Karin Spaink

475 Artikelen
83 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: pixelsniper (cc)

Welgemoed het nieuwe jaar in

COLUMN - Laten we voor 2020 een paar richtlijnen afspreken om ieders dagelijks leven, de staat van het publieke debat plus het politieke vertoog draaglijk te maken – en dat zo hopelijk te verbeteren.

Een. Aan cynisme heeft niemand iets. Je klinkt er weliswaar slim door, maar het is de dood in de pot. Je stelt zo vooral je eigen mening voorop en getuigt van dedain jegens anderen, terwijl luisteren stukken verstandiger is, en de ander serieus nemen altijd onontbeerlijk is.

Twee. Laten we ophouden te denken dat alles twee kanten heeft: dat is niet zo. Terwijl je serieus kunt debatteren welk beleid helpt de klimaatcrisis tegen te gaan (maar we juist dat akelig weinig doen), is ontkennen dat we met een crisis kampen geen zinvol uitgangspunt meer. Een fiks deel van Australië staat al maanden in de hens, de temperaturen stijgen overal, het poolijs kalft harder af dan verwacht, de CO2-uitstoot blijft wereldwijd toenemen.

Onder wetenschappers is het debat allang beslecht: wij mensen zijn er verantwoordelijk voor. Wie dan toch mensen aan het woord laat die de klimaatcrisis ontkennen, kan zich niet beroepen op evenwicht, of op neutraliteit. Waarom zou je mensen het woord geven die zich op kwakwetenschap beroepen? Als 99 procent van de wetenschappers het na een vrij rigoureus debat eens zijn, vormt die afwijkende 1 procent geen representatieve stem.

Foto: mystic_mabel (cc)

Dit jaar kwam alles op zijn kop te staan

COLUMN - Het jaar waarin klimaatwaarschuwingen in de wind werden geslagen, klimaatdemonstraties uiteen werden gemept, al waren ze vreedzaam en kalm, maar boze boeren die snelwegen blokkeerden en vonnissen negeerden geen strobreed in de weg werd gelegd.

Het jaar ook waarin onblusbare branden woedden in het Amazonegebied, Siberië, Californië en Australië, en temperaturen van meer dan 40 graden in voorheen gematigde streken normaal lijken te worden.

Het jaar waarin een divisie van de Belastingdienst een grote groep burgers uitmaakte voor oplichters, fraudeurs en aanstellers, daarover ‘openheid van zaken’ geven, neerkwam op zwartgelakte pagina’s overleggen en de fiscus doodnormale burgers failleerde.

Het jaar ook waarin bank na bank opnieuw betrapt werd op grove nalatigheid bij witwascontroles, of zelfs op lankmoedig dichtgeknepen ogen, maar de overheid strenger wil toezien op de cashuitgaven van haar onderdanen.

Het jaar waarin het leraren- en verpleegkundigentekort bleef stijgen, en veel medicijnen niet leverbaar waren. Het jaar ook waarin bleek dat veel implantaten amper zijn getest maar toch met verve worden gebruikt, en dat sommige artsen betaald worden om dat brakke spul te promoten.

Het jaar waarin burgers werden aangesproken op hoeveel plastic rietjes ze gebruiken, terwijl de verkoop van SUV’s vrijwel zonder commentaar opnieuw toenam. Het jaar ook waarin de overheid de burgers strenger op hun plichten aansprak maar zelf bokte en pruilde wanneer de rechter haar aan haar eigen afspraken bond.

Foto: Irish Typepad (cc)

Van de sloot het moeras in

COLUMN - In de strijd tegen nepnieuws helpen feitencontroles amper, temeer daar het verschil tussen ‘echt’ en ‘nep’ vaak een kwestie van interpretatie is, je ook rond ‘echt’ nieuws makkelijk fakeberichten kunt fabriceren, en losse feiten combineren ook nepnieuws kan opleveren.

Hoogleraar computerbeveiliging Bart Jacobs stelde daarom in iBestuur Online een nieuwe aanpak voor: authenticatie. Wanneer overheidspartijen, nieuwsorganisaties, bedrijven en online platforms hun berichten voortaan digitaal ondertekenen, weet je als lezer dat er niet met de inhoud is gerommeld.

