serie

Europa

Foto: daisy.images (cc)

Hoe ver gaat Ursula met Giorgia?

Het vijfde rapport over de rechtsstaat in Europese lidstaten is deze week met enige vertraging gepubliceerd. Het zou op 3 juli uitkomen, maar volgens Politico heeft commissievoorzitter Ursula Von der Leyen (VDL) de publicatie een paar weken opgehouden in afwachting van haar herbenoeming. Het rapport is nogal kritisch over de huidige Italiaanse regering van Giorgia Meloni en VDL sloot niet uit dat ze uit die hoek steun nodig zou kunnen hebben voor haar tweede periode als commissievoorzitter. Vorige week donderdag werd ze in het Europarlement met ruime meerderheid herkozen. Meloni’s partijgenoten hebben volgens Reuters tegen haar herbenoeming gestemd. Maar Meloni verzekerde zaterdag dat zij met Von der Leyen wil blijven samenwerken.

De samenvatting van de bevindingen van de rechtsstaat onderzoekers over Italië laat zien dat er sinds het aantreden van Meloni’s rechtse regering weinig voortgang is gemaakt op een aantal voor de rechtsstaat kritische punten. Dat betreft onder andere het uitblijven van noodzakelijke nieuwe wetgeving inzake smaad en de bescherming van het beroepsgeheim en journalistieke bronnen. Op de Index voor Persvrijheid van Reporters Sans Frontières (RSF) is Italië vijf plaatsen gezakt naar de 46e plaats. Journalisten, met name degenen die onderzoek doen naar criminele praktijken hebben nog steeds te maken met SLAPP-zaken, intimidatie en geweld. Twintig journalisten staan onder permanente politiebescherming. Meloni zelf heeft verschillende smaadzaken aangespannen tegen verslaggevers die kritiek op haar hadden, waaronder een zaak waarin een journalist werd veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding omdat hij op sociale media spotte met de lengte van de premier.

Foto: daisy.images (cc)

Balkan in de ban van het verleden

Het parlement van Montenegro heeft onlangs een resolutie aangenomen waarin de misdaden van Kroatische fascisten tijdens de Tweede Wereldoorlog worden veroordeeld. Concreet ging het om het concentratiekamp Jasenovac van de Kroatische Ustaše beweging die samenwerkte met de nazi’s. Het aantal slachtoffers wordt geschat op 80.000 tot 100.000, merendeels Serven, daarnaast ook Joden, Roma en partizanen. De Montenegrijnse premier Milojko Spajić was niet blij met de resolutie. De uitspraak werd onmiddellijk veroordeeld door buurland Kroatië. De huidige regering van Montenegro wil spoed zetten achter de procedure om EU-lid te worden. Het land hoopt tijdens het Hongaarse voorzitterschap de nodige stappen te zetten om in 2028 het felbegeerde lidmaatschap binnen te halen. Maar de nationalistische Kroatische regering kan gemakkelijk roet in het eten gooien. 

Zo domineert het verleden de politiek in de Balkanlanden. Met oorlogsmisdaden in de hoofdrol. Nu gaat het dan vooral over de burgeroorlog begin jaren negentig bij het uiteenvallen van Joegoslavië en de strijd om de onafhankelijkheid van Kosovo. De vervolging van oorlogsmisdadigers is in alle voormalige Joegoslavische landen nog steeds actueel. En een belangrijke factor in hedendaagse politieke conflicten.

Katnic

In Montenegro, bijvoorbeeld, is Milivoje Katnic, een voormalige officier van Justitie, onlangs aangeklaagd voor misdaden tijdens het beleg van Dubrovnik door het Joegoslavische leger in 1991. De aanklager vermoedt dat Katnic, destijds officier van het JNA, tijdens een gewapend conflict rond Cavtat, een klein stadje op 18 kilometer van Dubrovnik, vlakbij de Montenegrijns-Kroatische grens, lokale burgers aan een onmenselijke behandeling heeft onderworpen. Katnic was eerder al eens aangeklaagd, maar dat had tot niets geleid. Nu is hij ook verdacht van betrokkenheid bij een criminele organisatie. Als officier van Justitie leidde hij de zaak tegen de Servisch gezinde coupplegers in 2016. Die eindigde in 2021 bij de beroepsrechter in vrijspraak voor Andrija Mandic, huidig parlementsvoorzitter en Milan Knezevic, parlementslid en voorzitter van de Democratische Volkspartij, de partij van de Servische minderheid die nu deel uitmaakt van de regeringscoalitie met de beweging Pokret Evropa sad! (Europe Now) van Spajić. In de gevangenis is Katnic dit voorjaar twee-en-een-halve maand in hongerstaking gegaan. Hij claimt het slachtoffer te zijn van de wraak van Knezevic and Mandic.

