Aristoteles (10): De onbewogen beweger

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail.  Volgens Aristoteles moet er van alles een oorsprong zijn, een oorzaak waartoe alle andere zaken te herleiden zijn. Die oorsprong is volgens hem de ‘pure vorm’. Die vorm kent geen stof, geen maker en geen doel. Het is slechts vorm. Deze vorm is de aristotelische god. Deze god wil niets en komt nergens vandaan, hij is simpelweg. Hij is de oorsprong van alles wat beweegt, de zogeheten ‘onbewogen beweger’. Alles beweegt, maar waarom? In onze tijd zijn we door onze natuurkundige manier van kijken gewend om de causale oorzaak als leidend te beschouwen, als de oorzaak waartoe alle andere oorzaken zijn terug te redeneren. We kunnen daarmee echter niet verklaren waarom alles ooit begonnen is. We kunnen ook aannemen dat het helemaal nooit is begonnen. Er is altijd beweging geweest en die zal er altijd zijn. Maar dan hebben we nog niet verklaard waarom er eigenlijk beweging is. We kunnen een beweging wel uit een voorgaande beweging verklaren, maar het concept ‘beweging’ niet. Toegegeven, we komen tegenwoordig met een oerknal als verklaring. Dat is echter net zo’n kunstgreep als het introduceren van een schepper. Uiteindelijk is die causale verklaring geen sluitende verklaring voor alles. Of we moeten een god aannemen. En dan is de vraag weer waar die vandaan komt.

Door: Foto: Bron: Livius.org
Foto: Bron: Livius.org

Aristoteles (9): Vier oorzaken

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, arts en filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. 

In ons alledaagse denken kennen we maar één soort oorzaak: de causale of bewerkende oorzaak. Deftig gezegd: we gaan ervan uit dat de condities voor een gebeurtenis de oorzaak daarvan zijn. Dit klinkt wat abstract, maar het komt erop neer dat een biljartbal die tegen een andere stoot, de oorzaak is van het rollen.

Vier soorten oorzaken

Maar er bestaat nog een andere visie op oorzaak: de finale oorzaak of doeloorzaak. Die eerste bal rolt niet zomaar, en niet alleen door fysische oorzaken. Die bal rolt met een doel. Ik heb hem namelijk gestoten met het doel een carambole te maken.

Volgens Aristoteles zijn er zelfs vier soorten oorzaken: de stof, de vorm, de bewerker en het doel. Die biljartbal heeft dus ook vier oorzaken waardoor hij rolt zoals hij rolt.

  • De stoffelijke of materiële oorzaak: het ivoor waarvan de bal gemaakt is zorgt ervoor dat het ding op de tafel blijft en niet de lucht in zweeft of in een plas uitvloeit over het biljartlaken.
  • De vorm-oorzaak: het ding rolt omdat het rond is. Was de bal niet rond, dan rolde hij niet.
  • Bewerkende oorzaak: de stoot met de keu of die andere biljartbal die hem aanstoot.
  • Doeloorzaak: tot slot rolt hij omdat ik een carambole wilde maken.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Bron: Livius.org

Aristoteles (8): De vormen

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. 

Tijdens onze bespreking van Aristoteles’ logica en wetenschap zagen we al dat hij botste met zijn leermeester Plato over wat we beter kunnen vertrouwen: het denken of de waarneming. Waar Plato op het denken gericht was, vertrouwde Aristoteles meer op de waarneming. Op de beroemde fresco De school van Athene van de Italiaanse renaissanceschilder Rafaël, staan de filosofen naast elkaar afgebeeld: Plato wijzend naar de hemel en Aristoteles gebarend richting aarde.

Toch staan deze twee niet diametraal tegenover elkaar, althans niet in hun kennisleer. Allebei waren ze in navolging van Parmenides op zoek naar de essentie van de zaken.

