Een wolkenkrabber op de savanne

De ooit hechte band tussen Europa en Afrika staat onder druk. Europese landen hebben het op dit continent lang voor het zeggen gehad. Ook na de dekolonisatie in de tweede helft van de vorige eeuw bleven Afrikaanse landen nog afhankelijk van de oude koloniale machten. Sommigen spreken van rekolonialisatie door het westen. Maar sinds de eeuwwisseling zien we de aandacht van Afrikaanse landen verschuiven naar Azië. De steun van westerse regeringen voor mensenrechten en persvrijheid werd door sommige machthebbers ervaren als politieke inmenging en cultureel imperialisme, schrijft Koert Lindijer. ‘Zij vlogen voor prijzige infrastructurele projecten voortaan naar Bejing’. Lindijer woont en werkt sinds 1983 als Afrika-correspondent voor de NRC en de NOS in Nairobi, Kenia. De huidige miljoenenstad (foto) was ooit een gehucht langs de nieuwe, vanaf de kust aangelegde spoorweg die het land moest ontsluiten. De plek was begin vorige eeuw vanwege de hoogte aantrekkelijk genoeg voor een nederzetting van blanke kolonisten. Veertig jaar berichtte Lindijer over Kenia en omringende landen zoals Ethiopië, Eritrea, Soedan, Oeganda, Congo en Rwanda. Hij legde zijn ervaringen onlangs vast in Een wolkenkrabber op de Savanne. Over een buurland van Kenia lezen we weinig: Tanzania. Veertig jaar geleden was er een groot verschil tussen Kenia en Tanzania. Kenia was onder leiding van de corrupte president Daniel arap Moi een dictatuur. Tanzania ontwikkelde zich onder Julius Nyerere in socialistische richting. Op de NRC redactie kreeg Lindijer van zijn hoofdredacteur te horen dat de krant ‘nooit positief over socialisme’ schrijft. ‘Mijn hoofdredacteur kende de wereld vanuit Europees perspectief, en dat was in die tijd de context van de Koude Oorlog. Hij plakte witte plakkaten op niet-witte werelddelen en plaatste Tanzania achter een ijzeren gordijn.’ Het is jammer dat Lindijer de vergelijking tussen Kenia en Tanzania later niet meer maakt en in zijn boek vooral schrijft over de meest oproerige en gewelddadige buren zoals Ethiopië en Congo. Guerilla Met Ethiopië en Eritrea ontwikkelt Lindijer in de loop van de tijd een speciale band. In de jaren tachtig was er in Ethiopië niet alleen een duizenden mensenlevens kostende hongernood waarvoor Britse popsterren geldinzamelingen organiseerden. Er waren ook rebellen in Eritrea en Tigray tegen het dictatoriale bewind van Mengistu. Lindijer sloot zich als reporter vanuit Soedan aan bij de Eritrese opstandelingen die er uiteindelijk in slaagden hun land onafhankelijk te maken (wat later overigens alsnog weer uitliep op een dictatuur die leidde tot een grote stroom vluchtelingen richting Europa, maar dit terzijde). De avonturen met de Eritrese en Tigrayse rebellen hebben de correspondent gevormd. Hij leert van een ‘journalistieke inschattingsfout’ toen een informant een medewerker van de geheime dienst van Mengistu bleek te zijn. De romantiek van de guerrilla-oorlog met zijn hechte onderlinge verbondenheid van de strijders laat hem echter niet onberoerd. Dat ervaart hij later ook op zijn missies in