Bed Bad Brood
OPINIE - De armen niet laten delen in uw eigen bezittingen is hen bestelen en hen beroven van het leven. Wat we bezitten is niet ons eigendom, het is het hunne.
Wanneer wij aan de armen de voor hen onmisbare goederen bezorgen, zijn dat geen bewijzen van onze persoonlijke vrijgevigheid; we geven hun immers slechts wat hun toekomt.
Aan het woord zijn hier niet Pierre-Joseph Proudhon, de radicale filosoof die de uitspraak ‘eigendom is diefstal’ muntte, en evenmin Karl Marx in zijn meest radicale bui. Deze citaten zijn van niemand minder dan de heiligen Johannes Chrysostomos en paus Gregorius de Grote. Beide heren worden met instemming geciteerd in de Katechismus van de Katholieke Kerk, een bijzonder saai geloofsleerkundig werk uit de late jaren negentig, onder het hoofdstuk over het zevende gebod: ‘gij zult niet stelen’.
Johannes Chrysostomos leefde in de vierde eeuw, Gregorius de Grote in de zesde. De katechismus citeert nog wat andere heiligen uit de periode tussen deze twee heren en de katechismus zelf en levert zo een weliswaar kort, maar duidelijk beeld over hoe de katholieke kerk denkt over eigendom en diefstal: wie genoeg te eten heeft, terwijl zijn naaste omkomt van de honger, begaat een misdrijf: diefstal.