Essentiële en incidentele eigenschappen

Aristoteles stelt dat er twee soorten eigenschappen zijn: essentiële eigenschappen en incidentele eigenschappen. Essentiële eigenschappen maken iets tot wat het is. Zo is een ster een hemellichaam dat licht geeft. Als iets geen licht geeft (bijvoorbeeld een planeet) of geen hemellichaam is (bijvoorbeeld een lamp), dan is het geen ster. Maar een ster kan zowel blauw als rood licht geven, groot of klein zijn, oud of jong, et cetera. Dat zijn allemaal incidentele eigenschappen, in andere woorden toevallige kenmerken die niet inherent zijn aan het object.

Foto: Bron: Livius.org

Aristoteles (7): Materie en geest

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, arts en filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. 

Bij Plato en bij zijn voorganger Anaxagoras kwamen we voor het eerst het dualisme tegen, de opvatting dat lichaam en geest fundamenteel andere fenomenen zijn. Dualisme gaat vaak samen met opvattingen over een ziel die voortleeft na de dood, zoals bij Empedokles, Pythagoras en, opnieuw, bij Plato. Het denkbeeld kwam ook voor in de Griekse mythologie. Het was dus bepaald niet zeldzaam.

Monisme

Dualisme staat tegenover het monisme. Dat gaat ervan uit dat lichaam en geest hetzelfde zijn. Monisme is tegenwoordig erg in zwang. Veel mensen menen dat uiteindelijk alles te herleiden is naar materiële oorzaken: botsingen tussen atomen, moleculen, verhitting, verkoeling, magnetisme et cetera. De filosoof Thales was een vroege monist. Volgens hem viel alles te herleiden tot water.

Monisme hoeft niet gelijk te staan aan filosofisch materialisme, de aanname dat de échte werkelijkheid bestaat uit materie. Herakleitos hanteerde een monisme dat de werkelijkheid niet richting materie herleidde, maar juist naar een geestelijk concept: verandering door strijd, volgens een vaste natuurwet. Die strijd stond volgens Herakleitos aan de oorsprong van de verschijnselen.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Bron: Livius.org

Aristoteles (6): Het Corpus Aristotelicum

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. 

In de tijd van Aristoteles, de vierde eeuw v.Chr., was er nog maar weinig sprake van systematisch onderzoek. Daardoor kon het niet anders of de door hem voorgestelde regels voor de logica sloegen in als een bom. Hij is dan ook de geschiedenis ingegaan als de wetenschapper-filosoof.

Net als Plato was Aristoteles ook een veelschrijver. Hij werkte zijn denkbeelden en opvattingen zorgvuldig uit in toegankelijk geschreven dialogen, die men in de Oudheid hoog aansloeg wegens hun literaire kwaliteit. Helaas zijn ze allemaal verloren gegaan.

Corpus Aristotelicum

Daarnaast schreef Aristoteles een immense hoeveelheid wetenschappelijke verhandelingen, doorgaans in een nogal cryptisch jargon. Van die geschriften, waarvan ook weleens is aangenomen dat het gaat om collegedictaten, is naar schatting de helft overgebleven. Helaas ging Aristoteles daarin vaak slordig te werk. Voor een wetenschapper maakte hij opmerkelijk veel waarnemingsfouten.

En omdat hij zoveel autoriteit genoot, had dit het grappige gevolg dat iedereen in de Late Middeleeuwen geloofde dat een vlieg vier poten had. Aristoteles had dat nu eenmaal zo opgeschreven. Dit zegt overigens meer over de manier van denken en voelen in de Middeleeuwen dan over Aristoteles.

Foto: Bron: Livius.org

Aristoteles (5): Deductie en inductie

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail.

Gisteren hadden we het over de aristotelische logica. Enkele slimmerds zullen kritiek hebben op het eerste voorbeeld dat we gebruikten, waarin we Sokrates’ sterfelijkheid wilden bewijzen. Ze zullen zeggen: wat als Sokrates nu onverhoopt tot in de eeuwigheid was blijven leven? Hadden we dan moeten concluderen dat hij geen mens is? Of is dan de aanname dat alle mensen sterfelijk zijn onwaar?