Oeganda, Rwanda en Congo. Lindijer schrijft uitvoerig over de verschrikkelijke slachtpartijen in Rwanda in 1994 en de bloedige oorlogen in Congo die daarop volgden (en nog steeds voortduren). Als journalist stond hij het liefst aan de frontlinie. Niet zonder trots schrijft hij: ‘Ik was er bij in Kampala, Addis Abeba, Kigali, Kinshasa, Khartoem en Mogadishu’. Dat hij overal zoveel geweld tegenkwam verbaast hem niet. ‘Geweld hoort bij de menselijke omgang. Voor journalisten betekent oorlog een uitdaging: de adrenaline en de exclusiviteit aan de frontlinie kunnen een goed gevoel geven.’ Heel eerlijk geeft hij ook toe dat het geweld waar hij mee geconfronteerd wordt hem aanvankelijk opwindt. Maar ook dat in Rwanda zijn gevoelens werden verdoofd. Beeldvorming Als verslag van een veertigjarig correspondentschap is Een wolkenkrabber op de Savanne zonder meer geslaagd. Het is een boeiend stukje geschiedenis van een constant roerige deel van Afrika. Voor de beeldvorming van Afrika is de balans naar mijn mening wel wat eenzijdig op gewelddadige conflicten komen te liggen ondanks Lindijers verzet tegen het idee ‘dat ik het leeuwendeel van mijn tijd moest besteden aan oorlogsverslaggeving’. ‘In Afrika is geweld dichtbij’, schrijft hij. ‘De dood is bekend in een omgeving vol armoede, zonder een overheid die beschermt, in een situatie van free-for-all met profiteurs en vrijbuiters, met maffiosi en krijgsheren.’ Voor zijn standplaats Kenia en een aantal omringende landen maakt Lindijer dat in zijn boek helemaal waar. Maar past deze typering op heel Afrika en alle Afrikanen? Ik miste bij sommige verhalen over die gewelddadige tribale conflicten ook nog wel enige duiding vanuit de geopolitieke context: in de jaren tachtig de Koude Oorlog, daarna de opmars van islamitische strijdgroepen vanuit Arabische landen. En nog steeds: de oorlog om grondstoffen (zie Van Reybroucks boek over Congo). Aan het eind van zijn boek schrijft Lindijer: ‘Geweld, terreur, verkrachtingen, martelingen, ze horen bij de mensheid’. Het is kennelijk in zijn ogen toch geen Afrikaans probleem. De reportages die aan deze pessimistische conclusie voorafgaan zouden dat echter wel kunnen suggereren. Een verhaal over het moderne Afrika (van de wolkenkrabbers bijvoorbeeld) had wellicht kunnen bijdragen aan een betere balans. Om met een positief puntje te eindigen: de recente volksopstand in Soedan was voor Lindijer een 'opbeurend moment in mijn correspondentschap'. De massa verzet zich eensgezind tegen de dictatuur. 'Guerrillalegers, tribale bewegingen, obscure religieuze groepen, er zijn alle mogelijke manieren van rebellie geweest tegen de gevestigde orde, maar vrijwel nooit volksopstanden (...) Ik versloeg staatsgrepen, reisde met opstandelingen en schreef over plunderingen en gewelddadige politieke en tribale afrekeningen. Maar zo'n eenheid als in Soedan, zo'n volksorde, maakte ik maar zelden mee.' Wie weet kan dit voorbeeld de regio nog inspireren. Koert Lindijer, Een wolkenkrabber op de savanne; veertig jaar correspondentschap in Afrika. Uitgeverij Atlas Contact, 2023. Prijs: € 24,99