Jacobs stelt een vorm van getrapte authenticatie voor. De journalist stuurt een ondertekend verslag naar de krant, die daar na een check van de handtekening een nieuwsbericht van maakt, dat ook weer wordt ondertekend. De lezer kan zich dan door een eigen controle ervan vergewissen dat dit ‘authentiek’ nieuws is.

Ik vrees dat zoiets ons van de sloot het moeras in helpt. Jacobs levert zelf een tegenargument: ‘Stel: er verschijnt een video online waarin premier Mark Rutte zich extreem negatief uitlaat over de islam. [Als] de opgedoken video geen handtekening van de Rijksoverheid heeft, kan die terstond als onecht aangemerkt worden.’

Stel dat het niet een video met Rutte betreft, maar eentje waarin minister Stef Blok zegt dat hij ‘geen enkel multicultureel land in de wereld kent waar mensen vreedzaam met elkaar leven’ en  Suriname een ‘failed state’ noemt. Die video mist dan een handtekening van het ministerie, hij is alleen getekend door iemand die aanwezig was bij Bloks toespraak – een naamloze getuige, getrapt gecertificeerd door het medium dat de opname kreeg toegespeeld. Fake, zegt het ministerie dan, want ‘niet door ons getekend’. Jacobs negeert zo het machtsargument: niet alle handtekeningen hebben evenveel gewicht.

Foto: Caroline Davis2010 (cc)

Plundering van dna-databases

COLUMN - Der Spiegel onthulde vorige week dat bedrijven die voor apothekers recepten verwerken – zodat zij die netjes bij zorgverzekeraars kunnen factureren – stiekem meer doen. De tussenbedrijven bewerken al die patiëntgegevens verder, en verkopen die aan farmaceutische bedrijven. De gebruiken ze dan weer om hun pillen en poeders te promoten bij artsen, om zo hun voorschrijfgedrag te beïnvloeden.

Grote techbedrijven azen al jaren op medische data. Via het Britse NHS kreeg DeepMind, een AI-project van Google, toegang tot 1,6 miljoen patiëntgegevens van drie Londense ziekenhuizen, inclusief de dossiers tot vijf jaar terug. DeepMind maakte een mooie app. Mitsen en maren werden in acht genomen, regels afgesproken, er werd vastgelegd wat Google wel en niet met de patiëntgegevens mocht doen. De app beviel, en er kwamen meer functies en toepassingen. Dat mondde uit in een systeem voor het beheren van patiëntengegevens: Streams, een krachtig elektronisch patiëntendossier.

Eind vorig jaar kondigde Google eenzijdig af dat het de dienst herstructureerde en bij een nieuwe divisie van Google zou onderbrengen: DeepMind Health. Die app, waarvan de gegevens nooit door Google zelf gebruikt zouden worden, is nu een Google product geworden. De NHS had geen keus meer: hun patiëntendata zitten in de app en zijn bij Google geparkeerd.

Foto: Guillaume Paumier (cc)

Geef burgers maar de schuld

COLUMN - De presentatie van Marleens Stikkers boek Het internet is stuk (maar we kunnen het repareren) leverde een levendig debat op. Waar zowat iedereen het over eens was: internet is inderdaad flink kaduuk. Privacy wordt er vermalen; onze eigenschappen en gedragingen worden er door derden uitgebaat; we krijgen er een identiteit toegeschreven, die vervolgens wordt vermarkt; de grote platforms proberen ons van #hype naar #ophef te jagen, om zich van continue clicks te verzekeren.

Over hoe die beoogde reparatie eruit kan zien, waren de meningen minder helder. Ook Stikker zelf was dat niet: in haar boek staan rijp en groen naast elkaar. Neem open source: software die gratis is, en gebaseerd op creative commons licenties – iedereen mag meebouwen en meesleutelen, maar niemand is eigenaar. Het was al jaren eerder een geweldig idee.

