M&M

543 Artikelen
142 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Elke tweede zondag van de maand is Kunst op Zondag voor M&M: Maria Willems en Michiel van Hunenstijn. Maria heeft een fotoblog met fotoseries van alledaagse onderwerpen. Michiel is dichter voor-halve-dagen. Ze gaan regelmatig samen op pad om kunst te bekijken. Voor Kunst op Zondag koppelen ze een fotografische en een poëtische registratie aan elkaar.

Closing Time | Country Boy

Blues is hip want The Black Keys immers. Dus is Robert Finley (geboren in 1954) nu hip want Blues. En hij is niet alleen blues, maar ook soul en gospel. In zijn jongere jaren speelde en tourde Robert Finley met zijn muziek. Maar toen kwam het leven ertussen, met verplichtingen in het leger en ander werk, hij was o.a. timmerman. En hij werd blind. Hij debuteerde desondanks met een plaat die kennelijk de aandacht trok van Dan Auerbach van The Black Keys. En nu is er een nieuwe plaat van Robert Finley, geproduceerd door Dan Auerbach waarop de song Country Boy staat. Op internet staan allerlei vergelijkingen met andere grote Amerikaanse blues-artiesten, maar ik moet vreemd genoeg denken aan het Nederlandse Brainbox en Kaz Lux.

Closing Time | Bob Dylan 80 jaar

Aan het nieuws dat Bob Dylan vandaag 80 jaar zou worden, viel niet te ontkomen, alle kranten hadden er meerdere pagina’s voor gereserveerd. Dat belooft nog wat bij ’s mans overlijden. Er waren veel opgewarmde herinneringen en anekdotes bij uit de afgelopen decennia maar voor de Bobcats was het allemaal smullen. En die fans kwamen zelf ook nog aan het woord in diverse interviews. Mannen die alles verzamelden, alles registreerden, elk optreden analyseerden, elke playlist uitplozen. Mannen die de teksten van Bob probeerden te duiden.

Foto: Maria Willems (cc)

Heb jij je hartje al aan Jezus gegeven?

Hoe je daar gekomen was, wat je daar deed en hoe het precies zat, dat wist je natuurlijk niet, je was acht, misschien negen. Je ouders waren daar, in de nadagen van hun geloof. Maar wat deden ze daar? Jij ging mee op de achterbank van de auto. En daar stond je, bij zo’n beetje het meest afgelegen huis van Nederland. Ergens in de wouden tussen Loenen en Eerbeek. Wat deden je ouders daar? Kenden ze die man? De man die jou aankeek en vroeg: ’Heb jij je hartje al aan Jezus gegeven?’ Je had geen idee. Wat werd er tegen je gezegd, welk antwoord werd er van jou verwacht? Je hartje?

Later, jaren later, bleek dat je in het huis geweest was van Johannes Roeleveld van Takkebos, bijgenaamd: De Noach van Eerbeek. (Lees en zie de dramatische foto in het artikel vanaf pagina 15). Johannes Roeleveld was niet alleen zwaar gelovig en Evangelist (in zijn tuin stond een bord met daarop JEZUS LEEFT), maar hij was ook preparateur. En daar, in de bunkers onder zijn huis, kwamen die twee passies samen, de Evangelist en de Preparateur.

De politie deed in 1982 een inval bij hem omdat er het vermoeden bestond dat hij beschermde diersoorten in zijn bezit had. En dat klopte. Johannes Roeleveld, hij dacht dat hij Uitverkorene was, had voor zijn Ark 200.000 opgezette dieren opgeslagen in de ruimtes onder zijn villa. Wachtend op de eindtijd, wachtend op het signaal van de opstanding. Hij verklaarde dat God hem die opdracht had gegeven. Hij noemde zich een trouwe slaaf van de Heer en was ervan overtuigd dat Jezus hem zelf zou ophalen over een door hem gebouwde brug en een door een gouden poort. Elke paar jaar werd die poort weer met een potje bronzen verf opgeknapt. En die taxidermist, de Noach van Eerbeek, had aan jou gevraagd of jij je hartje al aan Jezus had gegeven. Je rilde.

Closing Time | Helena

Nieuw, net uit. Afkomstig van die nieuwe plaat met de tot nu toe leukste titel van het jaar: The Monster Who Hated Pennsylvania En wat is het een mooi liedje, Helena van Damien Jurado. Rustig stapvoets wordt de zang begeleid. Geen solo, geen spetterend eind, geen machogedoe, geen rock, maar alleen dit bezonken liedje. Zo, en nu ga ik ook maar even lekker op de trap liggen.

Closing Time | Paradise

Is dit nou luisteraartje tergen? Een liedje vals jengelend laten beginnen en dan in de zang je slissen beslist niet verdoezelen. Haast een statement. En dan verder met een dameskoortje in het refrein en willekeurige, lijkt het, gitaaruitbarstingen. Maar alles bij elkaar levert het een song op die blijft fascineren. Het Australische  Tropical Fuck Storm is geen band die de noten netjes tussen de balken plaatst. Ze mikken, zeker niet met hun naam, op airplay op de radio en facebook zal ook wel een probleem hebben met het woord ‘fuck’. Maar ze gaan hun eigen gang. Niet een liedje dat ik elke dag wil horen, daarvoor is het te ongemakkelijk,  maar de eigenzinnigheid en het dwarse kan ik erg waarderen.

