De werkelijkheid is als water: het neemt de vorm aan van het vat waarin je het giet.
Is dit een plas water? Een woest, golvend meer? Het stelt Atlantis voor. Het eiland dat geplaagd werd door vulkanische uitbarstingen en door een zondvloed ten onder ging. Het is niet volledig zeker wat daar allemaal van waar is.
Robert Smithson – Map of Broken Glass (Atlantis), 1969.
U ziet dus één werkelijkheid: een hoop glas. Met de driedubbel gelaagde titel (landkaart, glas, fictief eiland) geeft Smitshon echter aan: een hoop glas? Het is maar hoe je er naar kijkt.
Het is natuurlijk een heel doorzichtig trucje om met glas vloeibaarheid te suggereren. Een vloedgolf van gebroken autoramen symboliseert de massaconsumptie waar de wereld aan ten onder gaat.
Baptiste Debombourg – Flow, 2013.
Meer “vloeibaar” glas van Baptiste Debombourg: Accelaration Field en Dark matter.
Plastic is het ultieme nep-glas. En dat we daarmee overspoeld worden is alom bekend. Deze waterval van plastic flessen hing in 2012 aan het Tijdelijk Museum in Amsterdam en later een tijdje aan de gevel van de Metaal Kathedraal (Utrecht).
Wang Zhiyuan – Waterval, 2012.
Ander werk van Wang Zhiyuan waar het lijkt alsof afval stroomt: Thrown to the wind (2010) en Purge (2009).
Ook in het volgende werk lijkt een beschaving overspoeld geraakt. Een bouwwerk van groente- en fruitkratten bedekt La Maréchalerie, centrum voor moderne kunst in Versailles. Hoe dat er uit ziet als je er door loopt, zie je in dit filmpje.
Tadashi Kawamata – Gandamaison, 2008.
Er stroomt wel eens een opvatting voorbij die zegt dat lezen helpt de wereld te vebeteren. Dat zou kunnen, als je niet één enkel boekje maar veel verschillende boeken tot je neemt. Met de stroom boeken die deze bibliotheek uitbraakt, lijkt de kunstenaar te willen zeggen: lees, g.v.d.! Lees veel!
Alicia Martin – Biografias (van 2002 tot 2015 op diverse plaatsen te zien o.a. in Spanje, Mexico en Nederland).
Geen auto’s maar boeken. Literatuur versus verkeer, een publieke installatie van Luzinterruptus. Vertoont in Madrid, in New York en Toronto. Hier de versie in Melbourne.
Luzinterruptus – Literature vs. Traffic, Melbourne 2012.
© Luzinterruptus Literature vs. Traffic Melbourne, Photo by Gustavo Sanabria.
Glas, plastic, hout, papier, materiaal dat we niet los kunnen zien van de culturele betekenis die het krijgt als het eenmaal vorm is gegeven. Met die gedachte maakt Kate MccGwire haar sculpturen van vogelveren. In dit interview zegt ze (vrij vertaald):
Als object is een veer van voorbijgaande aard: vluchtig, fysiek licht, delicaat en nog beladen met lagen van betekenis. (…) Het heeft vele levens, verwijderd van zijn wortels maar we kunnen het niet los van zijn oorsprong zien. Dit geldt ook voor een gevederde sculptuur – wij vinden het anders in een nieuwe context maar kunnen zijn verleden niet ontkennen. Dit is waar gemengde gevoelens van ontzag en afkeer aan ontspruiten.
Kate MccGwire – Heave, 2008.
Een stroom van Kate MccGwire’s veren: Retch (2007), Slick (2010), Secrete (2014) en Discharge (2015).
Op een heel ander wijze houdt Paul Cummins herinnering levend. De bijna ontelbare slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog worden herdacht met stromen van keramieken klaprozen. Een project dat ook komend jaar op verschillende plekken in Engeland te zien zal zijn.
Paul Cummins – Weeping Window, keramiek, 2014 – 2018.
Vloeistof is eigenlijk ontzettend laf materiaal. Bij de minste weerstand buigt het af van de eerder ingeslagen weg. Op die eigenschap berust het idee dat je met een steen in de rivier de stroom kunt beïnvloeden.
Wellicht is dat waar. Maar we weten pas meer als we zaken, materieel en immaterieel, uitpluizen. Uit elkaar halen, analyseren. Proberen te zien wat er meer is dan de buitenkant. Zoals Lara Almarcegui een gebouw analyseert en dan de verschillende bouwmaterialen tentoonstelt.
In 2013 stelde ze op de Biënnale van Venetië bouwmateriaal ten toon, van hetzelfde soort en hoeveelheid als ooit was gebruikt voor de bouw van het Spaanse paviljoen. Zien we hier bouwmateriaal als een stroom lava de ruimte in komen?
Lara Almarcegui – expositie op de Biënnale van Venetië, 2013.
Allemaal leuk dat het ergens op lijkt maar dat is de werkelijkheid dus niet, moet Olafur Eliasson gedacht hebben toen hij een heuse rivierbedding liet aanleggen in een Deens museum.
De “stroom van vertrouwen” ligt ten grondslag aan deze rivierbedding, stelt Eliasson, die in dit interview verder zegt:
In onze samenleving worden een heleboel dingen gedefinieerd door uitsluiting. Openbare instellingen zoals musea moeten laten zien dat zij volledig vertrouwen in het kunstwerk, de kunstenaar en de bezoeker, om de laatste het gevoel te geven er volledig bij te horen. Als een publiek zich vertrouwd voelt, dan durven ze ook betrokken te raken.
Olafur Eliasson – Riverbed, 2014 – 2015.
Water van glas, stroom van steen, het is kunst dus een soort ‘fake’. Maar het is niet erg overspoeld te worden met nep, zolang het leuk of mooi is.
Reacties (1)
Mooi dat werk van Olafur Eliassen: de volwassenen stappen er voorzichtig overheen, en de kinderen storten zich erop/erin. Doet me denken aan de EXPO 2000 in Hannover waar landen pronkten met hun paviljoens. Maar er was ook een min of meer armlastig land bij (maar welk, maar welk? Afrikaans, Kaukakisch?) dat hun paviljoen ingericht had met enkel …… boomstammen, die als een gigantische Mikado waren neergelegd. En dat nodigde dus enorm uit tot erop springen al balancerend lopen.
Hier nog een onderwaterstroom-linkje.
http://www.underwatersculpture.com/works/recent/