Maar diezelfde overheden die zich pakweg 15 jaar geleden hartelijk aan die beweging en haar doelstellingen committeerden, zijn nu massaal overgestapt op Google Suite. Ook gratis, maar niet vrij: je betaalt er met je gegevens, en van portabiliteit is geen sprake. Integendeel: hoe meer diensten je er gebruikt, hoe moeilijker je nog kunt overstappen op een ander pakket. Het is een nieuwe vorm van vendor lock-in: je wordt hun eeuwige klant.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Radicale gevangenis

COLUMN - © The Orchard Topic, Blanketfort Media - The Work 2017 poster via WikipediaOp zoek naar heel iets anders stuitte ik bij de NPO op een film die twee jaar geleden op het documentairefestival IDFA te zien was: The Work, van Jairus McLeary. Een groep mannen zou op bezoek gaan in Folsom State Prison, waar ze samen met de gevangenen – allen langdurig gestraften, sommigen zaten al dertig jaar vast – therapie zouden volgen. Even vermoedde ik dat de vrijwilligers de gevangenen moesten ‘helpen’, en ik zette me schrap, beducht voor een overmaat aan goede bedoelingen bij de bezoekers en een parade van verkeerde verwachtingen.

Maar de enige die het mis had, was ikzelf.

De bezoekers kwamen voor zichzelf, omdat zij in de knoop zaten. En ze vroegen hulp van de gevangenen, meest voormalig bendeleden. Die zaten vrijwel allemaal vast wegens ernstige geweldsmisdrijven of moord (eentje had zelfs een onthoofding op zijn kerfstok), en volgden al jaren wekelijks therapie. Tweemaal per jaar ontvingen de gevangenen vier dagen achtereen een groep buitenstaanders, met wie ze onder deskundige begeleiding sessies deden en hun inzichten deelden.

Filmmaker McLeary had zelf als bezoeker meermalen zulke sessies gevolgd, evenals zijn broers. Hun vader James McLeary is namelijk de bedenker van deze onorthodoxe aanpak. Hij ontwikkelde een soort sensitivity training voor mannen: leer je emoties herkennen, stop je woede niet weg, onderzoek hoe je die zonder schade kunt uiten, verberg je niet achter beschuldigingen of verwijten jegens anderen, denk na als je kritiek krijgt, leer te zeggen wat je nodig hebt. Nu heb ik wel eens mannen meegemaakt die een sensitivity training hadden gedaan – korte versie: ieks! – maar dit was serieus andere koek.

Foto: TED Conference (cc)

The great Gadsby

COLUMN - Afgelopen week zag ik Douglas, de nieuwe show van stand-up comedian Hannah Gadsby. Haar vorige programma, Nanette, had me gevloerd; Gadsby beende daarin niet alleen comedy als genre tot op het bot uit, maar ook zichzelf, de grens tussen schaamte en politiek, haar neiging om haar meest pijnlijke verhalen behapbaar te vertellen, en vooral: de hang van haar publiek naar de bevrijdende lach.

In Nanette ontleedde Gadsby haar metier. Ze stopte met zelfspot en bestempelde die als een perfide wijze om maatschappelijke uitsluiting alsnog tot de eigen verantwoordelijkheid van de uitgeslotene te verklaren. ‘Voor wie buiten de kaders van de normaliteit valt, is zelfspot geen vorm van bescheidenheid, maar van zelfvernedering.’ Zelfspot is alleen onproblematisch voor wie over adequate publieke macht beschikt.

In Nanette nam Gadsby radicaal afscheid van de gedachte dat wie afwijkt van de norm het eigenlijke probleem is.

Ze ketste de vraag vriendelijk doch beslist terug naar haar publiek: ja, ze is anders dan anderen. Maar waarom moet zij zich verdedigen wanneer iemand haar om die reden op haar bek wil slaan?

Gadsby bekritiseerde niet alleen de zelfspot, maar ook de clou, die op de bevrijdende lach van het publiek mikt. Die ontlading strijkt het conflict glad waarin je als conferencier je publiek nu juist had meegenomen; oftewel, je wiste je eigen inspanningen mee uit. Ze zei: daar doe ik niet langer aan mee. Ze zei: los voortaan je eigen ongemak maar op. Want zodra ik de onrust van mijn publiek met een grap wegneem, bagatelliseer ik alles wat ik met veel moeite heb aangesneden.