Foto: daisy.images (cc)

Rechterflank Europarlement verdeeld in drie blokken

Conservatief rechts, radicaal rechts en extreemrechts: aan de rechterkant van de Europese politiek zijn nu alle smaken vertegenwoordigd. Naast de Europese Conservatieven en Hervormers (ECR) zijn er twee nieuwe blokken gevormd: de ‘Patriotten voor Europa’ met Orbán’s Fideszpartij en het Franse Rassemblement National (RN), en de woensdag opgerichte groep ‘Europa van Soevereine Naties’ rond de Duitse AfD. Met drie partijen op de rechterflank telt het Europarlement nu acht blokken. Een meer dan in de vorige periode.

De Patriotten vormen met 84 vertegenwoordigers uit twaalf landen nu het derde blok in het Europarlement na de christendemocratische Europese Volkspartij (EPP) en het sociaal-democratische blok (PES). Maandag sloot RN zich met dertig afgevaardigden aan bij het initiatief van Orbán’s Fidesz dat met tien afgevaardigden de twee na grootste delegatie vormt. Jordan Bardella, de man die na de voor RN teleurstellend verlopen parlementsverkiezingen in eigen land geen premier kon worden, is meteen benoemd als voorzitter van de groep. Wilders had zijn zes leden al eerder aangemeld. Hij verklaarde dat zijn PVV zich bij de Patriotten aansluit om “ons joods-christelijke erfgoed te beschermen. En onze gezinnen.” Het blok is grotendeels een vervanging van de oude groep Identiteit en Democratie (ID). Andere leden zijn de Italiaanse Lega (8 leden), het Tsjechische ANO (7), de Oostenrijkse FPÖ (6 ), Vox uit Spanje (6), Vlaams Belang (3), Chega uit Portugal (2), de Deense Volkspartij (1), een lid van het Tsjechische Eed, een Hongaarse Christendemocraat, een Let van de partij Latvia First en een Griek van de partij Voice of Reason.

Foto: daisy.images (cc)

Griekenland voert zesdaagse werkweek in

Griekse vakbonden gingen deze week de straat op uit protest tegen de invoering van een zesdaagse werkweek. De ondernemingsgezinde regering van premier Kyriakos Mitsotakis zegt dat het initiatief noodzakelijk is vanwege de krimpende bevolking en een tekort aan geschoolde arbeidskrachten. De regeling is van toepassing op particuliere bedrijven die 24 uur per dag diensten verlenen. Werknemers krijgen de keus om twee uur extra per dag te werken of een extra ploegendienst van acht uur, beloond met een toeslag van 40% bovenop het dagloon. Volgens Mitsotakis is het goed voor de groei van de economie en blijft Griekenland zo in de pas bij de rest van Europa. Dat laatste argument is discutabel. België, bijvoorbeeld, heeft in 2022 wetgeving ingevoerd om werknemers het wettelijke recht te geven hun werkweek over vier dagen te spreiden in plaats van vijf, zoals dat ook in Nederland al wel gebeurt. Ook in Duitsland en Portugal lopen proefprojecten voor een vierdaagse werkweek.

