reeks van ernstige misstanden omvat, variërend van gedwongen huwelijken, huwelijkse gevangenschap, achterlating (= gedwongen achterblijven in het buitenland), vrouwelijke genitale verminking, maagdenvlieshersteloperaties tot eerwraak.
De meeste hulpverleners en politiemensen vinden echter elk van deze begrippen op zich al erg complex. Wanneer je ze vraagt naar de criteria die men hanteert om een gedwongen huwelijk vast te stellen, is het antwoord meestal dat dat ‘lastig’ is en ‘een grijs gebied’.
Vervolgens weten de meeste hulpverleners niet hoe je het verband tussen eer en bijvoorbeeld achterlating moet toetsen en aantonen.
Een nieuw concept: STP
In deze nevelen kunnen we gemakkelijk verder verdwalen. Een dwaling is het introduceren van nieuwe overkoepelende termen.
Een zo’n nieuwe term is Schadelijke Traditionele Praktijken, die rond 2003 in Nederland voor het eerst werd gebruikt. STP is de vertaling van de Engelse term Harmful Traditional Practices.
Over wat HTP zijn wordt nog altijd gediscussieerd en het begrip wordt op allerlei manieren ingevuld. Onderzoeksters Bartelink en Le Roux (2017) wijzen er daarom op dat HTP geen helder gedefinieerd en vaststaand wetenschappelijk begrip is.
Wat is STP?
Volgens Movisie (2011) is STP
een internationaal gebruikt begrip voor geweld, verminking en onderdrukking voortkomend uit oude tradities en opvattingen over seksualiteit en man-vrouwrollen.
STP omvat de volgende misstanden:
eergerelateerd geweld, kind-oudermishandeling, dating violence, huwelijksdwang, achterlating, vrouwelijk genitale verminking en mensenhandel.
Deze lijst kan worden aangevuld met: kindhuwelijken, polygamie en kwesties als “het dragen van nekringen of lipplaten om in sommige Afrikaanse culturen te voldoen aan een schoonheidsideaal.”
STP alleen in niet-westerse culturen
Al deze kwesties worden in voornamelijk verband gebracht met niet-westerse bevolkingsgroepen en hun culturen en tradities. De focus ligt bovendien nagenoeg uitsluitend op het slachtofferschap van vrouwen en meisjes.
Zaken als gedwongen besnijdenissen en traditionele ontgroeningspraktijken van (Afrikaanse) mannen en jongens vallen ondanks de soms vreselijke gevolgen daardoor niet onder STP.
Deze dubbele exclusieve focus vanuit westers perspectief heeft geleid tot bezwaren zowel uit wetenschappelijke hoek als van niet-westerse feministische groeperingen.
STP in beleidsdocumenten
Hoewel het begrip STP/HTP dus met name is bedacht en bestemd voor het (internationale) politieke discours, treffen we het vanaf ongeveer 2003 aan in Nederlandse overheidsdocumenten.
Vanaf ongeveer 2010 wordt de term Schadelijke Traditionele Praktijken gebruikt in de regio Rotterdam-Rijnmond en (en een of twee andere regio’s). Niet toevallig dus dat het AD schrijft:
Jaarlijks krijgt Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond gemiddeld honderd meldingen van schadelijke traditionele praktijken binnen.
Lokaal gebruik van een complex begrip dat te maken heeft met de veiligheid van burgers geeft grote risico’s. Hulpverleners, politiemensen en ambtenaren buiten Rotterdam hanteren het begrip STP zelden. Dat moet wel gevolgen hebben wanneer een Rotterdamse STP-zaak wordt overgedragen aan, zeg, Nijmegen.
Kun je STP toetsen?
De term STP is ook doorgedrongen tot de Nederlandse hulpverleningspraktijk, met name in Rotterdam.
Dat veronderstelt dat een STP aan de hand van criteria moet kunnen worden afgetoetst, want hulpverleners en politiemensen dienen te werken volgens toetsbare protocollen.
