Vijf van de zes jongens zijn lief. En dus?

Er circuleert een filmpje met een gedicht dat het allemaal wat vriendelijker wil maken. Eén op de zes jongens tussen de zes en vijftien heeft een positieve kijk op Andrew Tate*, maar volgens de persoon op het podium moeten we vooral kijken naar die andere vijf. Die bakken muffins, fietsen met vrienden, blozen bij hun eerste crush en vinden bloemen mooi maar durven dat woord niet uit te spreken. De boodschap is dat we ons gerust kunnen voelen, want de overgrote meerderheid is eigenlijk heel lief. Het is verleidelijk, in dezelfde categorie als not all men: een reflex die het systemische ongemak vervangt door individuele geruststelling. Niet de vraag waarom een misogyne influencer zoveel jonge jongens bereikt, maar de herinnering dat de meesten nog altijd nerveus worden van hand in hand lopen. Dat ze hun moeder soms irritant vinden maar haar zullen missen wanneer ze er niet meer is. Dat ze twijfelen, lachen tot ze huilen. Het is ontroerend, maar ook een rookgordijn. Het centrale probleem verandert niet omdat je het in een warm jasje giet. Eén op de zes jongens is een indicatie van culturele normalisering, niet een detail dat je kan gladstrijken met dit soort romantiek. Dat vijf van de zes het níet zijn, is geen geruststelling maar de minder dan minimale ondergrens van wat je mag verwachten. De tekst van het gedicht maakt van die ondergrens overstijgen een morele prestatie. Alsof het juist bijzonder is dat een jongen géén geweld tegen vrouwen wil verheerlijken. Alsof het troost moet bieden dat de meerderheid liever muffins bakt dan een influencer aanbidt die vrouwen als bezit behandelt. Terwijl er inmiddels een meer dan significante minderheid bestaat die daar geen boodschap aan heeft, eentje die tot 10 jaar geleden niet zo openlijk bestond. Deze verschuiving van systeem naar individu zie je vaker. Door het probleem in de sfeer van tederheid te trekken, verdwijnen de structuren die het probleem veroorzaken. De rol van algoritmes die rancune belonen, de markt die extremisme verkoopt als zelfverbetering, de platforms die jongens in een trechter van vijanddenken duwen: het komt allemaal niet voor. We krijgen een poëtische inventaris van een normale pubertijd in plaats van een analyse van waarom Tate überhaupt zo mainstream is geworden, en zonder de vraag te stellen hoe we voorkomen dat die 5 andere jongens ook die fuik inzwemmen. En precies daar gaat het om: kwetsbaarheid en radicaliseerbaarheid sluiten elkaar niet uit. Jongens kunnen zowel zacht als vatbaar zijn, empathisch én ontvankelijk voor online haat. Alles wat het gedicht opnoemt is geen schild tegen indoctrinatie en peer pressure. Het slot van het filmpje, waarin zes op de zes jongens beter slapen na een kus op het voorhoofd, is mooi maar misplaatst. Het suggereert dat liefde het antwoord is op ideologische beïnvloeding. Liefde helpt veel, maar niet tegen het algoritme dat dagelijks mannelijke onzekerheden omzet in misogynie. Niet tegen influencers die geweld verkopen als mannelijkheid. Niet tegen een digitale industrie die jongens leert dat kwetsbaarheid een zwaktebod is. Daarbij, het maakt de verkeerde mensen verantwoordelijk. Want wiens schuld is het als je kind tóch ten prooi valt? Heb je dan als ouder gefaald en niet voldoende liefde gegegven? De vraag is niet of vijf van de zes jongens lief zijn. De vraag is waarom één van de zes al zo diep in een cultuur zit die vrouwen als vijand afbeeldt dat hij een influencer als Tate bewondert. De vraag is wat hem daar brengt, niet of zijn overige klasgenoten bloemen mooi vinden in stilte. En, nogmaals, hoe we die jongens die nog niet in die fuik zitten daar voor gaan behoeden. Het is sympathiek om jongens te willen zien als tedere wezens, en dat zijn ze ook. Maar die tederheid mag het gesprek niet vervangen. Het probleem verdwijnt niet door het af te zwakken met een gedicht over koetjes, kalfjes en ongemakkelijke puberharten. Het wordt alleen minder zichtbaar, en precies dat is hoe giftige ideeën ongestoord kunnen groeien. En als vijf van de zes jongens vrouwen wél respecteren, heeft de samenleving als geheel nog steeds een enorm groot probleem. * Dit kwam uit 2023, ik kan geen nieuwere informatie vinden, en ook berichten uit hetzelfde jaar komen tot andere conclusies, zoals 20% of 1/3e. Hoe dan ook: in alle gevallen zorgelijk. Het gedicht, voor de mensen die insta mijden. Bron one in six boys aged six to fifteen have a positive view of andrew tate the headline does not read:five in six boys think andrew tate is a prick prefer riding their bike into town with their mates than listening to a grown up angrily shout through a screenfive in six boys think their mum is alright roll their eyes when she hugs them will remember the sound of her laugh when she's gonefive in six boys have baked biscuits or muffinsdo not want to strangle a girlfriend, think rape is abysmal, want love, think love is confusing, do not want a fist in their facefive in six boys think their dad's jokes are occasionally funny, have a friend who likes the same music they like,worry about the look of their bodies in swim shortslove the feeling of crying from laughterfive in six boys feel nervous about holding the hand of a crush privately cry when a person they fancy doesn't fancy them back without seeking to hurt themfive in six boys are worried they'll fail their exams feel stupid sometimes, are scared by the thought of the future five in six boys think flowers are beautifulwill not use the word beautiful will be bullied if they use the word beautiful about flowersstill, five in six boys said thank you for dinner helped take the plates to the kitchen smile when a kitten curls up on their lapand six in six boys sleep sounder when someone who loves them plants a kiss on their forehead or just quietly whispers goodnight