Aristoteles gaf toe dat niet alle kennis zomaar gegeven is. Omdat we nooit álle mensen kunnen onderzoeken, kunnen we nooit 100% zeker zijn of werkelijk alle mensen sterfelijk zijn. Zolang we echter nog nooit gehoord hebben van iemand die minstens een aantal decennia ouder dan honderd is geworden en nog altijd leeft, kunnen we ervan uitgaan dat de uitspraak klopt.

Inductie: van het specifieke naar het algemene

Deze redenering verloopt dus niet van algemene kennis naar specifieke uitspraken, maar van specifieke kennis naar algemene uitspraken. Dit proces van veralgemeniseren noemen we inductie.

Deductie: van het algemene naar het specifieke

Conclusies trekken omdat het één noodzakelijk volgt uit het ander, zoals we boven deden met de sterfelijkheid van Sokrates, noemen we deductie. We gaan dan van algemeen naar specifiek. Deductieve redeneringen bieden veel zekerheid.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: bron: Livius.org

Aristoteles (4): Onlogisch redeneren

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. 

Naast de formules voor de ‘juiste’ manier van denken, waarover we het vanmorgen hadden, stelde Aristoteles ook formules op voor herkenbare denkfouten: de zogenaamde drogredeneringen.

Drogredeneringen

Wanneer we stelling B van de voorgaande redenering vervangen door een negatief oordeel, werkt het niet meer. Kijk maar:

  • Alle mensen zijn sterfelijk.
  • Socrates is geen mens.
  • Wie denkt dat we hieruit kunnen concluderen dat Socrates onsterfelijk is heeft het mis. Dat is een drogredenering. Alle koeien eten gras. Mijn zwarte kat eet gras. Mijn kat is een koe? Nee, dat gaat niet op.

    Drogredeneringen maken wij onbewust erg vaak. Omdat onze logica niet klopt, of omdat onze aannames niet kloppen. Verder kunnen we fouten in onze redeneringen maken door verkeerd woordgebruik.

    Aristotelische logica

    Aristoteles was niet de eerste die het bestaan van drogredenen erkende. Al voor hem had Plato uit frustratie met de streken van de sofisten al een aantal redeneerfouten aangestipt. Maar Aristoteles bracht dit soort fouten systematisch in kaart. Al deze fouten trachtte hij te tackelen door ze te vervatten in formules.

    Foto: Marco Raaphorst (cc)

    Het commonisme heeft de toekomst

    Een alternatief voor het kapitalisme is te vinden in de ‘meenten’ (commons), schrijft Thijs Lijster in zijn boek Wat we gemeen hebben. De meent staat oorspronkelijk voor een gemeenschappelijk te gebruiken terrein in of vlak bij een dorp. Lijster tilt het begrip op tot een algemeen maatschappelijk principe en verplaatst het naar de hedendaagse maatschappij. De meent omvat kort gezegd alles wat ‘voor iedereen’ is en ‘van niemand’. Meenten zijn vandaag de dag te vinden, niet alleen in het gebruik van gemeenschappelijke grond, maar ook op het terrein van kennis, cultuur en de digitale informatievoorziening. In de herleving van de meent kunnen we een aanknopingspunt vinden om tegenwicht te bieden tegen het ongebreidelde kapitalisme dat is gebaseerd op privé-eigendom en individuele verrijking ten koste van de gemeenschap. Idealisme? Wacht tot je het boek hebt gelezen.