Door: Foto: Nina R (cc)
Foto: Gerard Stolk (cc)

Waar gaat Nederland heen met de minister-president?

ANALYSE - In het Kamerdebat gisteren over de Provinciale Statenverkiezingen zaten in vak-K, naast Mark Rutte, ook de drie vicepremiers. Toen het tijd was voor de antwoordtermijn, sprak Rutte:

Zoals ik al zei (…) aan het einde van de eerste termijn van de Kamer, is het kabinet voornemens dat ik de vragen beantwoord, omdat vicepremiers staatsrechtelijk natuurlijk alleen een rol hebben als ik er niet ben. Maar ik ben er, dus zij hebben hier geen rol. Er was een verzoek van de Kamer om ze erbij te hebben, dus daarom zijn ze erbij. Ze zijn er niet om ook nog wat te gaan zeggen. Dat is om goede staatsrechtelijke redenen.

Voor het Montesquieu Instituut schreef  Mr. Rein Jan Hoekstra deze analyse over de rol van de minister-president.

De minister-president is meer dan een primus inter pares. Hij heeft meer mogelijkheden om bij zwakke, tegenstribbelende of tekortschietende ministers te interveniëren dan premier Rutte voorstelt. ‘Minister-president kom uit uw schulp!’

In de recente maanden heb ik, of ik het wilde of niet, weer veel nagedacht over het ambt van minister-president en dan vooral de vervulling daarvan.

De eerste gebeurtenis was het weglopen van het gehele kabinet uit de Tweede Kamer bij de Algemene Politieke Beschouwingen. De zogenaamde APB plegen al sinds jaar en dag het hoogtepunt te zijn van het parlementaire jaar. Het kabinet legt verantwoording af voor het naar zijn oordeel te voeren beleid, zoals neergelegd in de Troonrede en in de Rijksbegroting. Hoe verwerpelijk de verdachtmaking van Forum voor Democratie ook was naar minister Kaag toe, dit had niet mogen gebeuren. Het had voor de hand gelegen dat de minister-president de voorzitter van de Kamer had gevraagd of deze stoot onder de gordel door een fractievoorzitter door de beugel kon. Hij had vervolgens schorsing kunnen vragen van het debat in de Kamer voor nader beraad in het kabinet. Nu brak echter chaos uit en daarmee leed het aanzien van het kabinet en de Tweede Kamer schade.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Photo by no one cares on Unsplash

Landbouwinnovaties overlaten aan de markt, moet en kan het anders?

We innoveren erop los om efficiënter voedsel te produceren. Maar vernieuwende technologieën zoals de genetische modificatie van gewassen hebben een keerzijde: grote commerciële boerenbedrijven profiteren en kleinere, arme boeren blijven achter. Hoe creëren we een voedselsysteem dat niet alleen duurzamer is maar óók eerlijker is?

Ontbossing, verlies van biodiversiteit door monocultuur, chemische vervuiling door pesticiden en klimaatverandering. De lijst met uitdagingen voor ons voedselsysteem lijkt oneindig. Tegelijkertijd heeft de wereld steeds meer monden te voeden. Hoe lossen we dat op? “Vrijwel iedereen is het erover eens dat innovatie een belangrijke bron is om deze uitdagingen aan te gaan,” benadrukt innovatiewetenschapper dr. Koen Beumer.

Zo zorgen robotisering en automatisering van de landbouw ervoor dat ons land inmiddels 24 uur per dag bewerkt kan worden. Genetische modificatie verbetert onze landbouwgewassen door ze bijvoorbeeld ziekteresistent te maken, en met vleesvervangers proberen we de vleesindustrie drastisch te verminderen. Maar deze voedselinnovaties hebben een keerzijde, vertelt Beumer. Ze worden voornamelijk ontwikkeld via het marktsysteem gericht op het Westen. “En dat werkt ongelijkheid in de hand.”

Een tekortschietende markt

Hoe werkt dat precies? Voor het ontwikkelen en verspreiden van deze landbouwinnovaties is het marktsysteem erg effectief gebleken. “De markt is een specifiek soort economie waarbij goederen en diensten worden uitgewisseld met het gebruik van geld”, legt Beumer uit. Voor het ontwikkelen van nieuwe landbouwinnovaties, is winstmaximalisatie hierdoor de belangrijkste drijfveer. Nieuwe technologieën moeten dus geld opleveren en dat zijn ze vooral als ze op grote schaal ingezet kunnen worden.

Foto: marcovdz (cc)

Franse stakers geven niet op

Het protest tegen de verhoging van de pensioenleeftijd van 62 naar 64 jaar in Frankrijk leidde deze week al weer tot de tiende algemene stakingsdag van dit jaar. Het huisvuil wordt nu opgeruimd, maar de acties gaan als het aan de bonden ligt volgende week gewoon verder. Ondanks de uitnodiging van premier Elizabeth Borne aan de bonden voor een gesprek. De Franse regering heeft de woede van de demonstranten flink aangewakkerd door de pensioenwet buiten het parlement om door te drukken. Wat drijft de demonstranten om te blijven protesteren tegen langer werken terwijl in veel omringende landen de pensioenleeftijd al lang verhoogd is?