Door: Foto: Gene Dizon on Unsplash
Foto: Marek Studzinski on Unsplash

De markt wordt beter, de patiënt niet

De jaren 90: het hoogtepunt van de privatiseringshype en de gezondheidszorg moest ook efficiënter. Minder bureaucratie, meer marktwerking, meer prikkels. De patiënt als klant, de zorgverlener als ondernemer, en de verzekeraar als bewaker van de ‘doelmatigheid’. Dat was het verhaal, en het klonk toen allemaal rationeel, zakelijk, onvermijdelijk (*).

Alsof een ziekenhuis hetzelfde is als een supermarkt, en een patiënt als iemand die rustig de schappen afstruint op zoek naar de goedkoopste bypass. Alsof iemand met pijn op de borst eerst even de aanbiedingen vergelijkt, de kleine lettertjes leest en nadenkt over de bonuspunten. Alsof iemand met een gebroken heup kan onderhandelen over de prijs per schroef. De fictie van de “zorgconsument” is dat mensen met keuzestress in het leven plots rationele actoren worden zodra hun gezondheid op het spel staat. In werkelijkheid kiest niemand voor een hartaanval met vrije markttoegang. De patiënt is geen klant, maar een gegijzelde: afhankelijk van schaarse zorg, van obscure declaratiecodes, van verzekeringsvoorwaarden die elk jaar opnieuw worden herschreven door mensen die zelf nooit in een wachtkamer zitten.

En we zijn nu ruim 20 jaar verder .Wat we kregen, is geen efficiëntie. Het is een andere vorm van verspilling, slimmer verpakt. De oude bureaucratie met haar papieren dossiers en stempelformulieren is ingeruild voor een digitale nachtmerrie van vinkjes, dashboards en rapportages. Een excelbureaucratie. Alles moet geregistreerd, gemeten, verantwoord en geaudit. Niet omdat het de zorg beter maakt, maar omdat aandeelhouders willen weten waar hun rendement blijft, en het personeel gewantrouwd wordt.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: NLportaal.NL (cc)

Funcaps is geen oorzaak maar een symptoom

De discussie over Funcaps, een site die ‘afgeleiden’ van populaire drugs en slaapmiddelen verkocht, wordt nu gevoerd alsof de webshop het probleem zelf was. Alsof één clubje opportunisten een soort farmaceutisch kwaad introduceerde dat uit het niets tientallen levens kostte. Dat verhaal werkt blijkbaar prima, want dan kun je een boosdoener aanwijzen, het OM laten binnenvallen en vervolgens doen alsof daarmee een hoop ellende is opgelost. Maar Funcaps is geen oorzaak. Funcaps is een symptoom. De manifestatie van een beleid dat liever alles verbiedt dan iets begrijpt.

Wat je ziet in de markt voor nieuwe psychoactieve stoffen is een simpel mechanisme. Als de overheid alles verbiedt wat populair is, verschuift de vraag vanzelf naar stoffen die nog niet op de lijst staan. Net iets anders, net iets onbekender, net iets gevaarlijker. Een chemisch kat-en-muisspel waarbij de consument telkens verder van wat veilig is wordt losgeweekt. Niet omdat mensen per se op zoek zijn naar hardcore middelen, maar omdat het beleid ze daarheen duwt.

