Geef iets een naam en het krijgt betekenis. Dat geldt ook voor niets dat, paradoxaal genoeg, tot uiteenlopende verbeelding spreekt.
Stoort het u als een kunstwerk geen naam heeft? Je zou kunnen stellen dat figuratieve kunst, en met name de realistische variant, geen titel behoeft. Wat je ziet, is het. Het is zelfs vragen om moeilijkheden als een figuratief werkje een naam wordt gegeven.
Waarom krijgen wat tafels en stoelen die op het eerste gezicht deel uitmaken van een restaurant, bij de één de naam van de locatie en heet het bij een ander een vergaderzaaltje.
Wim Carrein – Barokke zaal kasteel Rullingen Borgloon (2009)
Guy Van Bossche – The conspiracy room (1994)
Zo’n naam, daar ga je wat achter zoeken. Dat kan natuurlijk de bedoeling van de kunstenaar zijn. Op het gevaar af dat zure resencenten schamper doen over het verband tussen beeld en het programma er achter.
Zodra het figuratieve naar abstractie neigt, is het misschien wel handig als er een naam bij hangt. Maar voegt “verliefde zwaluw” nu zoveel toe aan dit schilderij?
Joan Miro – Hirondelle amour (1933-34)
Bij abstractie is vorm en kleur wellicht genoeg om uw esthetische zinnen te prikkelen. Maalt u er dan om dat u hier wordt geacht naar een vogel te kijken?
Alexander Calder – Flamingo (1974)
Er zijn mensen die in bovenstaand geval het wel waarderen dat het werk een naam heeft. Het vergroot het begrip en daarmee de waardering.
Dus is het volkomen terecht dat deze twee werken geen naam mogen hebben….
Diogo de Macedo – Untitled (1921)
Kerry James Marshall – Untitled (2009)
…. en deze juist een naam zou moeten hebben?
Donald Judd – Untitled (1971)
Wat zou een titel hier nog aan toe kunnen voegen?
Keith Haring – Untitled (1985)
FC Kunst, (bijna een ‘De Speld’ onder de kunstmagazines te zijn) publiceerde vorig jaar een artikel over een westvoorstel dat paal en perk stelt aan kunst zonder titel.
Geef iets een naam en het krijgt betekenis. En dat is jammer.
Reacties (10)
Geef iets een naam en het krijgt betekenis. En dat is jammer.
Voor het eerst in al die jaren, triggert dit een vraag aan @Peter: waarom zou dat jammer zijn?
De naam geeft een betekenis die de naamgever in gedachten had. Als dat de kunstenaar is is het deel van het werk en dien je het als zodanig mee te nemen. Als het het publiek is is het deel van de waardering (of het ontbreken daarvan).
(En los daarvan: met naam zoekt het makkelijker in google :))
Ik zal niet de enige zijn die zich tijdens een museumbezoek nieuwsgierig naar voren buigt om het kaartje te lezen en dan weer enigszins beetgenomen terugveert omdat er ‘zonder titel/untitled’ op staat.
Waarmee de schoolmeestersvraag: “Wat, lieve kinderen, wilde de kunstenaar ons daarmee zeggen?” onbeantwoord blijft.
@1: Het was een gedachtesprong. Naam = betekenis. En over betekenissen wordt getwist. Als principe een goede zaak, maar het leidt tevens tot nogal wat ellende in de wereld.
Aan de vrijheid van meningsuiting zou de vrijheid van meningsvorming vooraf moeten gaan. Als iets geen naam (= geen betekenis) heeft, dan moet je die zelf verzinnen. Of niet, da’s de keuze. In ieder geval is het dan wel je eigen mening en niet die op het kaartje staat.
Bij kunst:
– bij een schilderij met een molen hoeft er niet bij te staan “molen”. Hooguit leuk om te weten dat het de molen bij plaatsje zus-en-me-zo is. Feest der herkenning voor toeschouwers die de molen en het plaatsje kennen.
– bij een abstract schilderij is een titel als “geel, rood, blauw” overbodig als je ook werkelijk geel, rood en blauw ziet. Wordt het, bijvoorbeeld, compositie IV genoemd, heb je een nietszeggende titel, dus dat kan ook weg. Tenzij het tussen de nummers 1 t/m 9 hangt, wat zelden gebeurt omdat schilderijen uit een serie verdeeld over de wereld in handen van verzamelaars zijn gekomen.
-Bij een figuratiefje van een slapende kat in de vensterbank met de titel “Le coq est mort” wordt het leuk om te gissen wat de kunstenaar bedoelt. Verhoogt de pret, maar je zal zien dat er dan altijd weer lieden zijn die azijnpissen: “Ach jee, weer zo’n postmoderne aanval op ‘male chauvinisme'”
@3: bij een abstract schilderij is een titel als “geel, rood, blauw” overbodig als je ook werkelijk geel, rood en blauw ziet
Zeker, maar het wordt anders als de kunstenaar er Who’s Afraid of voor zet.
Stel ik geef de namen ‘Salle à manger’ en ‘Triffid’ en zoek dan de twee kunstwerken die me het meest bevallen.
@5: Hmm, triffids.
Leuk vraagje om over na te denken. Ik vind een werk zonder titel een beetje kaal en teleurstellend (@2). Maar ik kan me ook wel voorstellen dat de kunstenaar ons niet in een bepaalde richting wil laten denken. Toch zou ik wel graag willen weten welke gedachten de kunstenaar zelf heeft gehad bij het maken van het werk, gedachten, ideeën, inspiratie waardoor hij of zij zich heeft laten leiden. Dat hoop ik dan terug te vinden in een titel. Dat lijkt me ook wat aardiger voor de toeschouwer.
@2:
Ik maak vaak een rondje zonder naar de titels te kijken.
Ik zie dan onbevooroordeeld iets, of ik kan er geen touw aan vastknopen en heb wel of niet vrede met de kleuren die zich tonen.
Uit nieuwsgierigheid kijk ik dan nog wel vaak naar de titel.
Het stoort me niet extreem, indien de kunstenaar iets anders heeft genoemd dan dat ik er in zie, of als het geen naam heeft.
In principe vindt ik iets gewoon mooi of minder geslaagd.
Wat wel opvallend is:
Bij een expositie van een bekende hebben we wel eens een experiment uitgehaald:
We hingen er iets neer zonder titel en de “kunstkenners” liepen er meestal redelijk snel langs.
Later een “sturende” titel er bijgezet en het werk kreeg duidelijk meer aandacht en commentaar ;-)
“Hee, suppoost! Ik kan zien wat dit is! Krijg ik nu mijn geld terug?” – Hein de Kort
@8: Er zijn inderdaad vele soorten museumbezoekers. Ik heb iemand gekend die minutieus begon alle bijschriften te lezen, en na uiterlijk twee zalen bekaf was. Een ander huurde consequent een cassettebandje, waarvoor ik hem strafte door op gezette momenten gekke bekken te trekken omdat hij in dat isolement dezelfde bewegingen maakte als zovelen voor hem.
Zelf loop ik graag eerst even in marstempo door de hele tentoonstelling heen en na die scan kuier ik in een aandachtiger tempo een verdiepingsronde met veel geheen en weer. De suppoosten zullen mij wel een zenuwlijder vinden, al heb ik ook met menigeen van hen een prettig gesprek gevoerd, dat niet noodzakelijkerwijs over de expositie van dienst hoefde te gaan. Dat kan overigens goede opsteekadresjes opleveren.