De riddersprong van Sigvat Leirholar

Foto: © Sargasso logo Goed volk
Serie: ,

ACHTERGROND - In het Jotunheimen National Park – de naam betekent ’thuis van de reuzen’ – ten noordoosten van de Noorse stad Bergen, stroomt de rivier de Sjoa met een totale lengte van 98 kilometer. De rivier ontstaat uit het smeltwater van de oostelijk gelegen gletsjers en stroomt uiteindelijk via fjorden richting zee.

Het Jotunheimen National Park is één van de meest bekende Noorse wildernislocaties. Het telt niet minder dan zestig gletsjers, diverse watervallen en cataracten. Ook zijn hier de hoogste bergtoppen van Noorwegen; ze komen tot boven de 2300 meter. Wie het gebied op Google Maps opzoekt, verdwaalt al snel in de enorme hoeveelheid rivieren en stromen, want zoals bijna elk fjordengebied in Noorwegen is het een schier onontwarbare geografische kluwen.

(foto C.T.A.A. Overduin)

De nog rustige Sjoa zoals die stroomt vanaf de gletser naar het westen

Sage

In het dal van de Sjoa is een in de plaatselijke folk-lore bijzondere plaats, genaamd de Ridderspranget oftewel Riddersprong. Hieraan is een sage verbonden die (zoals de meeste sagen) voorhanden is in diverse varianten. De sage is aan het eind van de negentiende eeuw vastgelegd door historicus en folkloreverzamelaar Ivar Kleiven.

Omdat het ondoenlijk is alle varianten te behandelen, geef ik hierbij de grote lijnen weer, die in (bijna) alle versies voorkomen. De sage biedt diverse historische aanknopingspunten, zodanig zelfs dat het mogelijk is dat het hier een mondeling doorverteld historisch verhaal betreft, uiteraard in de loop der tijden op diverse manieren aangepast zoals dat gaat in de mondelinge traditie.

De dramatis personae

Sigvat Leirholar van Kvie was volgens de sage een van de adviseurs van de koning. Kvie is een bestaande hoeve op 960 meter hoogte in Vang, Oppland, dus in het betreffende gebied. Ik heb de persoon van Sigvat Leirholar niet in de digitaal beschikbare analen kunnen terugvinden, hetgeen niet wil zeggen dat hij niet bestaan heeft – zie overigens even hierna een opmerking terzake.

Zijn tegenspeler is ridder en burggraaf (Noors: lendmann) Jvar Gjesling de Oude, die leefde te Sandbu, een ridderlijke boerderij in Vågå  Jvar Gjesling werd geboren in 1135 en overleed in 1200 in dezelfde plaats waarin hij was geboren: Kvie, Vang, Valdres, Oppland.

De heren Sigvat Leirholar en Jvar Gjesling lagen vóór het bewuste gebeuren al enkele jaren met elkaar in de clinch over visrechten in Heimdalsvatnet. Regelmatig kwam het tot een handgemeen, waarbij vissershutten in brand werden gestoken.

(foto C.T.A.A. Overduin)

De plek van de Riddersprong, gezien van de ene zijde naar de overkant.

De derde persoon in deze sage is de vrouw waar het allemaal om draait: de beeldschone Skårvangssola (zon van Skårvang), die volgens de sage als bruid beloofd was aan Jvar Gjesling. Zij werd geboren in 1140 in Skårvangen, Vågå, Oppland, en is begraven in Kviden i Valdres.

De locatie

Wellicht is de echte hoofdfiguur de plek waar de Riddersprong heeft plaatsgevonden. Het betreft hier een top van de kloof, die hier op z’n smalst is, waar de woest kolkende Sjoa doorheen wordt geperst, ruim tien meter lager. Hoewel de afstand tussen de linker- en rechterzijde van de klooftop niet groot is, zorgt een constante damp van waterdruppels uit de woeste rivier ervoor dat de rand nat en glad is. Nog niet zo heel lang geleden stortte een toerist op fatale wijze naar beneden aangezien hij het waarschuwingsbord met de vrij uit het Noors vertaalde tekst ‘Don’t try this at home’ had genegeerd.