Zodra een middel wordt verboden, verdwijnt niet het gebruik maar de kwaliteit en de controle. Veiligheid wordt een toevalligheid. In die schaduwzone floreren webshops zoals Funcaps. Niet omdat de wereld vol roekeloze gebruikers zit, maar omdat beleid weigert te erkennen dat vraag een constante is. Als je alles onder de Opiumwet schuift, creëer je vanzelf een markt die zich eronderuit graven moet. En wat daaruit komt is zelden milder of veiliger.

Foto: Wouter Supardi Salari on Unsplash

Productinnovatie gone wrong: de kruidnootreep

De kruidnotenreep van Bolletje lijkt op het eerste gezicht een onschuldige seizoensgril. Een reepvorm, tien aan elkaar geplakte kruidnoten en negen van die repen in een zakje. Briljant, maar ik zie toch vooral een symptoom van hoe de markt is uitgegroeid tot een laboratorium voor overbodige innovaties die vooral het klimaat en de portemonnee raken. Niet omdat de ingrediënten anders zijn, maar omdat de vorm dat wel is. En die vorm kost grondstoffen, energie en transport. De kruidnoot wordt steeds vierkanter, de wereld erachter steeds krommer.

Het begint al bij het prijsverschil. De kleine zak kruidnoten van Bolletje kost bij Albert Heijn 1,19 voor 200 gram. De kruidnotenreep kost 1,99 voor 155 gram. Je betaalt dus ruim het dubbele per gram. De productie zal niet veel duurder zijn, maar de reepvorm heeft marketingwaarde. Althans dat denken ze bij Bolletje vermoed ik. Dat je de pepernoten niet meer hoeft te tellen, bijvoorbeeld. De consument moet geloven dat hij iets handigs koopt, iets bijzonders, pepernoten die zich gedragen als een reep en dus automatisch een soort functioneel aura krijgen, en daarmee kunnen concurreren met andere repen zoals Mars en Twix, waar de nietige pepernoot dat op zichzelf niet kan.

Dat prijsverschil heeft ook een milieukant. Losse kruidnoten hebben één verpakking. De kruidnotenreep heeft negen individuele wikkels plus een buitenzak. Extra folie, extra verwerking, extra transportvolume. Allemaal materiaal dat na een paar seconden scheuren eindigt in de afvalstroom. De industrie noemt het gemak, de realiteit is dat dit soort producten de hoeveelheid verpakkingsafval jaar na jaar laat stijgen. Het is moeilijk uit te leggen waarom we ons druk maken over plastic rietjes en tasjes, terwijl we tegelijkertijd accepteren dat een seizoenssnack per hap wordt ingepakt.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Mark Vletter (cc)

De premier die op de verkeerde plek was

Er zijn momenten waarop symboliek meer zegt dan duizend regeringsverklaringen. ‘Premier van alle Nederlanders’ Dick Schoof zat zondag in Amsterdam, bij de herdenking van de 7-oktoberaanslag van Hamas. Op hetzelfde moment dat op een paar honderd meter meer dan een kwart miljoen mensen demonstreerden tegen de genocide die Israël sindsdien in Gaza heeft aangericht, met deze gebeurtenis als rechtvaardiging.

Het was niet zo maar een herdenking. Hij zat in het publiek in een zaal waar de vlag van genocide-Israël gebroederlijk naast die van Nederland hing, terwijl de Israëlische ambassadeur het woord voerde. Niet met een boodschap van vrede, maar met een propagandapraatje dat de aanval van Hamas gebruikte als vrijbrief voor twee jaar van moord en vernietiging. Hij koppelde opnieuw de Holocaust en het jodendom aan de staat Israël, met de impliciete boodschap dat kritiek op Israël automatisch antisemitisme is. En de premier luisterde beleefd, als een man die niet wist dat stilte in zo’n context instemming betekent. Terwijl buiten Nederlanders van alle achtergronden en leeftijden riepen om een einde aan het bloedvergieten, zat de premier binnen in een zorgvuldig geregisseerde herdenking die elke verwijzing naar Palestijns leed bewust vermeed.

Schoof, oud-topman van de veiligheidsdiensten, weet beter dan wie ook hoe macht en framing werken. Hij weet dat als hij daar zit hij zegt dat Nederland solidair is met Israël, en dat dat geen diplomatieke formaliteit is maar een politiek signaal. Hij weet dat wie blijft zitten terwijl propaganda wordt uitgesproken, meepraat zonder woorden.