Foto: Rawpixel Ltd (cc)

Platgewalst door een olifant

COLUMN - De decentralisatie van 2015, waarbij de zorg, de jeugdzorg en de Wmo naar de gemeenten werden overgeheveld, moest de zorg efficiënter maken. Lokaal had iedereen beter door wat nodig was, konden instanties makkelijker samenwerken en waren ze flexibel. Dat zou allemaal zó geweldig gaan dat er, volgens dezelfde landelijke overheid die de boel over de gemeentemuren gooide, een klap geld bezuinigd kon worden op de eerdere budgetten: tot wel 15 procent. De lokale zorg zou immers zalig mean and lean zijn.

Dat pakte iets anders uit. De VNG, die zich aanvankelijk in de handen wreef over de uitbreiding van de lokale begrotingen en de toegenomen beleidsruimte van de gemeentebesturen, trekt nu al jaren aan de noodklok. Aanbieders concurreerden elkaar kapot, zorgleveranciers bleken lang niet allemaal eerlijk of transparant te zijn en sluisden geregeld megawinsten weg, en het controleren van al die zorgcontracten en -leveranciers vergt meer deskundigheid dan gemeenten in huis hebben.

Het geval van een kersverse Noord-Hollandse gemeente, in 2015 ontstaan uit de samenvoeging van vier plaatsen, is tekenend. Die jonge gemeente had de handen vol om haar eigen organisatie en integratie op orde te krijgen. Toen zich een grote, landelijke zorgaanbieder aandiende die gul beloofde de hele lokale zorg dan wel even voor ze te regelen, was de gemeente opgelucht. Maar goed onderhandelen kon ze niet.

Foto: Vincent Truchseß (cc)

Een achterdeur in Whatsapp

Mensen doen soms een envelop om hun e-mailtje of hun appje, zodat alleen zijzelf en de geadresseerden dat kunnen lezen. Omdat inbraken op andermens’ berichtenverkeer akelige consequenties kunnen hebben en mensen aan hun privacy hechten, bouwen applicatiebouwers zulke versleuteling vaker in. Whatsapp versleutelt automatisch alle berichten, net als Signal en Telegram; ook Facebook Messenger wil versleuteling tot standaard verheffen.

Evenredig aan de behoefte van gebruikers aan veiligheid en versleuteling groeit de wens van overheden om achterdeurtjes in te bouwen: wegen om die encryptie te breken. Zonder die achterdeurtjes zou de overheid machteloos staan tegen criminelen, is het verhaal.

Al in 1988 fileerde Intel-techneut Timothy C. May die retoriek: hij destilleerde de doembeelden van toen en noemde die, met een klassieke verwijzing, de Vier Ruiters van de Infocalyps: terroristen, pedofielen, drugsdealers en witwassers.

Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid bepleitte onlangs in navolging van zijn Amerikaanse collega William Barr dat internetplatforms de sleutels van hun gebruikers aan justitie moesten kunnen overhandigen, om opsporingsdiensten toegang te verschaffen tot berichten- en chatverkeer. Heel Bijbelvast legde Grapperhaus de nadruk op kinderporno als argument om zijn ‘sleutelrecht’ op te eisen: ‘Wat ik graag zou willen is met grote internetpartijen om de tafel en zeggen: luister, we gaan het nu zo regelen dat wij in ieder geval als er sprake is van verdacht verkeer toch een toegang kunnen krijgen om te kunnen zien wat zich er precies afspeelt.’

Foto: Ian Hughes (cc)

Quantum, qubits en crypto

COLUMN - Afgelopen week maakte Google bekend een werkende quantumcomputer te hebben gebouwd. Anders dan ‘gewone’ computers werken die niet met bits (die alleen ‘uit’ of ‘aan’ kunnen staan, oftewel op 0 of 1), maar met qubits. Dat zijn bits die in een tegelijkertijd 0 én 1 kunnen zijn (‘superpositie’).

Dat verschaft ze vreemde eigenschappen: zo kunnen ze niet worden gekopieerd, en staan ze altijd in een onderlinge relatie. Als de waarde van qubit A bekend wordt (en daarmee zijn superpositie vervalt), heeft dat subiet effect op qubit B, ook als dat zich elders bevindt. Hoogleraar Stephanie Wehner, die in Delft aan de ontwikkeling van een quantum-internet werkt, legt het graag (en altijd geestig) uit.