Maar hoe toets je of een specifieke kwestie inderdaad een STP is en niet iets anders?
Welnu, volgens de omschrijving komen STP voort uit “oude tradities en opvattingen over seksualiteit en man-vrouwrollen”.
Logischerwijze moet de hulpverlener daarvoor dus eerst vaststellen of een individu (bijvoorbeeld een mensenhandelaar) inderdaad die ‘oude tradities en opvattingen’ aanhangt. Vervolgens wordt nagegaan of hij of zij daarom tot zijn of haar daad is gekomen. Deze methode is ongetwijfeld erg ingewikkeld en tijdrovend.
Preventief signaleren van een STP is helemaal complex, want met welke methodiek kun je die ‘oude tradities en opvattingen’ op voorhand bij een individu waarnemen? En welke zijn de noodzakelijke aanvullende criteria voor urgentie en gevaar?
Toch weer de lijstjes
Instanties die in de dagelijkse praktijk met STP werken, doen dat daarom noodgedwongen zonder criteria.
Dat betekent dat men ook voor STP twee lijstjes gebruikt: een wat ik een lijstje van culturen noem, met daarin “gemeenschappen in landen rond de Middellandse zee, het Midden-Oosten, Centraal Azië en Afrika” (Aziaten en Zuid-Amerikanen vallen zo te lezen af). Daarnaast is er een ‘signaleringskaart’ met de misstanden.
Specifiek voor STP is dat er behalve de islamitische ook sommige Nederlandse orthodox-christelijke en joodse religieuze minderheidsgroepen in het culturenlijstje staan.
De mensen uit de bevolkingsgroepen en culturen in het culturenlijstje hangen de ‘oude tradities’ aan waaruit de misstanden voortkomen. Althans, dat is de gedachtengang.
Door het gebruik van deze lijstjes hoeven er geen criteria te worden afgetoetst bij een individu, maar kunnen ze aan hem of haar achteraf of al vooraf worden toegedicht.
Wat is geen STP?
Uit de lijstjes wordt duidelijk dat ontgroeningstradities van studentenverenigingen waarbij soms gewonden of zelfs doden vallen géén STP zijn. ‘Witte’ studenten staan er immers niet in.
En ook schaamlipcorrecties bij jonge ‘witte’ meisjes — om te voldoen aan een schoonheidsideaal — vallen (ook tot verbazing van onderzoekers als De Koning, Bartels en Storms) niet onder STP.
En waar staat de burger?
Voor de politie en de hulpverlening is het werk met al deze vage termen (cultuur, eer, traditie, eergerelateerd, afhankelijkheidsrelaties, STP) uitermate complex. Immers, bij elk concept horen aparte ‘uitingsvormen’, culturen- en signaleringslijsten en protocollen.
Maar nog bedreigender is het voor de nietsvermoedende burgers over wie dit allemaal wordt uitgestort. Wie de pech heeft om op zo’n culturenlijstje te staan, kan met maar liefst vier verschillende, deels overlappende labels te maken krijgen.
Een conflict met je tienerdochter is dan ‘huiselijk geweld’, ‘mogelijk eergerelateerd’ of valt onder een ‘afhankelijkheidsrelatie’, en in Rotterdam en omstreken kan de zaak bovendien nog het stempel STP krijgen. Daar kun je behoorlijk mee de mist ingaan.
In mijn stukken tot dusver heb ik voornamelijk vragen gesteld. In de volgende bijdrage kom ik met suggesties voor antwoorden.
Een gastbijdrage van Rob Ermers, als gastonderzoeker verbonden aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Via een eigen bureau (MO Perspectief) geeft hij trainingen en doet hij onderzoek naar de multiculturele samenleving. Hij heeft met name gepubliceerd over eergerelateerd geweld. Zijn laatste publicatie is Honor Related Violence. A New Social Psychological Perspective, (Routledge, London).
-o-o-o-o-o
Met dank aan oud-advocaat Jaap Bakker.