Foto: "Bob Vylan@Off Tune Festival 2022" by Valentina Ceccatelli is licensed under CC BY-NC-SA 2.0

Het CJO als onbedoelde sponsor van antisemitisme?

Het Centraal Joods Overleg stapte gisteren tevergeefs naar de rechter om een optreden van punkband Bob Vylan tegen te houden. Reden: de band zou in Paradiso leuzen als “dood aan de IDF” en, nog gevaarlijker, “fuck de zionisten, vind ze op straat.” geroepen hebben. Het CJO ziet hierin een oproep tot pogroms en wil daarom dat de tournee strandt.

Laten we helder zijn: zo’n uitspraak is levensgevaarlijk. “Zionisten” zijn geen herkenbare club met een ledenkaart om hun nek. Op straat is er geen badge die aangeeft of iemand zionist is of niet. In de praktijk is dit soort retoriek een sluiproute: “zionist” wordt de proxy voor “jood”. En daarmee komt de oude antisemitische logica terug. Wie zegt dat er gejaagd moet worden op zionisten in de straten van Amsterdam, legt een gevaarlijk lijntje terug naar de jacht op joden van een paar generaties geleden. [update: hier meer over wat daadwerkelijk gezegd is]

Maar wat doet het CJO? In plaats van dat gevaar te ontmaskeren en het onderscheid tussen kritiek op Israël en haat tegen Joden scherp te bewaken, kiest het CJO er voor om als Joodse organisatie op de bres te springen voor zionisten, in de hedendaagse betekenis dus: voor de staat Israël. Daarmee doet het eigenlijk precies hetzelfde: Israël en Joden worden in de ogen van het publiek gelijkgeschakeld. Waar Bob Vylan er ‘slechts’ van beschuldigd wordt “zionist” als codewoord voor “jood” te gebruiken, doet het CJO dat zelf zeker wel, en plaatst zo een dikke stempel “Israël” op de rug van iedere Joodse Nederlander door hun belangen aan elkaar te koppelen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Mika Baumeister on Unsplash

Wéér een femicide. De media wijzen, mannen zwijgen

Na het nieuws over de dood van Lisa uit Abcoude had het alleen over mannengeweld tegen vrouwen moeten gaan. Maar nog voordat er iets bekend was over motieven of omstandigheden, stond er al in de stukken: de verdachte woonde in een azc. Alsof dat het doorslaggevende detail was. Alsof de verblijfstatus van een verdachte relevanter is dan de simpele, gruwelijke constatering dat er opnieuw een vrouw is vermoord. Door een man.

Die reflex van de media is geen neutraal verslag, maar een keuze. Het vergrootglas gaat niet op de moord, niet op de structurele patronen van geweld, maar op de verblijfplaats van de verdachte. Daarmee wordt het kader meteen gezet: dit gaat over migratie, dit gaat over asielzoekers. Het voorzetje wordt gretig opgepakt door Wilders en de rest van extreem-rechts. Gevolg is dat het publieke gesprek zich verlegt van femicide naar vreemdelingenbeleid, alsof vrouwenlevens slechts voetnoten zijn bij de vraag of azc’s wel of niet wenselijk zijn.

Want de suggestie dat femicide een importproduct is, dat we zonder azc’s geen vermoorde vrouwen zouden hebben, is een leugen. De statistieken laten keer op keer zien dat vrouwen gevaar lopen in elke omgeving: in villawijken, studentenhuizen, rijtjeswoningen. Bij bekenden. De rode draad is niet nationaliteit of verblijfsstatus, maar een mannelijke dader en vrouwelijk slachtofferschap.

Foto: gemaakt door auteur met AI

Een Smart TV? (Nee!)

COLUMN - Heel even leek het erop dat we een Smart TV zouden gaan kopen. Omg!

Momenteel hebben we een Dumb TV. Een relatief kleine. Tot een paar weken geleden stond die zelfs in een mooie houten kast met deurtjes die dicht gaan als er geen TV wordt gekeken.

De duivelse schermen vreten teveel van onze tijd en aandacht weg. Onze zithoek verdient beter dan de dominante aanwezigheid van een zwart vierkant stuk plastic. En hoe kleiner het scherm, hoe (hopelijk) minder aantrekkelijk het wordt om er achter te gaan zitten. Winst!