Closing Time | Je suis venue te dire que je m’en vais

Dat kon toen allemaal gewoon: rare kleren dragen bij een televisie-optreden. En dat je haren in je ogen hingen. En je liedje zingen met je handen in je zakken. Dat je verder geen danspasjes had, en gewoon op je plek bleef staan. Andere Tijden.  Jo Lemaire had in 1981 een hit met dit liedje van Serge Gainsbourg. Een chanson over een voorbije liefde waarin een dichtregel van Paul Verlaine geciteerd wordt.

Closing Time | Prince In A Paupers Grave

Dan lees je over een beetje een  blufferige lawaaiband die bij je in de buurt optreedt. En je bent die avond nog vrij ook. Dan ga je erheen, ik, in ieder geval. Plus nog je broer en wat vrienden die nog nooit van Carter The Unstoppable Sexmachine hadden gehoord, (‘Carter the what?’) maar die afgingen op de suggestie die hing om de bandnaam, en ook vrij waren. En ook wel een biertje en vertier wilden. En dan maak je een optreden mee van wat dan de nieuwste sensatie zou zijn aan de andere kant van Het Kanaal: veel geluid, veel lichten en rook ook. En veel bier. Maar in het repertoire van Carter The Unstoppable Sexmachine lag een pareltje verscholenPrince In A Paupers Grave. Dat bleek onder alle rook en alle stroboscopen gewoon een mooi walsje en een goed liedje ook.

Closing Time | Treacherous Waters

Gisteren klikte ik een muzieksite aan, zo eentje die nieuw uitgekomen platen bespreekt. Onder elke bespreking staan dan een paar muziekfragmentjes van die plaat. Soms, als de bespreking daar aanleiding toe geeft, luister ik naar zo’n fragmentje, om dan meestal na een paar maten gehoord te hebben, alweer op stop te drukken. Dan komt het te traag op gang, dan pakt het me niet. Dat kan dan aan de muziek liggen, maar ook aan mijn stemming van dat moment. En gister bleef ik wel luisteren naar die song met dat jankende orgel en dat luchtige ritme, met daarover heen die lichte zangstem van die voor mij onbekende Canadese band. Ik heb, ik wilde mijn stemming niet verstoren, de andere songs van Changing Faces niet beluisterd.

Closing Time | My Girl

Richard Janssen doet een Beatles song. Eentje die nog niet bestond dan. Solo, met zijn gitaar en een paar zeemeeuwen aan het eind. Een klein intiem liedje waarin hij wat melancholisch terugkijkt op een voorbije liefde. Zij heeft inmiddels een nieuwe. Maar voor hem blijft zij nog steeds zijn meisje. Richard Janssen stopte met zijn band The Fatal Flowers, waarin het allemaal wat ruiger aan toe ging, en maakte een intieme plaat onder de naam Rex. De enige cd van Rex zat in plastic hoesje waarin behalve de cd, als extra attentiewaarde, ook suikerhartjes verpakt zaten. Op de hartjes de woorden: Ready, Okay, Love en Baby.

Closing Time | Come To Me

Ja, ik vond Björk toen leuk. Misschien is schattig een beter woord. Vertederend. Alsof er een grote kleuter achter de microfoon stond. Lag ook aan haar motoriek en haar mimiek. Aandoenlijk. En misschien ook wel haar manier van zingen. Meisjesachtig.  Toch niet de beste motivaties om een artiest te waarderen, best een beetje bedenkelijk. Het leidde af van de muziek, die goed was. Zoals dit nummer bijvoorbeeld. Intrigerend, geen alledaagse instrumentatie, geen alledaagse pop.

Closing Time | Tombe La Neige

Hagel in mei heb ik wel gezien, verleden week was dat. Het roffelde ineens tegen de ramen. Blijft toch een sensatie zo’n fenomeen, dat je grasveldje ineens groen/wit is. Sneeuw heb ik nog niet gezien. Wel zag ik de bloesems van de bomen door de lucht wervelen toen het zo waaide. Het wordt dan zo’n plakkerige kledderdrab op de stoep, niets sierlijks meer aan, toch net als echte sneeuw. Waar wou ik ook alweer heen, o ja, naar Adamo die Tombe La Neige zingt. Over echte sneeuw die valt. Een witte wereld terwijl zijn hart zwart is (het zal een keer niet over een vrouw gaan die er niet is). En dan doet Adamo parlando. En hij praat over kou en gemis, wanhoop en eenzaamheid. En de sneeuw die maar blijft vallen.

Closing Time | Tous les garçons et les filles

In de Closing Time van gisteren werd al naar haar verwezen: Françoise Hardy. En Tous les garçons et les filles is natuurlijk een enorme nostalgische kneiter, een romantische klassieker van jewelste. De chanson heeft na bijna 60 jaar nog niets van zijn aantrekkelijkheid verloren. Een lief zoet wiegend weemoedig stemmend zomers walsje. Ik zit hier als vanzelf zachtjes meedeinend achter het toetsenbord. En ja we worden ouder, we laten de jeugd achter ons, we worden sterfelijk. En Françoise Hardy is nu ziek. Klik je nu een artikel over haar aan, dan is het eerste dat je leest: kanker en euthanasie. Dat is wel een erg bruut slotakkoord.

Vorige Volgende