Afgelopen week publiceerde het Internationaal Monetair Fonds (IMF) een een rapport, getiteld “The Future of Oil: Geology versus Technology” (pdf). Het rapport kijkt naar de toekomstige wereldproductie van aardolie aan de hand van economische modellen en vanuit geologisch oogpunt.
Volgens economische modellen wordt de aardolieproductie hoofdzakelijk bepaald door de vraag. En de vraag stijgt door economische groei. De economische modellen gaan ervan uit dat economische groei ertoe zal leiden dat er meer olie gevonden en gewonnen zal worden. De groei van de wereldproductie wordt bewerkstelligd door een stijgende olieprijs. Als de vraag en de prijs hoog genoeg oplopen, dan zal de industrie ook olieprojecten opstarten, die nu nog niet profijtelijk zijn.
In het afgelopen decennium heeft het Amerikaanse Energy Information Agency (EIA) prognoses gemaakt over de groei van de olieproduktie. Maar die prognoses moesten telkens naar beneden worden bijgesteld.
Tien jaar geleden voorspelde het EIA, op grond van economische modellen, nog dat de olieproduktie in 2012 100 miljoen vaten per dag zou bedragen. In 2010 had men die prognose aangepast naar 88 miljoen vaten per dag. De economische groei is tegengevallen en de vraag naar olie is niet zo hoog als men in 2000 nog verwachte. In deze economische benadering zit een zwakke plek. Het zou kunnen zijn dat de economische groei tegenvalt doordat de olieproductie niet verder groeit. Het hoger oplopen van de olieprijs doet de vraag juist dalen en leidt niet tot een productiegroei.
Vanuit geologisch oogpunt bezien zal de wereldolieproductie gaan dalen. Volgens de peak-oil-theorie van King Hubbert maakte Colin Campbell prognoses over de hoeveelheid ruwe olie, die in de toekomst gewonnen zou worden.
In de onderstaande grafiek zie je dat die prognoses te somber waren en telkens worden aangepast.
Het IMF heeft de geologische modellen en de economische modellen gecombineerd en een prognose gemaakt voor de olieprijs in de komende jaren. Men verwacht dat de olieprijs tussen 2013 en 2020 sterk zal stijgen.
Ik denk dat de olieprijs geen goede graadmeter is voor dit soort voorspellingen. De olieprijs in de grafiek is gebaseerd op ‘2011-dollars‘. Die zijn al veel minder waard dan de ‘2002-dollars’.
De winning van aardolie kost steeds meer mankracht, grondstoffen en energie. Je kunt altijd geld lenen voor oliewinningsprojecten, die nu nog niet profijtelijk zijn. Je kunt zelfs geld bijdrukken (door de centrale banken). Maar je kunt niet onbeperkt energie, grondstoffen en mankracht besteden aan de oliewinning. Als het winnen van olie bijna evenveel energie kost als het oplevert, dan zullen de meeste mensen zeggen: “laat maar, ik doe het wel zonder olie.”
Onderstaand plaatje laat zien dat de olie- en gaswinning in de VS de enige sector is waar de werkgelegenheid groeit. Sinds Obama president is, nam het aantal banen in de olie- en gasindustrie toe met meer dan 15%.
In deze barre, economische tijden zijn er steeds minder handen aan de ziekenhuisbedden. En steeds meer handen wroeten in de aarde op zoek naar olie, steenkool en gas.
Gail Tverberg vat op haar weblog het IMF-rapport samen
Foto Flickr cc Davidwilson1949
Reacties (7)
We hebben een economische crisis met beperkte groei door het ineenklappen van het financiele stelsel in 2007/2008.
Dat financiele crises een lange nasleep hebben is al eerder aangetoond, en deze is geen uitzondering.
Met andere woorden, er is een mechanisme dat prima verklaart waarom de groei tegenvalt.
Het argument dat de groei tegenvalt door beperkte beschikbaarheid van olie is flauwekul. Hoe verklaar je de prijsdip in 2008 dan? Dan hadden we toen juist een groeispurt moeten hebben.
Prima dat de prijs oploopt trouwens; maakt investeringen in energie efficientie en alternatieve bronnen sneller rendabel. Geen noodzaak tot de consequente apocalyptische glazen bolkijkerij van Verbeek
“De winning van aardolie kost steeds meer mankracht, grondstoffen en energie….Je kunt niet onbeperkt energie, grondstoffen en mankracht besteden aan de oliewinning. Als het winnen van olie bijna evenveel energie kost als het oplevert…”
Je kunt je blindstaren op de ‘monetaire prijs’ van olie (en gas). Dan zie je het onderliggende probleem niet. De makkelijk winbare olie is op. We moeten steeds harder werken om de benzinetanks te kunnen vullen.
Deze trend is onomkeerbaar… helaas.
Fijn dat je op je eigen citaat reageert.
Nogmaals, je komt met een suggestie zonder die ook maar op enige wijze te onderbouwen, terwijl er een uitstekende andere verklaring voorhanden is.
Dus, hop, aan de slag.
In de 20e eeuw was er maar één vat olie nodig om 50 vaten olie te winnen. De overige 49 vaten konden worden besteed aan leuke dingen als autorijden en vliegen.
Tegenwoordig moet je 5 vaten olie investeren om er 50 te winnen. Er blijven 45 vaten over om leuke dingen van te doen.
Over een paar jaar zijn er 10 vaten olie nodig om er 50 te winnen.
Het draait allemaal om de EROEI, de Energy Return On Energy Invested.
Voor schaliegas geldt hetzelfde. Voor de enorme hoeveelheid aardgas uit het Slochteren-veld was slechts een kleine investering nodig.
Om dezelfde hoeveelheid gas uit schalie te winnen zijn heel veel boringen nodig en moet er heel veel gefrackt worden.
Ook voor steenkool geldt hetzelfde. De beste steenkool, die de meeste warmte oplevert hebben we in Europa het eerst opgebruikt. Ons rest nu nog steenkool van inferieure kwaliteit.
Er is nog wel topkwaliteit steenkool, maar die moet helemaal uit Australië en Zuid-Afrika komen. Het kost heel veel stookolie om miljoenen tonnen steenkool over duizenden kilometers te verplaatsen.
Ja, allemaal leuk en aardig, maar maak nou eens aannemelijk dat dit inderdaad leidt tot inzakkende economische groei.
Je gooit wat ballen in de lucht maar redeneert niets door.
Hoeveel is die EROEI veranderd tussen zeg 1990 en 2000 en 2000 en 2010?
Hoeveel effect heeft de olieprijs op het algehele prijspeil?
En nogmaals, waarom is jouw “verklaring” beter en aannemelijker dan “Het is een gevolg van een grote financiele crisis?”
Leg me gewoon die causaliteit eens helder uit.
“In deze barre, economische tijden zijn er steeds minder handen aan de ziekenhuisbedden. En steeds meer handen wroeten in de aarde op zoek naar olie, steenkool en gas.”
Ik heb liever ook geen mijnwerker of geoloog naast me ziekenhuisbed staan.
Bovendien is dit ook weer een kulargument; er werken ongeveer 200.000 mensen in de extractie industrie (zie Bureau of Labor Statistics) in de VS. De werkgelegenheid in zorg nam tussen december 2007 en november 2009 alleen al met bijna 600.000 mensen toe.
Een sterke toename van een kleine sector is nog steeds maar een druppel in een zee.
Nog even los van het feit dat Verbeek’s “verdringingstheorie” zich slecht verhoudt met een nog steeds hoge werkloosheid aldaar.