De maatregel van de Griekse regering is in feite een legalisering van een bestaande praktijk waarin veel werknemers ongecontroleerd overuren draaiden. Volgens Eurostat werkte in 2023 7,1 procent van de werknemers in de EU 49 uur of meer per week en in de EU-landen had vakantieland Griekenland het hoogste percentage werknemers dat lange uren maakte (11,6 procent). De werkweek van de Grieken is gemiddeld 41 uur, tegen een loon dat aanmerkelijk lager is dan in buurlanden. Ook de gepensioneerden houden niet over. Zij worden aangemoedigd weer te gaan werken. Anderzijds blijven de werkloosheidscijfers met 10,6% in mei van dit jaar aan de hoge kant. Bijna een kwart van de jongeren in de leeftijdsgroep van 15-24 jaar is werkloos. Veel jongeren zoeken hun heil in het buitenland bij gebrek aan kansen op een goede baan, of -als ze wel een baan kunnen krijgen-  vanwege de lage lonen.

Foto: daisy.images (cc)

De opgaves waar Kallas en Rutte voor staan 

Een half jaar geleden werden ze beide genoemd als leider van de Navo. Binnenkort is Rutte de nieuwe secretaris-generaal en Kallas waarschijnlijk de nieuwe Hoge vertegenwoordiger van de E.U. voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid. Banen met een uitdaging zou je dat kunnen noemen.

De vraag is wel, wat die uitdaging precies behelst. Wat moeten zij voor elkaar gaan krijgen in deze tijd waarin de oorlog in Oekraïne net als onze economische oorlog met Rusland voortduurt. In dit jaar waarin de V.S., gedwongen door Israel, zich weer volop met het middenoosten bezighoudt, terwijl ze ook een nieuwe oude president kiest. Mogelijk eentje die weinig met de Navo op heeft. Bovendien in een periode waarin de verhouding van de E.U. met China aan het veranderen is, wat bij een escalatie van China rondom Taiwan in een stroomversnelling zal raken. Dus wat moeten we van Kallas en Rutte verwachten?

Een paar dingen zou ik kunnen noemen.

We moeten als Europese Navo-landen voorkomen dat Trump, als hij weer aan de macht komt, zelf, in overleg met Poetin, tot een akkoord komt over Oekraïne en daarmee over de toekomst van Europa. De toekomst van Europa is aan Europa. Dat betekent bijvoorbeeld dat we heel expliciet duidelijk moeten maken dat niet Trump maar Europa gaat over de Europese sancties en het eventueel opheffen daarvan. Binnen de Navo moet Europa de macht vast een beetje naar zich toe gaan trekken, zodat als Trump verkozen wordt, ze niet verlamd raakt.

Foto: daisy.images (cc)

Frankrijk heeft een nieuw volksfront

Met het oog op de tussentijdse parlementsverkiezingen hebben vier linkse partijen in allerijl een front gevormd. Tegen het radicaal rechtse Rassemblement National van Marine Le Pen. Maar ook tegen Macron. Als de Franse president met zijn schokkende beslissing om verkiezingen uit te roepen had gehoopt dat alle anti-RN partijen zich rondom hem zouden groeperen komt hij bedrogen uit. Niemand wil zich meer aan hem binden. Zijn Renaissance zou volgens peilingen inclusief coalitiepartners kunnen zakken van 250 naar minder dan 100 van de 577 zetels. De strijd gaat nu tussen het Nouveau Front Populaire (NFP) en het Rassemblement National.

Het Volksfront heeft een geschiedenis. In Frankrijk regeerde onder die titel een coalitie van socialisten, communisten en radicalen tussen 1936 en 1939. De samenwerking van socialisten en communisten, aanvankelijk nog verboden door de Komintern, de communistische internationale beweging, kwam tot stand onder de dreiging van een extreemrechtse staatsgreep. Twee jaar geleden, bij de parlementsverkiezingen in 2022, deden negentien linkse partijen ook al een poging om zich te verenigen tegen rechts. De Nouvelle Union populaire écologique et sociale (NUPES) werd toen met 150 zetels de tweede partij na de coalitie van Macron. Maar eenmaal in het parlement gekozen raakten de NUPES leden weer verdeeld. Bij de afgelopen Europese verkiezingen was er geen NUPES-lijst, met name vanwege te grote verschillen van mening tussen de Parti Socialiste en de radicaal linkse partij La France Insoumise (LFI, Opstandig Frankrijk).