Klassenstrijd of psychodrama

Vergelijking van pensioenen in verschillende landen is lastig. De grote verschillen in pensioenstelsels maken het al jaren lastig om binnen de EU op dit punt tot harmonisatie te komen. In Frankrijk beargumenteert Macron de pensioenhervorming door te wijzen op de de algemene verhoging van de gemiddelde levensduur en de steeds hogere kosten voor de staatskas. De Fransen hebben daar vooralsnog geen boodschap aan. Ze vinden dat ze zelf al genoeg betalen. In Frankrijk is de pensioenbijdrage hoger dan het OESO-gemiddelde. En ze willen zo lang mogelijk genieten van een leven zonder werkverplichtingen. Sociologen merken op dat Fransen weinig plezier halen uit hun werk, door de relatief lange werkdagen, de sterk hiërarchische structuren waardoor mensen vaak weinig autonoom kunnen werken, en een sinds de Franse Revolutie ingebakken weerstand tegen autoriteit.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Juan Enrique Gilardi (cc)

Laat links BBB de hand reiken

COLUMN - Het stikstof-dossier lijkt Nederland in een impasse te brengen. Een wat onverwachte samenwerking kan het begin van een oplossing zijn.

Als Rutte erop uit was ons weer even te doen vergeten met wat voor problemen hij Nederland allemaal heeft opgezadeld dan is hij daar in geslaagd. Een scheefgegroeide woningmarkt, een disfunctionerende belastingdienst, een schreeuwend lerarentekort, maar natuurlijk vooral de behandeling van Groningers, van ouders in het toeslagenschandaal en van vluchtelingen. Maar al die onder zijn leiding veroorzaakte problemen worden nu aan het zicht onttrokken door het stikstof-dossier. En vooralsnog wijst niets erop dat Rutte bij machte is om ons daaruit te halen.

Over links of over rechts?

Over links, of over rechts. Daar ging het in de duidingen van de verkiezingen over. Maar misschien wel het beste antwoord op de vraag hoe we uit deze impasse komen is over links en over rechts.

Linkse partijen en de (kiezers van de) BBB hebben meer raakvlak dan je op het eerste gezicht zou denken. Want voor welke mensen verwacht je dat linkse partijen opkomen? Voor de kleine man of vrouw die niet word gehoord en die niet kan opboksen tegen de grote maatschappelijke en economische krachten waar hij of zij geen invloed op heeft? Als ik Josse de Voogd zo goed parafraseer dan zijn dat de mensen die ook aangetrokken worden door de BBB.

Foto: BoerBurgerBeweging, CC BY-SA 4.0 , via BoerBurgerBeweging, CC BY-SA 4.0 , via Wikimedia Commons.

‘Lientje’ contra TINA

COLUMN - van Prof.Dr. Joop van den Berg

De kop boven dit verhaal suggereert een gevecht van twee vrouwen, maar het ligt iets anders. Met ‘Lientje’ wordt Caroline van der Plas bedoeld, die in de wandeling de koosnaam Lientje heeft gekregen. TINA is helemaal geen vrouw maar de afkorting van een begrip dat onder Margaret Thatcher in het Verenigd Koninkrijk in zwang raakte: ‘There Is No Alternative’. Maar die TINA heeft overal school gemaakt.

Waar BBB met zoveel succes tegen is opgekomen, is de houding van kabinet en coalitie die de suggestie wekt dat voor zijn beleid, niet alleen op het terrein van de vermindering van stikstof, geen alternatief bestaat. Het is de houding van de vader die vermanend spreekt: doe nu maar wat je gezegd wordt. Het zijn vooral de provincies die deze bevelen moeten opvolgen, maar zonder de zekerheid dat wat zij aan voorwerk verrichten ook door het kabinet wordt gehonoreerd. De houding is die van TINA, maar de werkelijkheid is dat althans het ministerie van Landbouw nog absoluut niet weet wat er moet gebeuren. Uit peilingen blijkt dat kiezers dat ook wel door hebben. Het hoofdprobleem is, zo vinden zij, de geringe kwaliteit van de meeste ministers.

