Politici zijn eigenlijk niets minder dan te sociale mensen. Ze willen o zo graag hun plannen delen met de maatschappij. Dat doen ze dan ook met opgeheven hoofd en een terughoudend hart. Want stel dat je je hoofd stoot door een scheve uitspraak of een vooruitstrevend plan, dan sta je snel buiten in de kou zonder baan. Het veilige pad lijkt dan ook het enige pad, en daarom is de Nederlandse politiek met liefde in de Europese energieboot gestapt. Nederland volgt de Europese energiedoelstellingen in het licht van klimaatverandering op de voet. Als echte rentmeester worden de taken nauwkeurig uitgevoerd. Wanneer de Europese voorzitter van energie, Andris Piebalgs aanstuurt op een aandeel biobrandstoffen in de transportsector van 5.75% tegen 2010, dan gehoorzamen we gretig. Vooruitstrevendheid lijkt een onbekend begrip. In een ver verleden, waren we nog een topper op het gebied van windtechnologie. Vroeger, toen we nog fabrieken voor windmolens hadden. Tegenwoordig lopen Duitsland en Denemarken mijlenver voor ons uit.
Niet dat er iets mis is met de Europese energieboot, Andris Piebalgs is een realistisch man, en ziet ook wel dat de enige echte oplossing voor het energievraagstuk besparing en efficiëntie is, wat hij dan ook uitte op de EU energietop van vorige week. Nog realistischer is hij op politiek gebied, hij weet ook wel dat dat soort uitspraken tot de categorie schouderklopjes behoren. Nederland volgt zijn beleid netjes, maar is dat wel genoeg? We stimuleren voorzichtig biobrandstoffen, bijmengen wordt verplicht, de huidige accijnsvrijstelling blijft gehandhaaft tot aan 2010. Maar extra accijnsvrijstelling voor 85 miljoen liter Pure Plantaardige Olie zit er niet in. Dat zou de staatskas met 30 miljoen minder spekken. De Nederlandse koolzaadteelt is al gewaarborgd, redeneert Den Haag. Dan toch maar liever een groot aandeel aan biodiesel uit verre landen. De markt lijkt er klaar voor te zijn om uit de verste uithoeken van de wereld de grondstof voor biodiesel te importeren. Anderhalve week geleden werd het lintje doorgeknipt in Geleen. Waar de Saudische Basic Industries Corporation, een van de grootste ter wereld op petrochemisch gebied, een fabriek opende om bio-ethanol te maken. Ieder jaar zal er 160 miljoen liter bio-ethyl tertiair butylether uit de raffinaderij stromen.