Aristoteles (11): De deugd

Foto: Bron: Livius.org
Serie:

Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest. In deze reeks bekijken we hem in enig detail. 

In de tijd van Aristoteles was het genezen van ziektes lastig, bij gebrek aan medicijnen. Het was belangrijk ziektes te voorkomen. Vandaar de belangstelling voor een gezond dieet. De Grieken kenden de gevaren van onmatigheid en hun dieet richtte zich dan ook op evenwicht.

In zowel de filosofie van Aristoteles en als die van zijn voorganger Plato vinden we de visie terug dat gezondheid heeft te maken met evenwicht. Dit ging verder dan alleen een gezond lichaam. Ook voor een gezonde geest, stelde Plato, was het van belang om in evenwicht te blijven. Aristoteles stelt dit zoeken naar evenwicht zelfs centraal in zijn deugdenethiek.

Wat is deugd?

Aristoteles omschrijft ‘deugd’ als het streven naar zelfverwerkelijking. Ieder mens heeft een vorm waar hij naartoe moet groeien, zeg maar een levensmissie. De mens die het dichtst bij zijn uiteindelijke vorm komt, is het meest gelukkig. En dit bereikt hij door evenwichtig te leven, in lichaam en geest.

Volgens Aristoteles bestaat van iedere eigenschap een slechte en een goede variant, waarbij het slechte voortkomt uit een gebrek aan evenwicht. Een voorbeeld: wanneer ik moedig ben is dat nobel, en dat kan werken in mijn voordeel. Maar als ik té moedig ben, ben ik een stomkop die in zeven sloten tegelijk loopt. Als ik aan de andere kant weer te voorzichtig ben, ben ik een lafbek die nooit iets bereikt.

Hetzelfde geldt voor spilzucht en gierigheid, stress en luiheid. De extremen zijn ongezond. Het gaat volgens Aristoteles steeds om het zoeken naar het evenwicht tussen de extremen.

Variërend middelpunt

De positie van dit evenwicht ten opzichte van al die extremen verschilt per mens en per situatie. Zo is het vrij dom om zomaar uit een raam op de eerste verdieping te springen, maar ten tijde van een heftige woningbrand kan het een verstandige keuze zijn. Het zoeken naar evenwicht blijft de grote constante in een mensenleven.

Mensen verschillen, maar niemand is gebaat bij onevenwichtigheid. Door evenwichtig te eten, drinken en bewegen voorkom ik dat ik lichamelijk ziek word, door evenwichtig te denken en te handelen voorkom ik dat ik geestelijk ontspoor.

[Deze reeks is gebaseerd op het boek De wereld vóór God van Kees Alders. Het boek biedt een introductie tot de filosofische stromingen van de oude wereld en is hier te bestellen.]

Reacties zijn uitgeschakeld