Foto: daisy.images (cc)

Diversiteit in Europese verkiezingsuitslagen

In de berichtgeving over de uitslagen van de Europese verkiezingen afgelopen weekend overheerste de (verwachte) winst van radicaal rechts en de (onverwachte) blufpoker van de Franse president die meteen nieuwe parlementsverkiezingen uitschreef. Frankrijk en Duitsland zijn de grootste landen in Europa. Niet gek dat daar eerst naar gekeken wordt. Maar hoe zit het in de rest van Europa? Hier volgen enkele verkiezingsuitslagen uit landen die minder vaak in het nieuws komen.

Om te beginnen is het opmerkelijk dat er donderdagmiddag bij het schrijven van dit artikel nog steeds geteld werd in meer dan tien van de 27 staten. Dit als voorbehoud bij dit rondje Europa. Plusjes en minnetjes bij de resultaten zijn ten opzichte van 2019. De beoogde partijfamilie heb ik voor zover nodig toegevoegd. Een overzicht van de resultaten per Europese partijfamilie vind je hier bij Reuters.

Ierland

Dit is een van de staten waar nog geteld wordt. Ierland heeft een ingewikkeld kiessysteem en er waren tegelijkertijd ook locale verkiezingen. De nog niet officiële uitslag voor het EP is daar: 3 zetels voor onafhankelijke kandidaten (+2),  Sinn Féin 3 (Left, +2), Fine Gael 3 (EPP, -2), Fianna Fáil 3 ( Renew, +2), Greens 1 (Greens/EVA, -1), Aontú 1 (een conservatieve afsplitsing van SF, +1). Bij de locale verkiezingen behaalden de kandidaten van Sinn Féin een minder fraaie uitslag . The Guardian: ‘Kiezers in Ierland hebben de centristische regering gesteund, Sinn Féin de les gelezen en bij lokale verkiezingen een handvol extreemrechtse kandidaten gekozen.

Foto: daisy.images (cc)

Radicaal rechts is verre van eensgezind

Alsof er niets anders te melden was over de Europese verkiezingen bleven de media de afgelopen weken eenzelfde boodschap eindeloos herhalen: radicaal rechts gaat winnen. We zullen zondag zien in hoeverre dat een selffullfilling prophecy is geworden. In de berichtgeving stonden vooral de nationale leiders van radicaal rechts (Wilders, Le Pen) centraal en niet de Europese kandidaten (Stöteler, Bardella), laat staan de kiezers en hun motieven.

De opiniepeilingen wijzen onmiskenbaar in de richting van een conservatiever Europarlement. Van de middenpartijen die het in het vorige parlement voor het zeggen hadden kan alleen de centrumrechtse EPP op enige winst rekenen. Centrum-linkse en liberale partijen staan op verlies. Aan deze kant van het politieke spectrum mankeert een aantrekkelijk alternatief, zo constateert ook Politico:

Meestal stromen kiezers in tijden van instabiliteit – oorlogen, pandemieën, economische onzekerheid – massaal naar de traditionele machtspartijen. Tegenwoordig zijn deze partijen in veel landen uiteengevallen. Decennia lang hebben Europees rechts en links voor het centrum gevochten, en als twee dronken boksers zijn ze ingestort, waardoor de arena open is gebleven voor nieuwe uitdagers.

Het is nog steeds wachten op de nodige introspectie en reflectie van de machtspartijen in het midden die een opmaat kunnen bieden voor een nieuw elan en herstel van het vertrouwen.

Foto: daisy.images (cc)

PiS in de slachtofferrol

De Europese Commissie heeft de artikel 7 procedure tegen Polen ingetrokken. Het land loopt niet langer het gevaar op schorsing van het EU-lidmaatschap en intrekking van zijn rechten. Nu is dat gevaar nooit echt dichtbij geweest. Schorsing vereist instemming van alle lidstaten en Hongarije, waar eenzelfde procedure loopt, zou er nooit mee hebben ingestemd. Maar eind vorig jaar is er een nieuwe regering gekomen in Polen onder leiding van Donald Tusk. En die heeft hard gewerkt aan herstel van de rechtsstaat in Polen. In februari presenteerde de Poolse minister van Justitie Adam Bodnar de Commissie en de Raad een actieplan bestaande uit negen wetten om de veranderingen van de PiS-regering ongedaan te maken en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te garanderen. Dat was voldoende voor de Commissie om de artikel 7 procedure in te trekken. Maar PiS lijkt allerminst uitgerangeerd, niet in Polen en ook niet in Europa.

