Uit de jeugdzorg | Alwin
COLUMN - Alwin is met negen jaar veruit de jongste van onze groep. Zijn plaatsing bij ons is tijdelijk. Hij staat sinds drie maanden op een wachtlijst voor een behandelgroep voor kinderen met psychiatrische problematiek. De diagnose: een combinatie van ADHD, hechtingsstoornis en een trauma opgelopen doordat zijn vader voor zijn ogen zelfmoord pleegde.
De situatie in zijn vorige groep was onhoudbaar. Mijn collega’s konden hem geen seconde uit het oog verliezen. Groepsgenootjes waren bang voor hem, durfden alleen te slapen met hun kamerdeur op slot. Met als gevolg dat ze ’s nachts, als ze moesten plassen, in hun slaperige toestand in paniek raakten omdat ze hun deur niet open kregen. Overdag trok Alwin broeken van groepsgenootjes naar beneden, sloeg schijnbaar uit het niets knutselwerkjes kapot en maakte hatelijke opmerkingen tot de ander uit z’n dak ging.
Als Alwin geen prikkels van buitenaf kreeg, zag je hem ontspannen. Hij kon minutenlang aan tafel zitten kleuren. Af en toe vroeg hij: ‘Vind je hem mooi worden?’ Na een complimentje straalde hij.
Op zijn vorige groep gaf Alwin regelmatig aan ongelukkig met zichzelf te zijn. Hij voelde wat de onrust in zijn groep met hem deed. Hij kon daar niet mee omgaan. Hij zei letterlijk: ‘Als het te druk is, voel ik dat ik een andere Alwin word. En die Alwin vind ik niet leuk, want die gaat klieren.’