De strijd wie de eerste serieuze quantumcomputer kon presenteren, is al langer bezig; wie de eerste slag binnenhaalt, krijgt een boel prestige. Het werd dus Google.

Het bedrijf meldde triomfantelijk dat Sycamore, zoals het zijn exemplaar heeft gedoopt, een reeks sommen 1,5 miljard keer sneller oploste dan gewone supercomputers kunnen. Op dat record valt overigens wel iets af te dingen: Google koos uiteraard een opdracht die exact was toegesneden op Sycamores expertise. Voed het ding een ander lastig probleem en hij bakt er waarschijnlijk weinig van: Sycamore is in zekere zin nog een one trick pony.

Foto: kees torn (cc)

Pappen, nathouden en afwentelen

COLUMN - Het kabinet doet amper iets tegen de CO2- en stikstofuitstoot, en denkt te geloven dat we er met pappen en nathouden ook wel zullen komen. In plaats van een platte CO2-belasting – een vast bedrag per ton broeikasgas – is het kabinet van plan een vrije voet in te voeren, waarbij bedrijven pas boven een bepaalde hoeveelheid uitstoot gaan betalen, gekoppeld aan ‘reductiedoelen’, waarbij die vrije voet langzaam word verlaagd.

Je ziet de ingewikkelde rekenmodellen al voor je, inclusief opties voor gesjoemel en gemarchandeer, plus allerlei uitzonderingsregelingen voor bedrijven die van eminent belang worden geacht, want: de economie. Oftewel: ruime marges en coulance voor precies die bedrijven die jaar in, jaar uit overmatig veel CO2 uitstoten en die het milieu hebben verruïneerd. Van Shell en tot Tata Steel, van de Botlek tot Pernis, van Schiphol tot Dow Chemical.

In de discussie over stikstofemissies gaat het er niet anders aan toe.

De VVD en het CDA stellen nu al dat geen boer verplicht zal worden ook maar een koe of varken in te leveren, ook al is daar geen ontkomen meer aan. De VVD weigert intussen de maximumsnelheid te verlagen, en staat pal achter de Formule-1 plannen van Circuit Zandvoort.

Foto: ladislau.girona (cc)

De nieuwe horigheid

Big data rukken op: het verzamelen van informatie, om daar vervolgens algoritmes op los te laten die tot beter onderbouwde beslissingen zouden komen dan wijzelf. Er gaat van alles mis bij al die mooie technologische dromen. Zo wordt de informatie in kwestie bepaald niet altijd netjes verzameld. Veel datasporen worden aan mensen onttrokken zonder dat wij daar weet van hebben, laat staan dat we grip hebben op wat er vervolgens mee gebeurt.

Intussen hebben de beslissingen die uit die algoritmes komen rollen – gewoonlijk heel soft als ‘suggesties’, ‘aanwijzingen’ of ‘indicaties’ betiteld – geregeld zeer verstrekkende gevolgen. U komt helaas niet in aanmerking voor een lening bij ons. Of: uw auto lijkt ons te duur voor uw inkomen. Wij denken op grond van uw profiel dat wij uw sollicitatie afwijzen. De Belastingdienst zet uw toeslag voor kinderopvang stop, want u lijkt ons een fraudegeval. Of Jeugdzorg ziet ‘signalen’ van ‘vermoedens van’ kindermishandeling, en zet een vlaggetje bij uw gezin.

Nu willen de entrepreneurs ook de kunsten in. Journalist en programmamaker Jaïr Tchong beschreef de plannen die het Belgische PXL-Music vorige week op een congres van de Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals presenteerde. Prachtige vergezichten, werkelijk waar: op grond van de data van bezoekers (hun Google-gebruik, waar ze kwamen, waar ze naar luisterden, wat ze verder zoal deden) en de gegevens van zalen zelf (hoeveel mensen kunnen erin, hoeveel kaarten verkopen ze bij elk optreden) hoopt PXL-Music de zaalprogrammeurs te kunnen voorspellen welke acts tot volle zalen leiden en welke acts ze beter niet kunnen boeken. Naïef-optimistisch meldde de spreker dat podia zo minder missers zouden hebben, en dan dus fijn meer geld zouden overhouden voor experimenten.

Vorige Volgende