In Polen is de regering-Tusk voor veel belangrijke besluiten nog wel afhankelijk van president Duda die trouw blijft aan het oude regime. Begin dit jaar botsten premier en president over het lot van twee van corruptie beschuldigde politici van PiS, Mariusz Kamiński en Maciej Wąsik. Zij zijn door een rechtbank in Warschau veroordeeld tot twee jaar celstraf om ambtsmisbruik. Duda had de twee in 2015 al gratie verleend, maar het Hooggerechtshof verklaarde dit in december vorig jaar onwettig. Tusk beschuldigde Duda er van de twee in bescherming te nemen door ze onderdak te bieden in het presidentiële paleis. Ze werden uiteindelijk toch gearresteerd. Maar Duda verleende hen voor de tweede maal gratie. PiS noemt hen ‘politieke gevangenen’ en zette beiden op de kandidatenlijst voor de komende Europese verkiezingen. De partij hoopt op winst met deze kandidaten die zich profileren als ‘politieke slachtoffers’ van een wraaklustige Tusk. Volgens de laatste peilingen gaan het Burgerforum van Tusk en PiS gelijk op met elk 32% van de stemmen.

Foto: daisy.images (cc)

Le Pen breekt met de AfD

In een nieuwe poging haar partij als gematigd en fatsoenlijk rechts te promoten heeft Marine Le Pen afstand genomen van de AfD, haar huidige partner in de ID fractie van het Europees Parlement. RN (Rassemblement National) zoekt nu voor samenwerking in het nieuwe Europese parlement contact met de partij van de Italiaanse premier Giorgia Meloni die deel uitmaakt van de ECR (Europese Conservatieven en Hervormers). Daarmee is er nog voor de verkiezingen al weer ruzie in de extreemrechtse tent.

Aanleiding voor de breuk zijn uitspraken van de omstreden AfD lijsttrekker voor het Europarlement Maximilian Krah. Hij zei in een interview met een Italiaanse krant dat niet alle SS’ers misdadigers waren en verwees daarbij naar de bekentenis van de Duitse schrijver Günter Grass (1927-2015), die aan het eind van zijn leven onthulde dat hij als 17-jarige lid is geweest van de Waffen-SS. Krah zei ook nog dat er veel boeren waren onder de SS’ers. Hij is inmiddels uit het partijbestuur gezet en mag niet langer campagne voeren voor zijn partij. Maar hij is niet van de lijst gehaald. Krah lag al langer onder vuur vanwege een beschuldiging van spionage voor China. Zijn tweede man Petr Bystron is ook al in opspraak geraakt vanwege zijn betrokkenheid bij het Russische propagandaplatform Voice of Europe. Al deze affaires hebben inmiddels geleid tot een forse daling van de peilingen voor de AfD.

Foto: daisy.images (cc)

Ook in Kroatië buigt het centrum voor extreem-rechts

Nederland staat niet alleen. De Kroatische centrum-rechtse leider Andrej Plenković heeft na de verkiezingen van vorige maand een verbond gesloten met de extreemrechtse DP (Domovinski pokret – Thuislandbeweging). Plenković is sinds 2016 premier en leider van de HDZ (Hrvatska demokratska zajednica -Kroatische Democratische Unie), de grootste partij in Kroatië (34,4%). Voor een derde termijn heeft hij de voorkeur gegeven aan een coalitie met de DP (9,6%), een recente afsplitsing van de HDZ.

De HDZ is aangesloten bij de Europese Volkspartij EPP, de partij van Europese Christendemocraten. De nieuwe Kroatische coalitie leidde in Brussel bij socialistische en groene politici opnieuw tot zorgen over de koers van de EPP. Ursula Von der Leyen, Commissievoorzitter en Spitzenkandidat van de EPP wordt in Brussel nauwgezet gevolgd vanwege een mogelijk flirt van haar partij met het extreemrechtse blok na de aanstaande Europese verkiezingen. Dubravka Šuica, het Kroatische lid van de Europese Commissie vindt dat er geen reden is voor zorgen. Volgens haar is de DP een gematigde partij. De DP is voor alles nationalistisch en anti-Servisch. De Servische minderheid in het land moet volgens de partij worden uitgesloten van regeringsdeelname.