    Dat de oude meenten nu in beeld komen in kritische beschouwingen over het kapitalisme is niet zo vreemd. Het verdwijnen van de gemeenschappelijke weides voor het hoeden van schapen en de bossen waar iedereen vrij kon jagen, bessen of paddenstoelen kon plukken, had alles te maken met de opkomst van het kapitalisme. Wat oorspronkelijk van niemand was en door iedereen gebruikt kon worden is in de zestiende en zeventiende eeuw in Europa op veel plaatsen geprivatiseerd. Gemeenschappelijk gebied werd met steun van nieuwe wetten letterlijk omheind door machtige edellieden. De gebruikers bleven met lege handen achter en hadden op den duur geen andere keus dan hun arbeid te verkopen aan de nieuwe bezittende klasse. Daarvoor verhuisden ze in veel gevallen naar de steden om te gaan werken in de opkomende industrie, gefinancierd uit het grootgrondbezit. Even kort door de bocht gezegd. Lijster beschrijft deze geschiedenis uitgebreid en baseert zich onder andere op Elinor Ostrom (Governing the Commons, 1990) en Sylvia Federici (Caliban and the Witch, 2014). De laatste legt ook nog een interessante link tussen de onteigening van gemeenschappelijke gronden en de heksenprocessen in die dagen.

    Doe het veilig met NordVPN

    Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

    Foto: Bron: Livius.org

    Aristoteles (3): Oordelen

    Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail.

    We hebben gisteren gezien dat Aristoteles meende dat mensen denken in categorieën als substantie, kwantiteit, kwaliteit, plaats en tijd. Hij hield het echter niet bij ordening. Hij was ook benieuwd naar de manier waarop we de begrippen, klassen en categorieën hanteren.

    Aristoteles stelde daarbij dat alles wat wij ‘denken’ noemen eigenlijk neerkomt op het met elkaar verbinden van begrippen. We kunnen bijvoorbeeld het begrip kat verbinden met het begrip zwart. Zo’n verbinding noemt Aristoteles een oordeel.


    Een oordeel kan verschillende vormen hebben. Het kan positief of negatief zijn, bevestigend of ontkennend: de kat is zwart (positief) of de kat is niet zwart (negatief). Daarnaast kan een oordeel meer of minder algemeen zijn: alle katten (algemeen) zijn zwart, sommige katten (minder algemeen) zijn zwart, of deze kat (specifiek) is zwart.

    Tot slot kan een oordeel noodzakelijk zijn, of alleen maar een mogelijkheid aangeven: deze kat is zwart (noodzakelijk), of deze kat kan zwart zijn (mogelijk).

    En nu wordt het leuk. We kunnen met deze elementen algemene formules opstellen, en dan kijken of die formules geldig zijn of niet. De bekendste van die formules is de volgende.

    Foto: bron: Livius.org

    Aristoteles (2): Het grote ordenen

    Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. 

    Aristoteles was uiteraard niet de eerste die een plant of dier bestudeerde en boeken las. Hij was echter geen lukrake verzamelaar. Aristoteles legde met zijn manier van ordenen de grondslag voor de wetenschap van de Oudheid, en daarmee ook voor de moderne wetenschap.

    Overeenkomsten en verschillen

    Hij dacht als volgt: om een begrip te definiëren, hebben we eigenlijk altijd twee dingen nodig. Ten eerste een klasse waar dit begrip vanwege de overeenkomsten in thuishoort. Bijvoorbeeld: dit dier hoort in de klasse der zoogdieren, omdat het harig is en levendbarend. Ten tweede moeten we weten waarmee het begrip zich onderscheidt van de rest van de dingen in die klasse. Bijvoorbeeld: het gaat om een kat, omdat het dier een niet al te groot roofdier is, met snorharen en spitse oren. Het gaat er dus om dat we altijd een algemeen en een specifiek kenmerk moeten kennen om het dier goed te kunnen indelen ten opzichte van andere dieren, en zo te kunnen omschrijven.


    Een klasse kunnen we zo breed en nauw definiëren als we willen. In plaats van zoogdieren had ik ook de klasse der levende wezens kunnen nemen, of die der katachtigen. En bij het specifieke kenmerk had ik ook kunnen zeggen dat het om een katachtige ging, of om een zwarte kat genaamd Spinoza, die woont bij mijn zus in Den Haag.

    Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

    Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

    Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

    Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

    Vorige Volgende