(foto C.T.A.A. Overduin)

Zijaanzicht van de rotsen van de Riddersprong.

De inhoud van de sage

De inhoud van de sage is als volgt. Skårvangssola was weliswaar als bruid beloofd aan Jvar Gjesling maar was verliefd op Sigvat Leirholar. Op een gegeven moment had Jvar Gjesling zijn verloofde gevangengezet op zijn boerderij Sandbu omdat hij – terecht – bang was dat ze hem zou verlaten. Skårvangssola slaagde erin een bericht te sturen naar Sigvat met het dringende verzoek haar te komen bevrijden. Sigvat bedacht zich geen moment en toog in volle vaart met zijn manschappen naar de ridderhoeve van Jvar Gjesling die op dat moment afwezig was, doodde alle schildwachten, zette Skårvangssola op zijn paard, stak de boerderij in brand en ging er met zijn getrouwen vandoor.

Jvar Gjesling, al snel terug bij zijn van verre zichtbare in lichterlaaie staande hoeve, zette witheet van woede met zijn veel grotere riddermacht de achtervolging in. Bij een kloof over de Sjoa gekomen gaven de mannen van Sigvat hun paarden de sporen en sprongen ze over de kloof, waarna ze abrupt stopten en zich omkeerden, want Jvar en zijn gevolg hadden hen inmiddels ingehaald en de rivalen keken elkaar over de kloof heen recht in de ogen.

De middeleeuwse Scandinaviërs staan niet  bekend om hun subtiliteit, en Sigvat duwde een van zijn eigen mannen de kloof in om Jvar te tonen wat er met hem zou gebeuren als hij hem achterna zou komen. Vervolgens verdween hij met zijn geliefde aan de einder, machteloos nagestaard door Jvar Gjesling.

Conclusie

Hoe oud de sage is, is moeilijk te zeggen. De data uit eind twaalfde eeuw suggereren een behoorlijke ouderdom, maar dit staat tegenover onderzoek van onder andere het Meertens Instituut, dat concludeert dat het volksgeheugen een behoorlijk korte memorie heeft van ten hoogste twee generaties.

Daarnaast is het mogelijk dat het verhaal dermate boeiend was, dat het eeuwen lang van generatie tot generatie is doorgegeven om bij lange winteravonden bij het knapperend haardvuur te vertellen en door te vertellen. Het kan ook een etiologische (verklarende) uitleg zijn van een bestaand geologische fenomeen. Tenslotte is het mogelijk dat er sprake is van een ‘invented tradition’ die Ivar Kleiven in de negentiende eeuw heeft opgepikt.

(foto C.T.A.A. Overduin)

Na de rotsen van de Riddersprong te zijn gepasseerd stroomt de Sjoa rustig naar het westen richting zee.

Slot

De historische Skårvangssola is wel degelijk met Ivar Ivarson Gjesling getrouwd geweest, hetgeen Sigvat Leirholar juist wilde voorkomen. Echter, in 1164 werd dit huwelijk nietig werd verklaard, waarna ze trouwde ze met ene Erling av Kviden. In totaal heeft Skårvangssola drie kinderen gekregen, voor zover ik heb kunnen nagaan allen van Ivar Gjesling. Dit feit wijst op een aanpassing van vertelling zoals vorm gekregen in de sage. De sage is inhoudelijk natuurlijk aantrekkelijker dan de historische feiten aangaande Skårvangssola.

De sage is in de Aarne–Thompson–Uther Index geclassificeerd onder nummers T320. †T320  (Escape from undesired lover. Heptameron No. 26; Irish myth: Cross; Icelandic: Schlauch Romance in Iceland, en T321. †T321 (Escape from undesired lover by miracle. Icelandic: Boberg).


De bij deze blog geplaatste foto’s zijn welwillend afgestaan door C.T.A.A. Overduin bij wie ook het copyright berust. Alle foto’s zijn gemaakt op 14 juni 2022
.

Reacties zijn uitgeschakeld