Er is nog een tweede reactie die in deze Statenverkiezingen zichtbaar is geworden en die minstens van zulk gewicht is als de grote winst van BBB: de volledige versplintering van de provinciale parlementen. (De cijfers daarover dank ik aan de Limburgse oud-gedeputeerde Joost van den Akker, die het vorige week allemaal snel uitploos.) Het aantal partijen met één zetel in de diverse Staten is toegenomen van 24 tot 36. Het totale aantal in Staten verkozen partijen is gestegen van 148 tot 173. De groei van BBB heeft de versplintering dus niet in de weg gestaan. Zo hebben Friesland (totaal 43 zetels) en Zeeland (totaal 39 zetels) elk zes fracties met één zetel. Mede als gevolg daarvan heeft straks de Eerste Kamer op een totaal van 75 zetels 16 fracties, waarvan 3 met één zetel. Ook dat is een vorm van weerstand tegen TINA, maar wel een nogal vruchteloze.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg

‘Hoeveel machtsongelijkheid willen we toelaten?’

INTERVIEW - door Duane van Diest en Noa Harmsen, eerder verschenen in het themanummer van idee-magazine (tijdschrift voor het sociaal-liberalisme) over Liberalisme in crisis (oktober 2022)

Het denken van de Duitse politiek filosoof Lisa Herzog bevindt zich op het snijvlak van politieke theorie en economie. Ze noemt het bovendien de ‘activistische kant van haar werk om gaten te slaan in de economische aannames van mensen’.[1] Voor Idee spreken we haar over de vraag of het liberalisme in crisis is. In ons gesprek wijst Herzog op een blinde vlek van liberalen vandaag: macht. ‘Ik denk dat het liberalisme zich meer moet gaan focussen op het beschermen van onze vrijheden tegen private machten.’

Dat het liberalisme momenteel onder vuur ligt, herkent Herzog wel. ‘Ik merk dat het in sommige academische kringen best lastig is om vast te houden aan een idee van liberalisme dat armoede en klimaatrechtvaardigheid serieus neemt’, vertelt ze. ‘Je wordt er al gauw van verdacht eigendomsrechten en de rechten van grote bedrijven belangrijker te vinden. Maar in mijn perspectief hebben die rechten weinig te maken met de vrijheden van alle mensen als burgers, wat ik opvat als de kern van het liberalisme.’

Net als in haar werk, blijft Herzog het liberalisme tijdens ons gesprek steevast verdedigen, maar dan wel als een breed begrip. ‘Sommige mensen definiëren liberalisme als het vrij zijn van overheidsbemoeienis. In dat begrip gaat liberalisme hand in hand met een focus op de markt. Dat is een te smalle opvatting’, zegt Herzog. ‘Ik begrijp het liberalisme liever als een politieke traditie waarin een reeks rijke en complexe vrijheden voor alle leden van een maatschappij centraal staat, die mensen in staat stelt om een autonoom leven te leiden.’ Ze noemt het liberalisme dan ook een ‘aspirerend’ concept: iets om naar te streven, maar dat nooit volledig kan worden bereikt. ‘Dergelijke concepten worden vaak geloofd in crisis te zijn, omdat niet wordt bereikt wat we willen bereiken. Het volgt hetzelfde patroon als bijvoorbeeld het debat over de crisis van de democratie.’

Foto: jasbcor (cc)

Oorlogspropaganda van de Nederlandse regering

Deze week wordt met gemengde gevoelens teruggekeken op de oorlog in Irak die de VS twintig jaar geleden begonnen. Om die oorlog in maart 2003 te legitimeren en mogelijk te maken, werd door de VS een massieve propagandacampagne opgetuigd. Deze was gericht tegen de eigen bevolking, die met misleiding en bedrog tot steun aan een illegale oorlog werd gemanipuleerd. Twintig jaar na dato zijn de Amerikaanse leugens genoegzaam bekend; minder aandacht is uitgegaan naar propagandagebruik door de Nederlandse regering. Jip van Dort blikt terug.