Toch hebben we besloten overstag te gaan. Een van onze kinderen is slechtziend, een bril kan daar niets aan veranderen. Daarom zit ze altijd op een stoeltje vlak voor de TV als we samen iets kijken. Met een groot scherm zou ze samen met ons vanaf de bank mee kunnen kijken.

En daarbij moest onze mooie houten kast met deurtjes weg, want mijn partner, de kinderen en ikzelf hadden de afgelopen jaren dusdanig veel spullen verzameld dat er een efficiënter opbergsysteem rond de TV nodig was.

Welkom grote TV!

En toen begon de ellende. Want wat voor TV koop je? Ik ben best een nerd, maar weet eigenlijk weinig van TV’s zonder kathodestraalbuis.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: "Hannah Arendt auf dem 1. Kulturkritikerkongress, Barbara Niggl Radloff, FM-2019-1-5-9-16 (cropped)" by Barbara Niggl Radloff is licensed under CC BY-SA 4.0

De banaliteit van het kwaad en ‘verzet’ tegen de genocide

OPINIE - Tel Aviv stond vol met protesterende Israëli’s die roepen dat de oorlog in Gaza moet stoppen. Niet omdat er dagelijks dode kinderen vanonder het puin worden opgegraven. Niet omdat hele families zonder water, elektriciteit of medische zorg proberen te overleven. Niet omdat hun land een strak geregisseerde hongersnood creëert. Niet omdat een volk van de kaart wordt geveegd. Nee: omdat hun eigen gijzelaars bevrijd moeten worden, en omdat hun soldaten misschien niet heel blijven tijdens het uitvoeren van een genocide.

Het is de ultieme pervertering van slachtofferschap. De doden in Gaza worden niet herdacht, hun namen niet genoemd. De eigen soldaten als slachtoffer, terwijl deze over een ander volk razen als een bulldozer en rapport na rapport verschijnt over wandaden en oorlogsmisdaden van individuele soldaten die niet meer incidenteel zijn maar institutioneel.

En die gijzelaars, natuurlijk is het verschrikkelijk dat die vastzitten, maar de eenkennige ‘solidariteit’ van de Israëlische bevolking met hen is, gezien de slachting die mede in hun naam wordt aangericht, meer dan ongemakkelijk.

Wat deze protesten zo misselijkmakend maakt, is dat ze de illusie wekken van verzet, van moreel ontwaken. Maar het is een protest dat de dader tot slachtoffer verheft. Het is een huilbui van de kolonisator die zich even ongemakkelijk voelt bij het eigen geweld, maar alleen omdat de prijs in eigen land zichtbaar wordt.

Foto: Marek Pospíšil on Unsplash

Elke journalist ziet en hoort te veel in Gaza

Afgelopen zondagavond 10 augustus 2025, 23:35 lokale tijd, vloog er boven het Al-Shifa-ziekenhuis in Gaza een Israëlische drone. Onder de tentdoeken bij de ingang zaten verslaggevers te werken, verbonden aan Al Jazeera en lokale nieuwsdiensten. Daar werd Anas Al-Sharif, een 28-jarige journalist die de oorlog sinds het begin van dichtbij had gedocumenteerd, geraakt door een raket. Hij stierf samen met vier collega’s en twee anderen, onder wie zijn neef. Enkele minuten eerder had hij op X geschreven: “If these words reach you, Israel has succeeded in killing me and silencing my voice.”

Israël verklaarde later dat hij in werkelijkheid een Hamas-commandant was, betrokken bij raketaanvallen. Bewijs? Geen. Onafhankelijke verificatie? Afwezig. Het enige dat werd geleverd was een herhaling van een bekend script: dood een journalist, noem deze daarna een Hamas-strijder of -sympathisant, en vertrouw erop dat de internationale verontwaardiging wegslijt tussen de volgende nieuwsberichten over “veiligheidsoperaties” en “doelgerichte acties”, eh sorry, moordpartijen.

Wie de afgelopen jaren heeft opgelet, kent dit draaiboek. Van Shireen Abu Akleh tot de tientallen lokale verslaggevers die sinds 2023 in Gaza zijn omgekomen: het verhaal is altijd hetzelfde. Een kogel, een raket, een droneaanval. Daarna volgt de verklaring dat het doelwit “geen echte journalist” was. Soms wordt er een wazige foto of vaag document getoond, soms zelfs dat niet. Bijna nooit wordt er hard bewijs overlegd. En bijna altijd blijkt later uit onafhankelijke onderzoeken dat de claims niet of nauwelijks standhouden.

Volgende