Rechterflank

De kans is groot dat Europese afgevaardigden van de DP zich straks aansluiten bij de extreemrechtse ID-fractie waar ze ook de PVV tegen zullen komen. Von der Leyen heeft drie rode lijnen genoemd voor een eventuele samenwerking in de EU met andere blokken: ze moeten pro-EU zijn, Oekraïne steunen en de rechtsstaat overeind houden. Of de DP binnen de lijntjes blijft moet nog worden bezien. De radicalisering is net als in Nederland begonnen op de rechterflank van centrum-rechts. Hrvoje Klasić, een expert inzake extreemrechts in Kroatië, zegt dat de HDZ in het verleden alle moeite heeft gedaan om extreemrechts uit de partij te verwijderen. Maar nu komen ze via een coalitie met de DP weer terug in het centrum van de macht.  Het is niet duidelijk welke concessies Plenković heeft moeten doen om een nieuwe regering te kunnen vormen. Een teken aan de wand is dat De DP heeft geëist subsidie voor een krant van de Servische minderheid stop te zetten. De voorzitter van de Kroatische journalistenvakbond vreest dat het daarbij niet zal blijven “In haar programma kondigde de DP een aanval aan op HRT [de Kroatische publieke omroep], HINA [het staatspersbureau] en de hele mediascène. Wij zullen ons tegen deze aankondigingen verzetten en ik roep alle collega’s op om solidariteit te tonen, want vandaag wordt Novosti aangevallen en morgen zal het iemand anders zijn.”

Foto: daisy.images (cc)

‘De EU verdient betere waakhonden’

RECENSIE - Lise Witteman stelt in de inleiding van haar boek Wie let er op Brussel? de vraag: ‘hoe democratisch is een machtsbolwerk waarvan bijna niemand begrijpt wat er speelt, of hoe beslissingen precies worden genomen, laat staan hoe je daar als burger invloed op kunt uitoefenen?’ Het is een terechte vraag, maar geldt die alleen voor het ‘machtsbolwerk Brussel’? En verder: moeten we voor de oorzaak van het gebrek aan democratie in de EU niet op de eerste plaats kijken naar de machtsbolwerken in de hoofdsteden van de lidstaten?

In de aanloop naar de Europese verkiezingen volgende maand geeft het boek van Witteman, journalist van Follow the Money, een goed geïnformeerde en kritische blik op wat er de afgelopen vijf jaar zoal gespeeld heeft in Brussel en hoever de ‘prille democratie’ in Europa is gevorderd. Met als eindconclusie dat de EU ‘betere waakhonden verdient’. En met die ‘waakhonden’ bedoelt ze niet alleen de Europarlementariërs, maar ook de media, maatschappelijke organisaties en daartoe aangewezen ambtelijke instanties, zoals de Europese Ombudsman, de Europese Rekenkamer en het Europese Openbaar Ministerie. Aan toezicht en capaciteit ter bestrijding van corruptie en andere vormen van ondemocratisch handelen geen gebrek, zou je zeggen. Maar dat valt nog niet mee. Een langer bestaande instantie als het anti-corruptiebureau OLAF blijkt in de praktijk weinig te kunnen doen. Het bureau onderzoekt klachten over de besteding van EU-geld en geeft ze vervolgens door aan de nationale autoriteiten. In slechts 12% van de gevallen heeft dat in de periode 2016-2022 tot vervolging geleid. ‘Het meest schrijnende voorbeeld’, schrijft Witteman ‘is Nederland’. Met de minstens tien aanbevelingen die OLAF Nederland in deze periode heeft gestuurd heeft het Nederlandse OM eind 2023 nog niets gedaan. Het recent geïnstalleerde Europese Openbaar Ministerie biedt hoop, ook al is het nog niet in alle lidstaten geaccepteerd. Het is onafhankelijk en kan misdrijven rechtstreeks bij de nationale rechtbanken aanhangig maken.

Volgende