Angry Birds als lichtend voorbeeld
ANALYSE - Het Finse Angry Birds is wereldwijd een kaskraker geworden. Allang niet meer slechts een spelletje op de smartphone, maar een merk dat door kinderen en volwassenen omarmd wordt. Is Angry Birds daarmee een voorbeeld voor innovatie, vraagt Melanie Peters zich af.
Vorige week hoorde ik het verhaal van Angry Birds. De trots van de Helsinki-regio als het gaat om innovatie. Het was op een conferentie over de rol van interactie met publiek en draagvlak voor innovatie, met hoop op economische groei voor de Europese regio’s.
Serieus? Ja, het spel Angry Birds is een voorbeeld. Het veroverde de wereld. Ze spreken in Helsinki niet eens meer van incubators. Tijd om te incuberen is er niet. Binnen 35 dagen was het spel al 50 miljoen keer gedownload. In de Wired van september stond Helsinki met 10 van dit soort voorbeelden in de top 100 vanEurope’s hottest startups 2012.
Volgens de autoriteiten was het verstandig lokaal beleid waardoor dit tot stand kon komen: het opvatten van innovatie als een proces van cocreatie. Als Harvard en de gemeente Cambridge het Facebook niet zo moeilijk hadden gemaakt, hadden ze vast nog in Massachusetts gezeten, in plaats van naar Californië te verhuizen.
Hoeveel geld er verdiend is met Angry Birds vertelt het verhaal niet. Wel dat het nu veel meer is dan een spel, het is een brand geworden. Aan alle t-shirtjes, broodtrommeltjes, knuffels en snoepjes van Angry Birds wordt meer verdiend dan aan het spelletje. De brouwerij die Angry Birds-cola op de markt bracht verdient nu meer aan cola dan aan bier. So what’s the innovation? De software van het spelletje, bedacht door slimme programmeurs of het vermarkten van de poppetjes?