De Amerikaanse desinformatie was georganiseerd rond twee thema’s: massavernietigingswapens (MVW) en banden met de jihadistische organisatie Al Qaida, die verantwoordelijk was voor de aanslagen op 11 september 2001. Vanwege het bezit van chemische, biologische en mogelijk zelfs nucleaire wapens en de bereidheid om deze te delen met aanslagplegers werd Irak opgevoerd als een grote en acute dreiging, voor de gehele wereld. Daar moest snel iets aan gedaan worden, was de boodschap, maandenlang. Meerdere studies geven enig zicht op de omvang van deze propaganda.

Een rapport uit het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden concludeerde in maart 2004 dat vijf sleutelfiguren, waaronder president Bush en een aantal ministers, zeker 237 misleidende verklaringen de wereld in hadden gestuurd. De Amerikaanse president stelde bijvoorbeeld dat Irak pogingen ondernam om uranium uit Afrika te importeren, dat nodig is om kernwapens te maken. Vicepresident Cheney stelde dat Irak een gevestigde relatie met Al Qaida had.1

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg

Vrijheid en markten in balans

ESSAY - van Willem Schramade, eerder verschenen in het themanummer van idee-magazine (tijdschrift voor het sociaal-liberalisme) over marktmacht (april 2021)

De term ‘vrije markt’ suggereert een simpele relatie tussen markten en vrijheden: vrijere markten zorgen voor meer vrijheid. Maar zo simpel is het niet. Markten faciliteren vrijheid slechts tot op bepaalde hoogte. Ze moeten goed gestructureerd worden om effectief te zijn. Markten zijn dus geen doel op zich, maar een middel om vrijheid te realiseren. Maar hoe zorg je ervoor dat het middel goed functioneert? Daar zijn zes richtlijnen voor te benoemen.

Wat Marx en de neoliberalen met elkaar gemeen hebben

In het neoliberale denken leiden minder markt en meer overheid automatisch tot minder vrijheid en efficiency. Het adagio is: overheid, ga aan de kant, dan komt alles goed. Zo zijn in naam van de vrijheid veel waardevolle instituties afgebroken, waaronder ook burgerlijke zelforganisatie buiten overheid en markt om – met alle schade van dien. Karl Marx zag hetzelfde lineaire verband maar dan omgekeerd: hoe meer markt, hoe meer ongelijkheid en onvrijheid. De in zijn naam uitgevoerde experimenten zijn dramatisch slecht afgelopen, met extreme vormen van staatsingrijpen. Kortom, beide visies hebben een grote blinde vlek voor de door hen gewenste situatie, maar zien scherp de gevaren van de ongewenste tegenovergestelde situatie.

Foto: Sjoerd Luidinga (cc)

Doorpakken met stikstofreductie

ANALYSE - Het belangrijkste signaal van de afgelopen verkiezingen is dat de kiezer een hekel heeft aan onduidelijkheid en getreuzel

Na de afgelopen verkiezingen horen we velen beweren dat het nu gepast zou zijn pas op de plaats te maken met het stikstofbeleid voor de landbouw. Dat is echter precies de verkeerde conclusie.

Uitgesproken voor- en tegenstanders van stikstofreductie in de landbouw hebben zich in de eerste kamer volkomen gelijkwaardig verdeeld. Tegenover de 16 zetels in de eerste kamer voor BBB, die graag het beleid wil afzwakken, staan er bijna evenveel van GroenLinks en de PvdA, voor wie het allemaal niet snel genoeg gaat. Tegenover de 4 zetels van Wilders, die zijn hakken in het zand wil zetten, staat met hetzelfde aantal zetels de partij voor de Dieren, die het liefst de bio-industrie morgen helemaal wil afschaffen. En de SGP, die vooral niets wil veranderen, heeft één zetel minder dan Volt, die ook op dit dossier vooral juist veel en snel wil veranderen.

De zetels van Ja21, die geen verandering wil, staan qua aantal weer gelijk aan die van de SP, die de megastallen wil sluiten. En dan hebben we nog 50+ en de onafhankelijken, die beide over het hele stikstofvraagstuk zo vaag mogelijk verkiezen te doen. Kortom, uitgesproken voor- en tegenstanders van harde maatregelen in het stikstofdebat staan er na deze verkiezingen links en rechts van het kabinet precies even sterk voor.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Vorige Volgende